Geschiedenis Werkplaats 3e editie - Hoofdstuk 3 - Nederland en Indonesië oefentoetsen & antwoorden

a) Waardevolle overblijfselen uit het verleden. (3) b) Groot landbouwbedrijf waar één gewas wordt verbouwd. (1) c) Reclame maken voor ideeën. (2) d) Hoogste vertegenwoordiger van een land. (3) e) Uit het land zelf. (1) f) Politiek om de Indonesische bevolking ontwikkeling en welvaart te brengen.(1) g) Indische Nederlanders (3) h) Gevangenkamp voor tegenstanders. (2) i) Verenigde Oost-Indische Compagnie. (1) j) Het onafhankelijk worden van kolonies. (2) a) Capitulatie: Overgave. (2)b) Gouverneur-generaal: Hoogste Nederlandse bestuurder in Indië. (1)c)  Nationaliseren: Staatseigendom maken. (3)d) Soevereiniteitsoverdracht: Gezag over een land overdragen aan een ander. (2)e) Modern imperialisme: Europese landen bouwen grote koloniale rijken op in Afrika en Azië. (1) 1 - a2 - c3 - d4 - e5 - b Tip: Vond je deze opdracht lastig? Op bladzijde 112 vind je meer informatie en afbeeldingen. a) Vanaf 1816 werd de kolonie Nederlands-Indië genoemd.b) Het cultuurstelsel hield in dat Javaanse boeren gedwongen werden om voor Nederland producten, als koffie en thee, te verbouwen. Een nieuw bedrijf, de Nederlandse Handel-Maatschappij, kreeg het monopolie om de tropische producten naar Europa te vervoeren en daar te verkopen. Het cultuurstelsel bracht Nederland nieuwe rijkdom. maar veroorzaakte op Java armoede en honger. De juiste volgorde is: b - a - d - cTip: Had je deze vraag niet goed? Lees het stukje op bladzijde 96 nog een keer goed door en maak een tijdlijn. a) Veel Indonesiërs waren hier blij mee want zij zagen de Japanners als bevrijders.b) De blijdschap van de Indonesiërs was niet terecht want in werkelijkheid volgde er een harde bezetting. Indonesië moest rijst, olie en rubber aan Japan leveren en Indonesiërs moesten werken als dwangarbeiders. Honderdduizenden Indonesiërs kwamen om door honger en uitputting.c) Soekarno, Hatta en andere nationalistische leiders  werkten samen met de japanners omdat zij hier een kans zagen om naar de onafhankelijkheid van Indonesië toe te werken. Door deze collaboratie konden zij hun nationalistische ideeën verspreiden. Mede door deze propaganda nam de haat tegen de Nederlanders toe.Tip: Herhaal een deel van de vraag in je antwoord. Deze Molukkers hadden in het KNIL gediend. Zij wilden niks met de republiek Indonesië te maken hebben. In 1950 hadden christelijke Molukkers op het eiland Ambon de Republiek der Zuid-Molukken uitgeroepen, maar het Indonesische leger maakte daar met een invasie op Ambon een einde aan. Tip: Bekijk dit filmpje voor een goede uitleg over de Molukkers. https://schooltv.nl Nederland probeerde vanaf ongeveer 1900 ook welvaart en ontwikkeling naar de indonesische bevolking te brengen. Dit werd de ethische politiek genoemd. De inheemse bevolking kreeg vanaf nu bijvoorbeeld ook onderwijs. Dat zie je op deze afbeelding terug want je ziet een  schoolklas met allemaal inheemse kinderen. Nederland probeerde vanaf ongeveer 1900 ook welvaart en ontwikkeling naar de Indonesische bevolking te brengen. Dit werd de ethische politiek genoemd. Naast onderwijs en hulp bij de landbouw werden er ook wegen, vliegvelden en spoorwegen aangelegd en havens die geschikt waren voor moderne stoomschepen. Nederlandse ondernemers profiteerden hiervan omdat ze nu makkelijker en sneller hun producten konden vervoeren. Je ziet dit goed terug in de afbeelding omdat in de haven een groot stoomschip ligt. Je ziet inheemse mensen die het schip bevoorraden en links zie je een blanke ondernemer (met witte hoed) die toezicht houdt. Tip: begin je antwoord eerst met het uitleggen van het begrip en leg daarna een verband met de bron (hier een afbeelding).  Nederland probeerde vanaf ongeveer 1900 ook welvaart en ontwikkeling naar de Indonesische bevolking te brengen. Nederland stichtte scholen waarop Indonesische kinderen Nederlands leerden. Sommigen gingen daarna naar een middelbare school of naar een hogeschool of universiteit in Nederland. Door dit onderwijs kwamen ze in contact met westerse ideeën, zoals het nationalisme. Indonesische studenten in Nederland merkten ook dat hun onderlinge verschillen veel kleiner waren dan de verschillen met de witte Nederlandse bevolking. Ze trokken de conclusie dat de Indonesiërs één volk vormden.Extra info: De Indonesische studenten in Nederland zagen ook dat daar wel sprake was van vrijheid, gelijkheid en democratie. De Nederlandse regering noemde het politionele acties, omdat ze geen oorlog voerden tegen een ander land maar een binnenlandse actie om de orde te herstellen. De Verenigde Staten noemden het een koloniale oorlog, omdat het een oorlog was die werd uitgevochten door het leger en niet een politiemacht die de orde en rust kwamen herstellen. De verhouding tussen Nederland en Indonesië bleef gespannen omdat ze vooral ruzie maakten over Nieuw-Guinea. Op de afbeelding zie je een kaartje van dit land. Nederland had in 1949 geweigerd het westen van dit eiland aan Indonesië te geven. Om Nederland te dwingen Nieuw-Guinea alsnog af te staan, begon Soekarno de Nederlanders in Indonesië lastig te vallen. In Indonesië waren nog veel Nederlandse bedrijven en woonden nog altijd veel Nederlanders. In 1957 liet Soekarno de Nederlandse bedrijven bezetten door arbeiders en soldaten. daarna nationaliseerde hij ze. De Nederlandse taal werd verboden. De laatste witte Nederlanders en tienduizenden Indische Nederlanders vluchtten daarna naar Nederland. Maar Nederland weigerde ‘Nederlands Nieuw-Guinea’ op te geven. In 1960 dreigde Soekarno daarom met oorlog. Nederland stuurde opnieuw militairen en bij gevechten vielen ook doden. In 1962 gaf Nederland toe, nadat het, net als in 1949, door de VS onder druk was gezet.Meer weten over dit onderwerp? Bekijk: https://schooltv.nl - geweld in Nederlands-Indië https://schooltv.nl - Indië in de oorlog https://schooltv.nl - Nederlands Indië wordt onafhankelijk & https://schooltv.nl - repatriëring van Nederlandse Indiërs