Memo MAX 5.1 deel A+B - Hoofdstuk 6 - Nederland na 1945 oefentoetsen & antwoorden

a) Economische steun die West-Europese landen kregen van de Verenigde Staten vanaf 1948. - Marshallhulp (1) -b) Arbeiders uit het buitenland die tijdelijk in Nederland komen werken. - gastarbeiders(3) -c) Een samenleving waarin alle burgers, die niet voor zichzelf kunnen zorgen, van de overheid een inkomen en gezondheidszorg krijgen. - verzorgingsstaat (1) -d) Rechten en vrijheden waarover elk mens beschikt en die iemand niet afgenomen kunnen worden. -  mensenrechten (4) -e) Het aanvragen van bescherming in een land door iemand die in zijn eigen land vervolgd wordt of gevaar loopt. - asiel (3) -f) De periode tussen 1945 en 1955 waarin in Nederland de oorlogsschade herstelde. - wederopbouw (1) -g) De manier waarop een groep jongeren zich uit en onderscheidt van anderen, bijvoorbeeld in kleding of muziekkeuze. - jeugdcultuur (2) -h) Munt die in 2002 in twaalf Europese landen werd ingevoerd. - euro (4) -i) Steeds minder mensen gaan bij een kerk horen. - ontkerkelijking (2) -j) Het verschil in opvattingen tussen mensen van verschillende leeftijden, bijvoorbeeld tussen ouders en kinderen. - generatiekloof (2) - a) Multiculturele- en pluriforme samenleving. Een samenleving waarin mensen met verschillende culturen en geloven samenwonen. b) Tweede feministische golf. Feministische beweging in de jaren ‘60 waarin vrouwen streden voor gelijke kansen in het onderwijs en op het werk en voor een gelijk verdeling van huishoudelijke taken.c) Verzuiling. Verdeling van de samenleving in zuilen: groepen mensen met eigen godsdienstige of politieke ideeën die vooral binnen de eigen groep leefden.d) Integratie. Groepen migranten worden langzamerhand onderdeel van de Nederlandse samenleving, behouden daarbij delen van hun eigen cultuur en beïnvloeden de Nederlandse cultuur. e) Individualisering. Mensen gaan steeds meer hun eigen keuzes maken, zonder daarbij beïnvloed te worden door wat anderen vinden, zoals hun familie of de kerk. 1 - d2 - e3 - a4 - c5 - b De regering, werkgevers en vakbonden spraken af dat de lonen laag zouden blijven. Daardoor bleven de prijzen van producten laag en kochten andere landen Nederlandse spullen.De economie kwam op gang door de Marshallhulp. (economische steun uit de Verenigde Staten). Mensen kregen meer loon en konden daardoor meer luxe producten kopen zoals een wasmachine, stofzuiger en gasfornuis.Mensen kregen meer vrije tijd, de zaterdag werd een vrije dag. Ze konden dan gaan winkelen. Maar ook gingen mensen steeds meer op vakantie. Het leven werd aangenamer omdat nieuwe huizen centrale verwarming en een badkamer hadden. 1) Door de groeiende welvaart hadden jongeren meer geld. Ze hoefden zich niks meer aan te trekken van de mening van hun ouders.2) Veel jongeren gingen in de stad wonen, daar werd minder op elkaar gelet en jongeren uit verschillende zuilen ontmoetten elkaar.3) Veel jongeren hadden een hogere opleiding dan hun ouders, die vaak al jong waren gaan werken. Daardoor hadden ze meer kennis en zelfvertrouwen en durfden dus kritisch te zijn op de kerk of de politiek.Extra info: https://www.youtube.com Antwoord a is goed. Jongeren keerden zich af van normen van hun ouders, de kerk en de politiek. Zij wilden af van alle regeltjes over hoe je hoorde te leven. 1) Rond 1950 kwamen zo’n 300.00 mensen uit Indonesië naar Nederland. 2) Eind jaren 1950 kwamen de eerste gastarbeiders naar Nederland.3) 1975: Suriname wordt onafhankelijk, veel Surinamers komen naar Nederland.4) Vanaf de jaren 1980 kwamen er vluchtelingen naar Nederland die asiel aanvroegen. 5) Laatste 20 jaar komen er mensen uit andere Europese landen naar Nederland om hier te werken.Tip: Had je deze vraag niet goed? Lees dan bladzijde 155 nog een keer goed door. Maak een mindmap met jaartallen, begrippen, en afbeeldingen. Antwoord c is goed. a) Niet waar. De verenigde Staten boden de Marshallhulp aan.b) Niet waar. In 1951 werd de EGKS opgericht.c) Waar.d) Waar.e) Niet waar. Dit gebeurde in 2002.  a) Het begrip dat hoort bij deze afbeelding is: verzuiling.b) De Nederlandse samenleving was in de jaren 1950 verdeeld in groepen: zuilen. Er was een katholieke, protestantse en socialistische zuil. De meeste mensen hoorden bij één van deze zuilen en hadden vooral contact met mensen uit hun eigen zuil. Binnen een zuil letten mensen goed op elkaar. Ze vonden het belangrijk dat iedereen leefde volgens de regels van de zuil. c) Bijna iedereen vond het belangrijk dat je er netjes uitzag en dat kinderen hun ouders moesten gehoorzamen.Je hoorde hard te werken en zuinig te leven.Veel geld voor tijd en ontspanning was er niet.Op zondag gingen veel mensen naar de kerk.De meeste vrouwen werkten  iet: zij zorgden voor de kinderen en het huishouden. Extra info: https://schooltv.nl a) Het begrip dat bij deze afbeelding hoort is: tweede feministische golf.b) Deze feministen willen dat ziektekostenverzekeringen de pil (anticonceptiemiddel) vergoeden.  Sociale veranderingCulturele veranderingBron: https://www.britannica.com XBron: https://pxhere.com XBron: https://cdn-hiahj.nitrocdn.com X Dit zijn de lidstaten van de Europese Unie (EU) Tussen deze landen bestaat vrij verkeer van goederen, diensten, personen en geld. Dat betekent dat er tussen de landen geen grenscontroles meer zijn.Extra info: https://schooltv.nl a) Dit is het logo van de Verenigde Naties (VN).b) 1) Zorgen voor vrede in de wereld.2) Het leven van armen verbeteren.3) Mensenrechten beschermen.4) Het beschermen van unieke en onvervangbare monumenten.Extra info: https://schooltv.nl