Talent MAX deel A + B
- Hoofdstuk 5 - Daar zit muziek in
oefentoetsen & antwoorden
MAX
Klas 3|Vmbo-gt
Toets Nederlands
Talent MAX deel A + B
Online maken
Toets afdrukken
Vragen over samenvatten zijn op het CSE vaak meerkeuzevragen, maar soms ook volgordevragen (antwoorden in de juiste volgorde zetten) of open vragen (zelf het juiste antwoord opschrijven in één of meerdere zinnen). 1) Lees het tekstgedeelte nog een keer goed door 2) Onderstreep de signaalwoorden3) Bepaal wat de kernzin is (hoofdzaak) en welke zinnen bijzaken zijn. a) Veiligheid van speelgoed en kinderartikelen. Dit wordt al meteen in de titel duidelijk, maar is ook in de inleiding terug te vinden.b) Speelgoed en andere kinderartikelen zijn niet altijd even veilig. Als je goed kijkt, zie je dat de eerste zin van de inleiding meteen de hoofdgedachte weergeeft.c) Regelgeving rondom speelgoed (alinea 3+4), controle op veiligheid (alinea 5), gevaren merkloos speelgoed (alinea 6-8), risico’s en onvoorspelbaarheid (alinea 9+10)d) In alinea 5 zegt Cotterink dat het de eigen verantwoordelijkheid is van de fabrikant om aan deze normen of wetten voldoen", zegt Cotterink. Dat betekent dat een product dus niet per definitie door een externe partij gecontroleerd wordt. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit controleert dit, maar alleen aan de hand van steekproeven of na klachten van de consument. Als een product dus wordt gecontroleerd, is dit vaak pas nadat het al te koop is.e) In alinea 9 zegt De Valck: "De angst voor onveilig speelgoed kan je vergelijken met de angst voor een coronavaccin; mensen willen absolute veiligheid, maar dit is niet realistisch."f) Een goede samenvatting is een verkorte weergave van de tekst. Hierin moeten in ieder geval het onderwerp, de hoofdgedachte, de deelonderwerpen en de kernzinnen terug te vinden zijn. Deze heb je bij vraag a, b en c al gevonden:a) onderwerp = Veiligheid van speelgoed en kinderartikelen.b) hoofdgedachte = Speelgoed en andere kinderartikelen zijn niet altijd even veilig.c) deelonderwerpen = Regelgeving rondom speelgoed (alinea 3+4), controle op veiligheid (alinea 5), gevaren merkloos speelgoed (alinea 6-8), risico’s en onvoorspelbaarheid (alinea 9+10)Een voorbeeld van een goede samenvatting vind je hieronder.Speelgoed en andere kinderartikelen zijn niet altijd even veilig.Volgens Mieke Cotterink, expert kinderveiligheid bij VeiligheidNL, gaan consumenten er ten onrechte van uit dat alles wat voor kinderen te koop is, veilig is. Een product dat op de Nederlandse markt komt, moet aan de Warenwet voldoen. Ook zijn er specifieke Europese veiligheidsnormen. Met name voor speelgoed bestaan veel normen. Het is de eigen verantwoordelijkheid van fabrikanten om hieraan te voldoen. Een product wordt dus niet door een externe partij gecontroleerd. Voor ouders is het daarom belangrijk om zelf goed op te letten. Zeker online weet je niet altijd wat je koopt met merkloos speelgoed. Ook een nieuw product kan een bron van zorg zijn. Hiervoor zijn vaak nog geen veiligheidsnormen vastgelegd.De kans dat er iets fout gaat met CE-speelgoed is heel klein. Wees dus niet te bang: een beetje risico en onvoorspelbaarheid is goed voor een kind. (148 woorden) Als het onderwerp in het meervoud staat, moet de persoonsvorm ook meervoud zijn. Als het onderwerp in het enkelvoud staat, moet de persoonsvorm ook enkelvoud zijn. Dit heet congruentie. 1) Lees de situatiebeschrijving en de opdracht goed door.2) Verplaats je in de gegeven situatie.3) Verdeel de onderwerpen uit de opdracht over de inleiding, kern en slot.4) Controleer je tekst op taalfouten. a) Fout. De helft van de aanwezigen verliet de zaal voortijdig.b) Fout. De waarheid van de verklaringen wordt door de politie betwijfeld.c) Fout. Een groot aantal mensen gaat er deze maand in inkomen op achertuit.d) Goed.e) Goed.f) Fout. De media besteden veel aandacht aan die affaire.g) Fout. Dit jaar is het aantal veranderingen in de wetgeving wel erg groot.h) Goed.i) Fout. Het gebruik van de euromunten blijkt voor veel mensen nog steeds lastig.j) Fout. Het merendeel van de scholieren vindt de opgaven moeilijk. a) nauwelijks, bijna niet of bijna geenb) bedoeld om geld mee te verdienenc) uiterste grensd) beeld dat mensen van iets of iemand hebben, naam, eere) demonstratief, uitdagend Een tekst met daarin steeds dezelfde woorden, is vaak saai om te lezen. Variatie is woorden maakt een tekst aantrekkelijker. Het helpt om veelgebruikte woorden te vervangen door synoniemen, een ander woord met dezelfde betekenis. Het toneelgezelschap bestaat deze maand vijftig jaar. Daarom geven de vrijwilligers een groot feest, waarvoor ze geld ophalen. Dat is nodig vanwege geldproblemen. Die zijn ontstaan doordat dure reparaties uitgevoerd moesten worden vanwege een lekkage in het clubgebouw. Met de woorden deze/dit wijs je iets aan dat dichtbij is. Met die/dat wijs je iets aan dat verder weg is. a) Dat av is het boek dat ik besteld heb.b) Dit av is nu de leraar voor wie zij zo bang was.c) Ik was me wkv elke ochtend voor ik naar school ga.d) Vertel me nu eens wat vrv het bezwaar is?e) Weet je al wat vrv je op oudejaarsavond gaat doen?f) Welke vrv bezwaren zou deze av rector kunnen hebben?g) De kinderen gedragen zich wkv voorbeeldig. a) Wie (= vrv) heeft (= hww) deze (= av) truc (= zn) met (= vz) slapend informatie (= zn) vergaren ook wel eens geprobeerd (= zww)b) Die (= av) werkt (= zww) natuurlijk helemaal niet en (= vw) dat dit (= av) zou (= hww) kunnen is (= kww) helaas complete (= bn) onzin.c) Dat (= vw) het lang blijft regenen, lijkt (= kww) mij (= psv) niet waarschijnlijk.d) De vrouw die haar (= bzv) been had gebroken, werd op (= vz) een brancard (= zn) afgevoerd.e) Hoewel (= vw) hij (= psv) slecht had geslapen, bleef (= kww) hij de (= lw) hele week opgewekt. (= bn) f) Zo’n (= av) griep had hij nog nooit gehad, hoewel (= vw) hij (= psv) het deze (= av) keer wel aan zag komen.g) Die (= av) krampen in zijn buik waren zulke (= av) duidelijke symptomen. (= zn)h) Hij (= psv) heeft zich (= wkv) enorm in haar (= av) vergist. Een samenstelling is een combinatie van twee of meer woorden die elk ook los kunnen voorkomen. Soms hoor je een -s of -n/-en tussen twee woorden in. Dan moet je die ook schrijven. Denk aan jongensboek (jonge+boek) of eikenboom (eik+boom). a) dorpsschoolb) woordenlijstc) jongensstemd) beregoede) staatsschuldf) paddenstoelg) stationsstraath) pannenkoeki) kinderfiets a) Fout: Zuid-Amerikab) Fout: tassencontrolec) Fout: kattenbakd) Goed.e) Fout: buurman en -vrouwf) Fout: zonnestelselg) Goedh) Fout: hbo-studenti) Fout: €-tekenj) Goed.k) Fout: moederskindjel) Fout: dinsdag- en woensdagavondm) Goed.n) Fout: ex-collegao) Fout: woon-werkverkeer
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.