Tijd voor Geschiedenis - Hoofdstuk 1 - Pruiken en revoluties oefentoetsen & antwoorden

a) Bestuursvorm waarbij de vorst alles zelf mocht beslissen. - absolutisme (1 en 2) -b) Een zeer snelle en zeer grote verandering. - revolutie (3) -c) Een verzameling wetten die door Napoleon werd ingevoerd in alle overwonnen gebieden. - Code Napoleon (4) -d) Basisrechten die voor iedereen gelden. - grondrechten (2) -e) Een fase of periode in de Franse Revolutie. In deze periode werd de adel en hoge geestelijkheid opgepakt om gedood te worden. De mensen die eerst de revolutie leidden, werden uiteindelijk ook opgepakt. Veel mensen werden onthoofd door de guillotine. - Terreur (3) - a) republiek. Een vorm van bestuur waarbij de macht niet in handen is van een keizer of koning, maar van een hoogst gekozen leider, zoals een president. (3)b) Verlichting. Periode waarin wetenschappers en onderzoekers de samenleving wilden veranderen. Zij wilden dat mensen voor zichzelf gingen nadenken. (1 en 2)c) grondwet. Een algemene wet waaraan iedereen zich moet houden, ook de koning dus. (3)d) slag bij Waterloo. Veldslag op 18 juni 1815, bij het dorp Waterloo, in de buurt van Brussel. (4)e) standenvergadering. Een vergadering waarheen iedere stand mensen stuurde om met elkaar en de vorst te overleggen. (2)Tip: In je begrippenlijst staat ook extra uitleg schuingedrukt. Vraag je docent of je dit ook moet leren voor de toets of dat het alleen bedoeld is als extra informatie. 1) - a2) - c3) - b4) - e5) - dTip: Vind je jaartallen leren lastig? Maak een tijdlijn en verwerk daar ook de begrippen in, plak er afbeeldingen bij van personen en gebeurtenissen. Sommige vorsten zeiden dat ze hun macht van God gekregen hadden. Bijna iedereen in Europa was christen en God gehoorzaam. Omdat de koning de macht van God kreeg, waren de mensen dus gehoorzaam aan hem. Antwoord a is goed. De standenvergadering kwam bijna niet meer bijeen. 1) Mensen moesten zelf nadenken.2) Alle mensen moesten gelijk zijn.3) Alle mensen hadden recht op vrijheid, recht op vrije meningsuiting en recht op hun eigen geloof.  Lodewijk XVI had een probleem omdat het geld van de Franse staat opraakte. Hij wilde de belastingen verhogen, maar daarvoor had hij de toestemming nodig van de standenvergadering. Elke stand had bij de standenvergadering één stem. De eerste en tweede stand hoefden nooit belasting te betalen dus waren zij voor belastingverhoging. Dat betekende dat de derde stand weer alleen opdraaide voor de belastingverhoging en dat wilden ze niet meer.Extra info: De eerste en tweede stand hadden elk 300 leden in de standenvergadering. De derde stand had er 600. De derde stand wilde niet meer stemmen met één stem per stand maar: stemmen per aanwezig lid. Op deze manier zouden zij dan meer kans maken op een meerderheid van stemmen. Vanzelfsprekend waren de eerste en tweede stand het hier niet mee eens waarna de derde stand vertrok en hun eigen vergadering begon. Dit was ‘de Eed van de Kaatsbaan’ (Een kaatsbaan is een soort sporthal).De derde stand zwoer daar de eed om niet te vertrekken voordat er een grondwet was.Bron: https://en.wikipedia.org De voorrechten van de eerste en tweede stand werden afgeschaft.Meer mensen mochten stemmen op bestuurders.De Verklaring van de Rechten van de Mens werd toegevoegd aan de grondwet. Hierin werd bepaald dat alle mensen gelijke rechten hadden.Extra info: De Verklaring van de Rechten van de Mens was het uitgangspunt voor de grondwet. In dit filmpje zie je wat er precies in die Verklaring stond.  https://www.youtube.com 1) Alle mensen moesten gelijk worden behandeld.2) Iedereen had recht op een rechtszaak als hij ergens van werd beschuldigd. a) onjuist, Napoleon greep zelf de macht. (staatsgreep)b) onjuist, Napoleon kroonde zichzelf tot keizer om zo te laten zien dat hij belangrijker was dan de paus.c) juist Verlichte denkers, wetenschappers vonden dat elke vorst zijn volk goed moest besturen. Als hij dat niet deed mocht het volk hem afzetten. Je leest dat in deze tekst goed terug omdat John Locke zegt dat een vorst zijn volk moet beschermen. a) 1- b / 2 - c / 3 - ab) Zij hoeven geen belastingen te betalen.c) Dat de derde stand bedolven (verpletterd) wordt onder belastingen.  Deze afbeelding gaat over de slag bij Waterloo. Napoleon werd hier definitief verslagen.Extra info: https://schooltv.nlExtra info bij dit hoofdstuk: https://schooltv.nl - de Franse Revolutie & https://schooltv.nl - de Ijzeren Eeuw