Talent MAX 3.1 deel A + B
- Hoofdstuk 5 - Passen en meten
oefentoetsen & antwoorden
MAX
Klas 2|Vwo/gym
Onderwerpen: samenvattingen, tekststructuren, beoordeling, recensie, actieve vorm, passieve vorm, woordenboeken, Engelse leenwoorden, bijstelling, onbepaald voornaamwoorden, Engelse werkwoorden, weglatingsstreepje, koppelteken.
Toets Nederlands
Talent MAX 3.1 deel A + B
Online maken
Toets afdrukken
Bij een beknopte samenvatting vat je een tekst samen in hele zinnen. Bij een schematische samenvatting orden je alleen de belangrijkste informatie: je maakt een schematisch overzicht en gebruikt alleen steekwoorden. Veiligheid van speelgoed en
kinderartikelen. Dit wordt al meteen in de titel duidelijk, maar is ook in de
inleiding terug te vinden.Speelgoed en andere kinderartikelen zijn niet altijd even veilig. Als je goed kijkt, zie je dat de eerste zin van de inleiding meteen de hoofdgedachte weergeeft.Regelgeving rondom speelgoed (alinea 3+4), controle op veiligheid (alinea 5), gevaren merkloos speelgoed (alinea 6+8) risico's en onvoorspelbaarheid (alinea 9+10)Dat verwijst naar 'een autostoeltje', dit verwijst naar 'alles wat voor kinderen te koop is, is veilig'.Opsomming. Het gaat hier om een driedelige opsomming van de gevaren van merkloos en onbekend speelgoed. Alinea 6 is het eerste deel, alinea 7 vervolgt met het verbindingswoord daarnaast en ten slotte alinea 8 met ook. Deze woorden zorgen voor de verbinding tussen de drie alinea’s.In alinea 5 zegt Cotterink dat het de eigen verantwoordelijkheid is van de fabrikant om aan deze normen of wetten voldoen. Dat betekent dat een product dus niet per definitie door een externe partij gecontroleerd wordt. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit controleert dit, maar alleen aan de hand van steekproeven of na klachten van de consument. Als een product dus wordt gecontroleerd, is dit vaak pas nadat het al te koop is.In alinea 9 zegt De Valck: "De angst voor onveilig speelgoed kan je vergelijken met de angst voor een coronavaccin; mensen willen absolute veiligheid, maar dit is niet realistisch." Een goede beknopte samenvatting is een verkorte weergave van de tekst. Hierin moeten in ieder geval het onderwerp, de hoofdgedachte, de deelonderwerpen en de kernzinnen terug te vinden zijn. Deze heb je bij opdracht 2 vraag a, b en c al gevonden:a) onderwerp = Veiligheid van speelgoed en kinderartikelen.b) hoofdgedachte = Speelgoed en andere kinderartikelen zijn niet altijd even veilig.c) deelonderwerpen = Regelgeving rondom speelgoed (alinea 3+4), controle op veiligheid (alinea 5), gevaren merkloos speelgoed (alinea 6-8), risico’s en onvoorspelbaarheid (alinea 9+10)Een voorbeeld van een goede samenvatting vind je hieronder.Speelgoed en andere kinderartikelen zijn niet altijd even veilig.Volgens Mieke Cotterink, expert kinderveiligheid bij VeiligheidNL, gaan consumenten er ten onrechte van uit dat alles wat voor kinderen te koop is, veilig is. Een product dat op de Nederlandse markt komt, moet aan de Warenwet voldoen. Ook zijn er specifieke Europese veiligheidsnormen. Met name voor speelgoed bestaan veel normen. Het is de eigen verantwoordelijkheid van fabrikanten om hieraan te voldoen. Een product wordt dus niet door een externe partij gecontroleerd. Voor ouders is het daarom belangrijk om zelf goed op te letten. Zeker online weet je niet altijd wat je koopt met merkloos speelgoed. Ook een nieuw product kan een bron van zorg zijn. Hiervoor zijn vaak nog geen veiligheidsnormen vastgelegd.De kans dat er iets fout gaat met CE-speelgoed is heel klein. Wees dus niet te bang: een beetje risico en onvoorspelbaarheid is goed voor een kind. (148 woorden) Review is een ander woord voor recensie of schriftelijke beoordeling. Dat is een tekst waarin jij ergens je mening over geeft, bijvoorbeeld een boek, film, game, product, optreden of presentatie. Mening + argument. Of je geld
kunt besparen kun je controleren, dus is dit een feitelijk argument.Feit.Mening + argument. Geen feitelijk argument, want prachtige natuur is een mening.Mening.Mening + argument. Het is een feitelijk argument, want de verkoopcijfers kun je controleren. Actieve vorm. De tuin is door de tuinlieden omgespit.Passieve vorm. Nick heeft de boodschappen bezorgd.Passieve vorm. Eva neemt het fototoestel mee.Passieve vorm. Hij maakt een moeilijke les.Actieve vorm. Het spookverhaal werd door Koen verteld. bekend en bewonderd, beroemdGrieks voor: Ik heb het gevonden! Ik snap het!zonder beperkingen, mateloos, buitensporigzoogdier van de orde van apen en mensendeskundiggroot verlangen (naar) Er zijn veel verschillende woordenboeken Nederlands. Het ene woordenboek heeft meer lemma's dan het andere. De Van Dale is een woordenboek en het Groene Boekje een woordenlijst. Beide geven de spelling van woorden aan, maar in een woordenboek staat daar nog uitgebreide woordinformatie bij zoals betekenis en grammaticale categorieën. De Nederlandse taal heeft altijd woorden overgenomen uit andere talen, zoals Grieks en Latijn. Zulke woorden noemen we leenwoorden. Sinds WOII is ook het aantal Engelse woorden in onze taal toegenomen, wat door de globalisering alleen maar is toegenomen. Vooral jongeren zijn met deze verandering opgegroeid waardoor het voor hen normaal is. Ouderen daarentegen vinden eerder dat de zuiverheid van het Nederlands zoals zij ermee zijn opgegroeid wordt aangetast. Zij spreken dan ook van taalvervuiling. Een bijstelling staat direct achter een zelfstandig naamwoord of een zelfstandig naamwoordgroep en geeft daar extra informatie over. Bijvoorbeeld: De Maastoren, het hoogste gebouw van Nederland, staat in Rotterdam. de aanvoerder = bijstelling bij de speler die de gemene overtreding maakte.geen bijstelling aanwezig.de bekende trainer van het team = bijstelling bij Louis van Gaal.Tip: Hoe pak je dit aan?Een bijstelling staat altijd tussen twee komma’s of een komma en een punt. Bovendien kun je de bijstelling verwisselen met de woordgroep waar het een bijstelling bij is. PV = heeft, OW = Peter, WG = heeft gewerkt, BWB = zijn hele leven (wanneer?), BWB = hard (hoe?), Bijstelling = de ervaren stratenmaker (bij Peter)PV = ben, OW = Ik, NG = ben tevreden, BWB = niet, VZVW = met dit cijfer (tevreden zijn met…)PV = moet, OW = Je, WG = moet teruggeven, LV = zijn tas, MV = hem, BWB = morgen (wanneer?), BWB = wel (afzonderlijk)PV = vonden, OW = Piet en Henk, WG = vonden, LV = hem, Bep.gest. = vervelend, bijstelling = de spelers van het team (bij Piet en Henk)PV = lag, OW = hij, WG = lag, BWB = na de wedstrijd (wanneer?), BWB = nog uren (hoelang?), Bep. gest. = wakker, BWB = in zijn bed (waar?)Tip: Hoe pak je dit aan?1. Zoek de PV door de tijd te veranderen.2. Zoek het OW: Wie/wat + PV?3. Zoek de andere werkwoorden. Geen koppelwerkwoord, dan WG. Wel een koppelwerkwoord, dan NG.4. Zoek het (eventuele) LV: Wie/wat+GEZ+OW?5. Zoek het (eventuele) MV: Aan/voor wie/wat+GEZ+OW+LV?6. Zoek het (eventuele) VZVW: Zit er in het gezegd een werkwoord waarbij een vast voorzetsel hoort?7. Zoek de (eventuele) Bep. gesteldheid: Is er een zinsdeel dat iets zegt over de toestand van zowel het OW/LV als het GEZ?8. Zoek de BWB: welke zinsdelen geven extra informatie bij het gezegde over tijd, plaats, reden, enz.? 9. Bijstelling: een bijstelling staat altijd tussen twee komma’s of een komma en een punt. Bovendien kun je de bijstelling verwisselen met de woordgroep waar het een bijstelling bij is. Een onbepaald voornaamwoord (ovw) verwijst naar iets of iemand zonder precies aan te duiden om wat of wie het gaat. De betekenis blijft vaag. Iedereen kan tot tien tellen. = zelfstandig gebruiktWe hebben allemaal weleens een baaldag. = zelfstandig gebruiktTot grote ergernis van de anderen moest de hele klas het proefwerk opnieuw maken. = zelfstandig gebruiktIeder kind leert op school rekenen en schrijven. = bijvoeglijk gebruiktSommige mensen houden erg van barokmuziek, andere niet. = bijvoeglijk gebruikt. Men (= onbepaald
voornaamwoord: het verwijst niet specifiek naar een groep mensen, maar is
algemeen) vraagt zich af hoeveel (= onbepaald hoofdtelwoord: het
precieze aantal is niet bekend) talen er nu (= bijwoord van tijd)
eigenlijk worden (= hulpwerkwoord, want niet zelfstandig) gesproken.
(= zelfstandig werkwoord, want kan niet worden weggelaten) Dat (= voegwoord, neutraal) het lang blijft
sneeuwen, lijkt (= koppelwerkwoord, want naamwoordelijk gezegde) mij
(= persoonlijk voornaamwoord, want lijdend voorwerp) niet (= bijwoord
van tijd) zo (= bijwoord van wijze) waarschijnlijk. Wie (=
betrekkelijk voornaamwoord, met ingesloten antecedent) de (= bepaald
lidwoord) oplossing weet (= zelfstandig werkwoord, want kan niet
weggelaten worden), kan spoedig (= bijwoord van tijd) een prijs verwachten.
(= zelfstandig werkwoord, want kan niet weggelaten worden) Het meisje dat
(= betrekkelijk voornaamwoord, want heeft betrekking op ‘het meisje’) haar
(= bezittelijk voornaamwoord, bezit staat er direct achter) been had gebroken,
werd op (= voorzetsel, staat voor element) een brancard (=
zelfstandig naamwoord, een ding) afgevoerd. Hoewel (= voegwoord,
onderschikkend voegwoord van toegeving) hij hard (= bijwoord, bepaling
bij werkwoord ‘werken’) werkte, bleef (= koppelwerkwoord, want
naamwoordelijk gezegde) hij de hele week opgewekt. (= bijvoeglijk
naamwoord, bepaling bij de persoon die hard werkte =mens) Het weglatingsstreepje gebruiken we in een zin waar twee samenstellingen met hetzelfde woord naast elkaar staan. Het woord dat herhaald wordt, kan dan weggelaten worden met het streepje: dinsdagochtend en -avond.Het koppelteken laat daarentegen geen woorden weg, maar verbind woorden juist aan elkaar in een samenstelling: vmbo-leerling, Noord-Brabant. Zodra we Engelse werkwoorden opnemen in onze taal, gelden ook onze Nederlandse spellingsregels. Dat betekent dat we deze woorden ook vervoegen volgens deze regels. Belangrijk hierbij is dat de Engelse uitspraak wel behouden moet blijven. Engelse werkwoorden die eindigen op een dubbele medeklinker of op -e, behouden deze om die reden. Dit levert soms vreemde vormen op. Een voorbeeld: To delete, deleten. Hij delete, hij deletete, hij heeft gedeletet, deleted radio-omroepanalyserengynaecoloogidyllischzee-eendyahtzeeyoghurtlobbyistpyjama verstijfd (Voltooid deelwoord, dus hele werkwoord – en
= verstijv. De laatste letter, de v, zit niet in ’t ex-kofschip, dus je
schrijft een d aan het eind.)verbaasd (Voltooid deelwoord, dus hele werkwoord – en
= verbaz. De laatste letter, de z, zit niet in ’t ex-kofschip, dus je schrijft
een d aan het eind.)deletete (Hij-vorm, verleden tijd. Engels werkwoord,
klank moet hier behouden blijven, dus de e moet blijven staan. Dus ik-vorm
delete+te)ontlede (Voltooid deelwoord, bijvoeglijk gebruikt.
Schrijf het dus zo kort mogelijk)gedatet (Voltooid deelwoord, Engels werkwoord, klank
moet hier behouden blijven dus de e moet blijven staan. Je hebt hier ’t
ex-kofschip niet nodig, omdat je goed hoort dat er al een t op het eind zit.)is (Tegenwoordige tijd, enkelvoud want het gaat om één
groep. Sterk werkwoord, klank verandert. Dit is een leerwoord dus er zijn geen
regels voor de vervoeging.)vergoede (Voltooid deelwoord, bijvoeglijk gebruikt.
Schrijf het dus zo kort mogelijk)onthield (Hij-vorm, verleden tijd. Sterk werkwoord dus
klank verandert.)belande (Voltooid deelwoord, bijvoeglijk gebruikt.
Schrijf het dus zo kort mogelijk)gecoacht (Voltooid deelwoord, dus hele
werkwoord – en = coach. De laatste letter, de h, zit in ’t ex-kofschip, dus je
schrijft een t aan het eind.)
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.