Geschiedenis Werkplaats 3e ed - Hoofdstuk 5 - Ontdekkers en hervormers oefentoetsen & antwoorden

a) Heerschappij, macht. - gezag (2) -b) Mogelijkheid voor betaald werk. - werkgelegenheid (3) -c) Gebied waar een groep mensen zich vestigd. - kolonie (4) -d) Opsporen en gevangennemen. - vervolgen (1) -e) Landverhuizer. - migrant (3) -f) Leider van een protestantse kerkdienst. - dominee (predikant) (1) -g) Plantaardige smaakstof. - specerij (4) -h) Verhuizen naar een ander land. - emigreren (3) -i) Rooms-katholiek. - katholiek (1) -j) Vertegenwoordiger van de vorst in een gewest. -  stadhouder (2) - a) Plantage. Groot landbouwbedrijf waar één gewas wordt verbouwd. (4)b) Hervorming (reformatie). Verandering waarbij christenen de katholieke kerk willen veranderen en zich afsplitsen van deze kerk. (1)c) Gewetensvrijheid. Recht om te geloven wat je wilt. (3)d) Geus. Nederlandse opstandeling tegen Filips II. (2)e) Driehoekshandel. Handel tussen Afrika, Amerika en Europa. (4) 1 - e2 - a3 - d4 - b5 - cTip: Voor deze toets moet je veel begrippen leren, maak flip cards om ze te oefenen. a) De kritiekpunten die Luther had op de katholieke kerk waren bijvoorbeeld de verering van heiligen waar Luther op tegen was en hij vond dat mensen zelf de bijbel moesten lezen in plaats van alleen maar naar geestelijken te luisteren.b) De paus was woedend en eiste dat Luther zijn woorden terug nam. Toen Luther dat weigerde, zette de paus hem uit de kerk.Extra info: https://schooltv.nl a) Niet waar. We noemen dit de hervorming of Reformatie.b) Waar.c) Niet waar. De kerken van protestanten waren eenvoudig ingericht.d) Waar.e) Waar. a) Filips II wilde, net als zijn vader Karel V, staatsvorming en centralisatie. De edelen kregen hierdoor minder te vertellen en dat maakte hen ontevreden.b) Filips II ging ook door met het vervolgen van protestanten. Burgers waren daar erg boos over. In 1566 had een groep edelen aan landvoogdes Margaretha gevraagd om te stoppen met de vervolging van protestanten. Een ambtenaar had de edelen toen spottend ‘geuzen’ (bedelaars) genoemd. De Nederlandse opstandelingen tegen Filips II gebruikten daarom de naam geus als erenaam. Zuid-Nederlandse migranten. Door de overheersing van de Spaanse koning in de Zuidelijke Nederlanden (tegenwoordig België en Luxemburg) vluchtten meer dan 100.000 mensen naar de republiek.Werkzoekenden uit Duitsland en Scandinavië. Door de bloei van de economie was er in Holland veel betaald werk. In Nederland werden de immigranten beter betaald dan in hun eigen land.Joodse vluchtelingen uit diverse landen. In Spanje en Portugal moesten joden katholiek worden of het land verlaten. Velen kozen ervoor om het land te verlaten en naar de Republiek te emigreren. Vanwege vervolgingen kwamen er ook joodse vluchtelingen uit Midden- en Oost-Europa naar Nederland.Hugenoten. In 1685 vluchtte een grote groep Franse protestanten (hugenoten) naar Nederland omdat ze door de Franse koning werden vervolgd.Tip: Vond je dit lastig? Lees de paragraaf nog een keer goed door en maak per immigrantengroep een woordweb. Europese handelaren voeren van Europa naar Afrika met geweren, textiel, glas en sieraden en ruilden deze producten bij Afrikaanse handelaren tegen slaven. De Europeanen verkochten de slaven in Amerika aan eigenaren van mijnen en plantages. Vervolgens reisden ze met de plantageproducten naar Europa. Deze handel tussen drie werelddelen wordt driehoekshandel genoemd. a) In 1521 moest Luther verschijnen voor karel V, de keizer van het Duitse rijk. Karel wilde dat Luther zijn standpunt wijzigde, maar Luther weigerde opnieuw.b) Karel V verklaarde Luther vogelvrij: iedereen mocht hem doden.Extra info over Luther: https://schooltv.nl a) De gebeurtenis die je hier ziet is: de beeldenstorm.b) In 1566 hield een dominee in Vlaanderen een felle preek tegen de katholieke verering van heiligen. Na afloop ging hij met aanhangers naar een katholiek klooster waar ze alle beelden van heiligen kapot sloegen. Hun voorbeeld werd door anderen gevolgd. In veel Nederlandse kerken richtten protestanten vernielingen aan.c) Filips II was woedend. Hij benoemde de Spaanse hertog van Alva tot landvoogd en stuurde hem met een groot leger naar de Nederlanden om de daders te straffen en het protestantisme te vernietigen. Veel Nederlanders sloegen op de vlucht. Ook Willem van Oranje vluchtte.Extra info: https://schooltv.nl Antwerpse handelaren die zich in Amsterdam vestigden, namen niet alleen hun geld mee, maar ook hun kennis en handelscontacten in heel Europa. Zo hielpen migranten eraan mee dat Amsterdam de belangrijkste handelsstad van Noord-Europa werd. In opdracht van de Spaanse koning zocht Christoffel Columbus in 1492 een andere zeeweg naar Indië. Met drie schepen ging hij over de Atlantische Oceaan naar het westen. Hij kwam toen in Amerika, een werelddeel dat in Europa onbekend was. Columbus dacht dat hij in in Indië was aangekomen en noemde de oorspronkelijke bewoners daarom indianen.Extra info: https://schooltv.nl