Tijd voor Geschiedenis - Hoofdstuk 7 - Nederland na 1945 oefentoetsen & antwoorden

De juiste omschrijvingen zijn:a) Consumptiemaatschappij = Samenleving waarin het kopen en verbruiken van steeds meer en nieuwere artikelen belangrijk is.b) Emancipatie = Streven naar gelijke rechten.c) Marshallplan = Financiële en economische steun van de VS aan Europa voor wederopbouw, tegenhouden communisme en afzetmarkt voor VS.d) Multiculturele samenleving = Maatschappij met verschillende culturele en godsdienstige bevolkingsgroepen.e) Pluriforme samenleving = Maatschappij met meerdere en verschillende (bevolkings)groepen.f) Populist = Iemand die zich richt op wat het volk wil horen en zich afzet tegen de gevestigde orde.Tip: Om begrippen te leren bestaan er verschillende online tools die je kunt gebruiken, bijvoorbeeld om flipkaartjes te maken. Alleen helpt het je bij geschiedenis niet zoveel verder als je begrippen uit je hoofd op kunt zeggen. Als je bijvoorbeeld de betekenis van ontzuiling weet, maar niet kan uitleggen waarom de toegenomen welvaart in de jaren zestig daaraan bijdroeg, heb je weinig aan die kennis. Daarom is een woordweb bij geschiedenis vaak beter. Dan leer je de samenhang tussen begrippen zien. Alleen de woordjes die je maar niet in je hoofd krijgt, kun je met een flipkaartje oefenen. De juiste combinaties zijn: a-4 / b-1 / c-2 / d-3. Je houdt 5 over. WIllem Drees (1886 - 1988) = Nederlands politicus van de Sociaal Democratische Arbeiderspartij en later de Partij van de Arbeid. Minister-president van 1946 tot 1958. Onder zijn leiding vond de dekolonisatie van Indonesië plaats en de vorming van de verzorgingsstaat. / Gastarbeiders  = Vanaf de jaren zestig kwamen er arbeiders vanuit de landen rond de Middellandse Zee (Spanje, Italië, Griekenland, Turkije, Marokko) om in Nederland in de fabrieken te werken. Er waren in Nederland te weinig arbeidskrachten. Vanaf de jaren 1980 kwam de gezinshereniging op gang, waardoor Nederland een pluriforme samenleving werd. / Pim Fortuyn (1948 - 2002) = Nederlands politicus die rond het jaar 2000 opkwam met een voor die tijd zeer opvallende stijl van debatteren en afwijkende standpunten over de multiculturele samenleving innam. Fortuyn wordt vaak omschreven als een populist. Hij werd vlak voor de Tweede Kamerverkiezingen in 2002 vermoord.Tip: Ga bij jezelf na of je kunt aangeven waarom het belangrijk is om bij dit onderwerp deze personen te kennen. Als je dat kunt, is dat een aanwijzing dat je de stof al wat beter begrijpt. Net als bij losse begrippen heb je er bij geschiedenis weinig aan als je het uit je hoofd op kan zeggen, maar niet echt weet waar het mee te maken heeft.  De juiste volgorde is: 5-6-2-4-3-1Tip: 1) zet op een kladblaadje de cijfers 1 t/m 6 en vul daarachter de jaartallen in die je kent Tip: 2) probeer oorzaak-gevolg-relaties te ontdekken  De doelstelling is gezamenlijk aan de opbouw van de arbeidsmarkt te werken, nadat de economie door de Tweede Wereldoorlog volledig ingestort was. In alle sectoren (landbouw, industrie, infrastructuur, woningbouw, enz.) begon men vanaf nul. Om de arbeidsmarkt op te bouwen, was het gunstig om de lonen laag te houden / arbeid goedkoop te houden. (De zekerheid van een loon / geregeld inkomen zorgde ervoor dat de vraag naar producten stabiel bleef.)Na het afschaffen van de geleide loonpolitiek stegen de lonen explosief en kregen mensen meer geld om luxegoederen aan te schaffen. Nederland werd een consumptiemaatschappij / veranderde van een industriële samenleving in een dienstensamenleving. PS: het onderdeel tussen haakjes is niet verplicht in je antwoordTip: Je ziet dat er twee begrippen dikgedrukt zijn (doelstelling en lonen laag). Dit zijn de twee onderdelen die in de vraag centraal staan. Door ze in de vraag en daarna in je antwoord te markeren (markeerstift, of onderstrepen) vergeet je ze niet en is je antwoord compleet. Als het aantal zetels per partij niet veel verandert, stemmen er steeds ongeveer evenveel mensen op die partij. Dat kun je verklaren met behulp van de verzuiling: de mensen stemden op de partij van hun zuil (katholieken op de KVP, protestanten op de ARP, socialisten op de PvdA en liberalen op de VVD).Tip: Soms krijg je bij geschiedenis een tabel, grafiek of percentage. Bedenk dan eerst in woorden wat die cijfers weergeven. In dit geval dat de meeste mensen op dezelfde partij blijven stemmen.. Als je dat duidelijk hebt, kun je gerichter naar een verklaring zoeken: de verzuiling. Politiek: In Europa bestond na WO II de angst dat het communisme het continent over zou nemen. Samenwerking (verdeling van welvaart) zou de onderlinge verschillen kleiner maken, waardoor er een sterker blok tegen het communisme ontstond.Economisch: In alle Europese landen was de wederopbouw na WO II gaande. Door samen afspraken over grondstoffen, invoerrechten, landbouwproducten te maken, konden de samenwerkende landen hun wederopbouw versnellen / hun rijkdom sneller opbouwen.Tip: Je moet een economisch en politiek motief noemen. Ga in je antwoord eerst in op het motief dat je direct weet, ook als dat niet als eerste genoemd staat. Je hebt dan in ieder geval de punten binnen voor dat onderdeel.  1. Verzorgingsstaat: door de opbouw van de verzorgingsstaat waren burgers minder afhankelijk van de steun van hun kerk, vereniging of familie. Hierdoor nam de betrokkenheid bij de zuil af.2. Auto’s: mensen konden zich met een auto veel makkelijker verplaatsen en maakten op die manier veel sneller dan voorheen kennis met andere mensen (in andere delen van het land). Door kennis te maken met andere mensen, leerden zij ook over andere opvattingen of zuilen kennen. De betrokkenheid bij de eigen zuil nam daardoor af.3. Televisie: Mensen keken vaak naar programma’s van omroepen die niet bij hun zuil hoorden. Bovendien ontstonden er ook omroepen die niet aan een zuil gebonden waren (TROS). Ja, de bron is bruikbaar. Emancipatie is het streven naar gelijke rechten. Deze foto hoort bij de actiegroep Dolle Mina’s. Zij streden met grappige (ludieke) acties voor gelijke rechten voor mannen en vrouwen. Op deze foto voeren zij actie om als vrouw ook gebruik te kunnen maken van openbare toiletten. (Ik weet …) Integratie betekent dat nieuwkomers volwaardig gaan meedoen aan de samenleving en door de ontvangende samenleving als gelijkwaardig worden geaccepteerd.(Ik zie …) Op de prent schopt de vrouw die symbool staat voor Nederland de gastarbeiders weer weg als het economisch slechter gaat (de hoogconjunctuur is verdwenen). (en dus …) De kritiek is dat de Nederlanders gastvrij zijn en de gastarbeiders als gelijken zien zolang het economisch goed gaat, maar dat zij van mening veranderen als het economisch slechter gaat.Tip: Je ziet schuingedrukt tussen haakjes vaste zinnetjes (formuleringen) die je kunt gebruiken bij vragen met een stukje tekst als informatie of bron. Stap 1 is opschrijven wat je al weet / geleerd hebt (over integratie). Stap 2 is duidelijk verwijzen naar de informatie of bron. Stap 3 is de conclusie. Je laat daarbij een stukje van de vraag in je antwoord terugkomen. Deze prent gaat over het ontstaan van het paarse kabinet / een kabinet zonder deelname van de confessionele partijen (dat was in 1994 voor het eerst sinds 1918).De tekenaar verwacht dat het deze partijen (uiteindelijk) zal lukken om het land te besturen zonder de confessionelen.Hij beeldt daarom deze politici uit als kinderen die (met losse handen) leren fietsen: dat doen kleine kinderen ook. Die vallen soms, maar kunnen vrij snel zelf doorfietsen en zijn daar trots op (‘Kijk ‘ns moeder…’).Tip: Leer je jaartallen en begrippen goed. Je hebt twee aanwijzingen om deze gebeurtenis te herkennen: het jaartal (1994) en het opschrift (zonder confessionelen).  De boodschap is dat in de participatiesamenleving de overheid de burger opzadelt met extra zorg / werk / inspanning.Op de prent moet de vrouw niet alleen voor haar kinderen zorgen, maar ook voor haar ouders. (Terwijl in de verzorgingsstaat de overheid voor de ouderen zorgde).Dat zie je door de vrouw die extra hard op de bakfiets moet trappen. In de bak zitten  oudere mensen / haar ouders. De kinderen (die normaal in de bak zitten) zitten nu in een zitje achterop. Tip: Een boodschap is de mening van de tekenaar met de argumenten die hij daarvoor gebruikt in de bron. De tekenaar gebruikt geen woorden voor zijn mening en argumenten, maar beeld / tekeningen. Het kan daarom helpen om onderdelen van de bron te omcirkelen en erbij te zetten wat het is. Hier: vrouw moet hard trappen (zweetdruppeltjes) / kinderen achterop / ouders in bak / begrip: participatiesamenleving.Als je die losse onderdelen hebt, kun je in een of twee zinnen proberen de boodschap te omschrijven. De losse onderdelen vormen de argumenten van de tekenaar.