Talent MAX 3.1 deel A + B - Hoofdstuk 1 - Natuurlijk oefentoetsen & antwoorden

Het onderwerp is zo kort mogelijk (in één of enkele woorden) vertellen waar een tekst over gaat. De hoofdgedachte is het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt in een hele zin. Om de hoofdgedachte te bepalen, moet je dus eerst het onderwerp gevonden hebben. opsommendopsommendredengevenduitleggendtegenstellingtijdsvolgordevergelijkendtijdsvolgordeconcluderenduitleggend Oververhitting smartphonesHet scheppen van een verwachting. In de inleiding staat letterlijk "we zetten op een rij hoe..." Dit geeft aan wat je in de rest van de tekst kunt verwachten.Dat verwijst naar "het op slot gaan van een toestel". Dit staat in de zin ervoor.Oververhit. Dit staat in de laatste zin van de tekst.Maar.Oorzaak: processor wordt beperkt door hitte.Gevolg: telefoon wordt langzamer en kan minder informatie verwerken.Alinea 5 vormt een opsomming met alinea 4. Dit herken je aan het signaalwoord "daarnaast" aan het begin van alinea 5.Omdat de processor bij flinke hitte niet harder kan werken (alinea 7). Een aanbeveling doen. In het slot staan tips oftewel adviezen over wat je moet doen als je je telefoon wilt laten afkoelen. Beide zijn een chronologische weergave van iets dat is gebeurd, maar een verslag is op papier terwijl een weblog (of blog) online staat. Hierdoor is dit laatste voor een groter publiek bereikbaar. Ook kun je bijvoorbeeld informatieve hyperlinks toevoegen. Het voordeel van tegenwoordige tijd is dat de lezer meer betrokken raakt bij de gebeurtenissen die beschreven worden.Het voordeel van verleden tijd is dat het voor de lezer duidelijker is dat het om gebeurtenissen gaat die al voorbij zijn.Wat je in ieder geval nooit moet doen is in het verslag wisselen van tijd. Hierdoor wordt het namelijk onduidelijk en minder prettig om te lezen. Hier zijn natuurlijk meerdere goede antwoorden mogelijk. Belangrijk is:- dat het verslag in chronologische volgorde geschreven is.- dat het verslag in één tijd geschreven is, dus óf in de tegenwoordige tijd, óf in de verleden tijd. groei, toenameoverheersen, meer invloed hebben dan de restplantenwereldzonder medelijden, hardlangzaam lopen zonder doelte pakken krijgen Veel woorden en woorddelen uit de Nederlandse taal komen oorspronkelijk uit andere talen. Zo vind je vaak Griekse voorvoegsels en achtervoegsels terug in allerlei afleiding. Dat zie je bijvoorbeeld bij het woord antidiscriminatie. Anti is Grieks en betekent tegen. Antidiscriminatie betekent dus tegen discriminatie.  Je kunt de volgende twee woorden maken: theoloog en microscoopEen theoloog is een wetenschapper (-loog) op het gebied van god (theo-)Een microscoop is een kijker (-scoop) om iets wat heel klein (micro-) is te kunnen bekijken. Een enkelvoudige zin is een zin met één persoonsvorm en één onderwerp. Heeft een zin meer dan één persoonsvorm, dan is het een samenstelling van enkelvoudige zinnen en noem je dan een samengestelde zin. a) PV = werd, PV = begeleidde. Twee persoonsvormen, dus een samengestelde zin. De structuur is HZ-HZ. b) PV = luister, PV = vind. Twee persoonsvormen, dus een samengestelde zin. De structuur is HZ-BZ. c) PV = binnenkomt, PV = moet. Twee persoonsvormen, dus een samengestelde zin. De structuur is BZ-HZ. d) PV = kan. Eén persoonsvorm, dus een enkelvoudige zin. a) PV = heeft, OW = De stratenmaker, WG = heeft gewerkt, BWB = zijn hele leven (wanneer?), BWB = hard (hoe?)b) PV = ben, OW = Ik, NG = ben tevreden, BWB = niet, VZVW = met dit cijfer (tevreden zijn met…)c) PV = moet, OW = Je, WG = moet teruggeven, LV = zijn tas, MV = hem, BWB = morgen (wanneer?), BWB = wel (afzonderlijk)d) PV = vonden, OW = De spelers van het team, WG = vonden, LV = hem, Bep.gest. = vervelend.e) PV = lag, OW = hij, WG = lag, BWB = na de wedstrijd (wanneer?), BWB = nog uren (hoelang?), Bep. gest. = wakker, BWB = in zijn bed (waar?)Tip: Hoe pak je dit aan?Zoek de PV door de tijd te veranderen.Zoek het OW: Wie/wat + PV?Zoek de andere werkwoorden. Geen koppelwerkwoord, dan WG. Wel een koppelwerkwoord, dan NG.Zoek het (eventuele) LV: Wie/wat+GEZ+OW?Zoek het (eventuele) MV: Aan/voor wie/wat+GEZ+OW+LV?Zoek het (eventuele) VZVW: Zit er in het gezegd een werkwoord waarbij een vast voorzetsel hoort?Zoek de BWB: welke zinsdelen geven extra informatie bij het gezegde over tijd, plaats, reden, enz.? De toekomende tijd gebruik je bij iets waarvan je zeker weet dat het gaat gebeuren in de toekomst of om iemand te helpen herinneren aan een belofte. De toekomende tijd vorm je met het hulpwerkwoord zullen. Ik zal morgen naar school fietsen. (o.t.t.t.)Ik zou morgen naar school fietsen. (o.v.t.t.)Ik zal morgen naar school gefietst zijn. (v.t.t.t.)Ik zou morgen naar school gefietst zijn. (v.v.t.t.) a) Wie (= vrv) heeft (= hww) deze (= av) truc (= zn) met (= vz) slapend informatie (= zn) vergaren ook wel eens geprobeerd (= zww)b) Die (= av) werkt (= zww) natuurlijk helemaal niet en (= vw) dat dit (= av) zou (= hww) kunnen is (= kww) helaas complete (= bn) onzin.c) Dat (= vw) het lang blijft regenen, lijkt (= kww) mij (= psv) niet waarschijnlijk.d) De vrouw die haar (= bzv) been had gebroken, werd op (= vz) een brancard (= zn) afgevoerd.e) Hoewel (= vw) hij (= psv) slecht had geslapen, bleef (= kww) hij de (= lw) hele week opgewekt. (= bn) f) Zo’n (= av) griep had hij nog nooit gehad, hoewel (= vw) hij (= psv) het deze (= av) keer wel aan zag komen.g) Die (= av) krampen in zijn buik waren zulke (= av) duidelijke symptomen. (= zn)h) Hij (= psv) heeft zich (= wkv) enorm in haar (= psv) vergist. Leestekens geven een signaal aan de lezer. Een tekst met leestekens maakt het lezen makkelijker.  Hij zei: "Dat had ik niet van jou gedacht."Je kunt kiezen: Pepsi liggt of zero.Gaan we op vakantie naar Frankrijk, Spanje of Portugal?Ik ben nog nooit in Australië geweest.We vertrekken morgen; ik heb mijn koffer al ingepakt. abonneeblasécafédiarreedoorsneefamiliedinersatéfoyertrofee