Talent MAX deel A + B - Hoofdstuk 4 - Sterk merk oefentoetsen & antwoorden

Commerciële reclame heeft als doel mensen tot iets over te halen om er geld aan te verdienen. Ideële reclame heeft geen commercieel doel, maar wil het gedrag van mensen beïnvloeden met een boodschap over een maatschappelijk onderwerp. Een nieuwsbericht als doel informeren, terwijl een column vooral gericht is op overtuigen of amuseren, als zijn de tekstdoelen in een column vaak vermengd. Een nieuws bericht is objectief want is gebaseerd op feiten, terwijl een column juist subjectief is en gebaseerd op de mening van de schrijver. Het onderwerp van een nieuwsbericht wordt bepaald door de actualiteit, terwijl het onderwerp van een column helemaal de vrije keuze is van de schrijver. a) Spotifyb) Spotify is belangrijk voor de schrijver.c) Amuseren maar ook overtuigen. Amuseren, omdat de column is geschreven op een leuke, grappige manier. Overtuigen, omdat de schrijver door positieve kanten van Spotify te benoemen je ervan wil overtuigen dat het een goede app is.d) Deze column is niet geschreven als een 'normale' tekst, maar in de vorm van een brief. De brief is gericht aan Spotify en dus niet aan een persoon. Dit alles maakt het een bijzondere tekst. De schrijver wil zijn dank uiten aan Spotiy. Hiermee laat laat de schrijver zien dat hij Spotify een goede app vindt. 1. Formuleer persoonlijk: gebruik actieve zinnen in plaats van passieve zinnen.2. Formuleer beeldend: geef levendige beschrijvingen en details, zodat de lezers het ook echt voor zich ziet.3. Formuleer gevarieerd: zorg voor afwisseling in zinslengte, zinsdeelvolgorde en woordkeuze. Er bestaat geen kant-en-klaar recept voor het schrijven van een column. Een columnist moet zijn originele kijk op een onderwerp zelf op een creatieve manier onder woorden brengen. a) Passief - De leraar stuurde de leerlingen de klas uit. Beeldender: De strenge leraar stuurde de irritante leerlingen het klaslokaal uit.b) Actief. Beeldender: De reusachtige bankovervaller stompte de arme bewaker zo hard op zijn neus dat deze begon te bloeden.c) Actief. Beeldender: Zijn onweerstaanbare vriendin kuste hem lang en passioneel op zijn lippen.d) Passief - Een man in een roeiboot ving de walvis. Beeldender: Een oude, verrimpelde man in een houten roeiboot ving mijn zijn blote handen een reusachtige walvis.e) Passief - Hij roept om dat de trein een half uur vertraging heeft. Beeldender: Hij roept zingend om dat de supersnelle trein slechts een half uurtje vertraging heeft. verkopenandere mogelijkheid, anders dan gewoonlijkstiekem, onwettiggoed bekendstaandsymbool voor iets, beeldbepalendzeer gering, onbelangrijk, bijkomstigbelangrijker of groter zijn danlichte of donkere versie van een kleurtot dit momentgebruiken, toepassen Een hyperbool is een stijlfiguur waarbij iets opzettelijk wordt overdreven. Daardoor wordt de boodschap versterkt. Soms heeft een hyperbool een ironisch of komisch effect. Sterven, doodgaanDomHet is lelijkDe wc, het toiletSchoonmaaksterDronken zijnInbrekerSpam De bijvoeglijke bepaling (bvb) is een deel van een zinsdeel, geen zelfstandig zinsdeel. Het komt alleen voor in zinsdelen met een zelfstandig naamwoord. De bijvoeglijke bepaling geeft extra informatie over dat zelfstandig naamwoord en het kan ervoor of erachter staan. actieve = bvb bij beleid, van de brandweer = bvb bij beleid.prachtige = bvb bij fiets, nieuwe = bvb bij fiets.waar het vaak heel druk is= bvb-zin bij Zoutelande, Zeeuwse = bvb bij kust.ter ere van de opening van de nieuwe vleugel bij onze school = bvb bij feest, van de nieuwe vleugel bij onze school = bvb bij opening, nieuwe = bvb bij vleugel, bij onze school = bvb bij vleugel, onze = bvb bij school. o   Tip: hoe pak je dit aan? § 1. Een bijvoeglijke bepaling vind je door te vragen welk(e)/wat voor + het zelfstandige naamwoord? §  2. Een bvb kan heel lang zijn en weer andere bvb bevatten. §  3. Je moet dan altijd het belangrijkste zelfstandig naamwoord opzoeken. pv = heeft, ow = De stratenmaker, wg = heeft gewerkt, bwb = zijn hele leven (wanneer?), bwb = hard (hoe?), bvb-zin = die al oud is (bij stratenmaker), bvb = hele (bij leven)pv = moet, ow = Je, wg = moet waarschuwen, lv = hem, bvb-zin (bij gevolgen) = die verschrikkelijk zijn.pv = vonden, ow = De spelers van het team, wg = vonden, lv = hem, bvb = van het team (bij spelers)pv = zat, ow = hij, wg = zat, bwb = na de wedstrijd (wanneer?), bwb = nog uren (hoelang?), bwb = in de kleedkamer bed (waar?)pv = heeft, ow = het, wg = heeft gesneeuwd, bwb = hier (waar?)  pv = las, ow = De leraar van onze school, wg = las voor, lv = het mooie verhaal, bwb = nog een keer (wanneer?), bvb = van onze school (bij de leraar), bvb = mooie (bij verhaal)pv = vieren, ow= we, wg = vieren, lv = feest, bwb = Morgen (wanneer?), bwb = op school (waar?)pv = ben, ow = ik, wg = ben gegaan, bwb = gisteren (wanneer?), bwb = met de trein vanuit Zwolle (waarmee?), bwb = naar huis (waarheen?), bvb = vanuit Zwolle (bij de trein)  o  Tip: Hoe pak je dit aan? §  1. Zoek de pv door de tijd te veranderen. §  2. Zoek het ow: Wie/wat + pv? §  3. Zoek het wg (= pv + andere WW) §  4. Zoek het (eventuele) lv: Wie/wat+gez+ow? §  5. Zoek het (eventuele) mv: Aan/voor wie/wat+gez+ow+lw? §  6. Zoek de bwb: welke zinsdelen geven extra informatie bij het gezegde over tijd, plaats, reden, enz.? §  7. Zoek de bvb: wat geeft extra informatie over een znw en staat ervoor of erachter? Een onbepaald voornaamwoord (ovw) verwijst naar iets of iemand zonder precies te zeggen over wie of wat het gaat. De betekenis blijft vaag: iemand, niemand, iedereen, iets, niets. 1. Dat av is het boek dat bv ik besteld heb.2. Dit av is nu de leraar voor wie bv zij zo bang was.3. Vertel me nu eens wat vrv het bezwaar is?4. Wat bv+ hij toen zei, ben ik nooit vergeten.5. Zij stond kleren te passen die bv uit de kringloopwinkel kwamen.6. Weet je al wat vrv je op oudejaarsavond gaat doen? Men ov wist zww daar niets ov van.Hij pvw zag iets o.vnw wat btv de lw rest zn niet zag.Met vz wie vrv zat zij psv daar te kletsen?Wat bv+ jij psv daar beweert, is kww onzin.Wat vrv vindt je bv vader zn van vz zijn bv verhaal? Het voltooid deelwoord van bakken is gebakken. Dit kun je als bijvoeglijk naamwoord gebruiken, bijvoorbeeld de gebakken aardappels.Het tegenwoordig deelwoord van gillen is gillend. Dit kun je als bijvoeglijk naamwoord gebruiken, bijvoorbeeld het gillende meisje. Een aarzelende leerling.Het gestolen schilderij.De gerende afstand.De rennende atleet.Een verrassende ontwikkeling.De zingende vogel. goedfout: ruïnefout: nachtcrèmefout: conciërgefout: lp'sfout: geïnterviewdgoedfout: verfraaiinggoedfout: Chantals telefoonfout: crêpefout: coupéfout: carrièrefout: Guus' autogoedfout: geïrriteerdfout: gênant bruto-inkomenchef-kokco-oudergoedtwee-eiigrock-'n-rollhuis-tuin-en-keukenmiddelnon-verbaal