Memo 4e ed - Hoofdstuk 3 - Het interbellum 1918-1939 oefentoetsen & antwoorden

a) Anschluss - De aansluiting van Oostenrijk bij het Duitse rijk in 1938. (3)b) appeasement politiek - diplomatiek beleid van Engeland en Frankrijk om met als doel niet in te grijpen maar toe te geven aan Hitler om de vrede te bewaren. (3)c) Conferentie van München - Bijeenkomst in 1938 waarbij de leiders van Engeland, Frankrijk, Italië en Duitsland afspraken dat Hitler het Sudetenland mocht innemen in ruil voor Hitlers belofte om de vrede te bewaren. (3)Toelichting: Hoewel het over hun land ging waren de leiders van Tsjechoslowakije niet uitgenodigd. Hitler beloofde in München  aan Engeland en Frankrijk dat hij nog niet meer gebieden zou innemen (appeasement politiek), deze belofte bleek later niks waard.d) dolkstootlegende - Volgens deze ‘legende’ had Duitsland de oorlog verloren doordat de regering opdracht had gegeven om te stoppen met vechten. De regering stak met die opdracht ‘een dolk in de rug’ van de Duitse soldaten die nog door wilden vechten.(1)Toelichting: Volgens Hitler zaten socialisten , communisten en Joden in de regering en waren dus medeschuld aan de nederlaag van de Eerste Wereldoorlog.e) Neurenberger rassenwetten - Discriminerende wetten ingevoerd in 1935, tegen de Joden in Duitsland. (2)Toelichting: Het werd Joden verboden om: te trouwen of seksuele relaties te hebben  met mensen van Duits of Arisch bloed. Ook mochten Joden geen vrouwelijke burgers van Duits of Arisch bloed in dienst hebben.f) SA - Knokploegen van de NSDAP met als taak om de bevolking en politieke tegenstanders te intimideren. (2)g) vijfjarenplannen - Plannen van de regering waarin staat wat en hoeveel er de komende 5 jaar geproduceerd moet worden. (4)h) Hitlerjugend - Jeugdorganisatie van de nazi’s waarin jongens leerden marcheren en met wapens om te gaan, zo werden ze voorbereid op het leger. (2) Toelichting: In de jeugdorganisaties van de nazi’s (Hitlerjugend en bund deutscher mädel) werden de jongeren ook geïndoctrineerd met het nationaalsocialistische gedachtegoed.ii) inflatie - Geldontwaarding, geld wordt minder waard waardoor veel Duitsers niks meer konden kopen. (1)Toelichting: Dat het geld minder waard werd was veroorzaakt door de regering die geld ging bijdrukken.j) fascisme -Een extreemrechtse politieke beweging die ontstaan is in Italië. (3)Toelichting: Fascisten zijn tegen democratie en communisme. ze willen een nationale eenheid onder één leider. C Bij zin 1 hoort: NSDAP / Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterpartei/ Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij. Bij zin 2 hoort: SA / Sturmabteilung. Bij zin 3 hoort: SS / Schutzstaffel. A 1 en 2 D (4 en 5) Uit het antwoord moet blijken dat moest worden voorkomen dat werklozen zwart konden werken / stiekem geld konden (bijverdienen (naast de steun van de staat) / dat werklozen niet vertrouwd werden door de overheid.  Voorbeeld van een juist antwoord is: De Kristallnacht was mede een gevolg van antisemitisme en rassenwetten, want Jodenhaat/antisemitisme kwam onder een groot deel van de Duitse bevolking voor. Deze Jodenhaat werd in wetten vastgelegd door de invoering (in 1935) van rassenwetten, waardoor Joden geen burgerrechten meer hadden.Toelichting: Dit waren de Neurenberger rassenwetten (zie begrippen). Het nationaal-socialisme en het communisme.Het verdrag wekte verbazing, omdat Hitler het communisme wilde bestrijden / gebiedsuitbreiding/Lebensraum/Drang nach Osten wilde.Toelichting: Het communisme was tegengesteld aan het nationaalsocialisme, ook waren communisten mede schuldig geweest aan het verlies van de Eerste Wereldoorlog (dolkstootlegende). Daarnaast waren Russen en Oost-Europeanen ‘untermenschen’ en ondergeschikt aan het superieure Duitse ras. Omschrijving 1 hoort bij de Republiek van Weimar. Omschrijving 2 hoort bij nazi-Duitsland. Omschrijving 3 hoort bij nazi-Duitsland. Omschrijving 4 hoort bij nazi-Duitsland. Omschrijving 5 hoort bij de Republiek van Weimar. 4 en 6Toelichting: Het Italiaans fascisme was er eerder dan het nationaalsocialisme en een voorbeeld voor Hitler. Het fascisme leek in veel gevallen op het nationaalsocialisme met uitzondering van de jodenhaat. BToelichting: Stalin had collectivisatie ingevoerd: zelfstandige boerderijen werden samengevoegd om voor hogere opbrengsten te zorgen, deze moesten ook werken volgens een vijfjarenplan → collectivisatie. De opbrengsten waren voor de staat. De boeren waren verplicht om op te gaan in grote boerderijen complexen (kolchozen) en konden dit niet weigeren → dictatuur. Voorbeeld van een juist antwoord is:  → De meest betrouwbare informatie: bron 3, want het boek over het leven van Hitler is gebaseerd op een diversiteit aan (primaire) bronnen / de historicus is geen belanghebbende / het boek is wetenschappelijk verantwoord → Minder betrouwbare informatie (één van de volgende): bron 1, want de dagboekschrijfster baseert zich op diverse geruchten / gebruikt secundaire/niet-betrouwbare bronnen / was ten tijde van de moord in Berlijn/niet in München. bron 2, want de krant baseert zich op partijdige/officiële bronnen van de nazi-overheid / vrijheid van drukpers was er niet in die tijd / de krant bericht niet objectief/is voor Hitler/tegen de SA-leider. DToelichting: in een totalitaire staat  is de gehele maatschappij ondergeschikt aan de staat (het nationaalsocialisme) daar is iedereen aan ondergeschikt. DToelichting: Op de borden waarvan Stalin aan het eten is liggen de hoofden van zijn (vermeende) tegenstanders die hij opeet, je herkent onder andere Lenin op een van de borden. Stalin vertrouwde niemand en was er van overtuigd dat mensen zijn macht wilden overnemen. Deze liet hij dan oppakken en ‘ verdwijnen’. De fout is het jaartal 1931 (toen waren de nazi’s nog niet aan de macht gekomen). Het moet zijn 1933 (toen kwam Hitler/kwamen de nazi’s aan de macht). Voorbeeld van een juist antwoord is: Deze poster past bij indoctrinatie, omdat kinderen duidelijk wordt gemaakt dat je de Führer moet dienen / je lid moet worden van de Hitlerjugend (= een jeugdorganisatie van de nationaal-socialisten) / je gelukkig wordt als je doet wat de Führer wil.Toelichting: Van jongs af aan werden jongeren eerst op school en later in de Hitlerjugend/ Bund Deutscher Mädel gevormd naar de ideeën van het nationaal socialisme/ Hitler zodat ze modelburgers werden. AToelichting: Tijdens de crisisjaren van de jaren 30 was het antwoord van de Nederlandse regering onder minister-president Colijn : bezuinigen; de uitgaven aanpassen aan de inkomsten. Aangezien de inkomsten daalden werd er flink bezuinigd op de uitgaven van de regering. Bij a hoort 6 (= Verenigde Staten). Bij b hoort 1 (= Duitsland). Bij c hoort 2 (= Frankrijk). Toelichting: De Duitse economie ging gebukt onder de enorme herstelbetalingen en kon deze niet meer betalen. Door het Dawesplan krabbelde de Duitse economie weer op maar door de Beurskrach van 1929 moesten de Verenigde Staten deze hulp stopzetten. Lebensraum/levensruimte / Drang nach OstenToelichting: Dit begon met de inname van het Sudetenland in Tsjechoslowakije waar veel etnische Duitsers woonden.