Geschiedenis Werkplaats 3e editie - Hoofdstuk 2 - Sociale zekerheid in Nederland oefentoetsen & antwoorden

a) Manier van denken en voelen. (3) b) Het helpen van mensen die het slecht hebben (zonder eigen voordeel). (1) c) Uitdeelpunt waar arme mensen gratis of voor weinig geld maaltijden kunnen krijgen. (2) d) Organisatie van werknemers. (1) e) Iemand die vindt dat vrouwen en mannen dezelfde rechten moeten hebben. (4) f) Je eigen behoeftes boven die van een groep stellen. (3) g) Geld van vakbonden voor steun aan werklozen of stakers. (2) i) Samenwerking tussen politieke partijen. (3) j) Besmettelijke ziekte die zich snel verspreidt. (1) a) bijstandsuitkering. Uitkering voor mensen zonder inkomen. (3)b) eerste feministische golf. Beweging die draaide om het krijgen van kiesrecht voor vrouwen. (4)c) sociale wet. Wet om de zwakkeren te steunen. (1)d) kinderbijslag. Uitkering van de overheid als je een kind hebt. (2)e) hygiëne. Zorg voor het schoon en netjes zijn. (1) 1 - c2 - e3 - a4 - d5 - b 1) Er was slechte hygiëne in de volkswijken. Arbeiders woonden in kleine vochtige huisjes. Er was een groot gebrek aan schoon drinkwater. Een w.c. en riolering hadden de mensen niet. In veel straten lag afval.2) Een groot deel van de bevolking had te weinig voedsel. Daarnaast was het eten ook erg eenzijdig: aardappelen en brood en bijna nooit groente en vlees. 3) Het zware werk van de arbeiders. Ze maakten lange dagen in stoffige en donkere fabriekshallen. Het werk was eentonig en de kans op ongelukken groot.   Antwoord b is goed. Het Kinderwetje van Van Houten bepaalde dat kinderen onder de 12 jaar niet meer in fabrieken mochten werken. Extra info: https://schooltv.nl Dit besluit hield in dat gemeenten geld zouden geven aan de steunfondsen van de vakbonden en verenigingen in hun stad of dorp. Het geld uit de steunfondsen werd gebruikt om werklozen te helpen.  Eind 1918 brak er in Duitsland een revolutie uit die dreigde over te waaien naar Nederland. Onder druk hiervan kwam de overheid in 1919 met nieuwe sociale wetten. Voorbeelden hiervan zijn: de acht urige werkweek, werktijden van 10-12 uur per dag werden verboden, er kwam een ouderdoms-en invaliditeitswet. Ook werd er aandacht besteed aan de slechte huisvesting.  e) De eerste twee jaar van de Duitse bezetting bloeide de Nederlandse economie op omdat Nederlandse bedrijven opdrachten kregen van het Duitse leger.d) Vanaf 1942 werd Nederland steeds meer door de Duitsers leeggeroofd.c) Vanaf 1943 werden Nederlandse mannen verplicht om in Duitsland te gaan werken. b) Vanaf 1944 trokken geallieerde soldaten door Europa en werd Nederland oorlogsgebied.a) De strenge winter van 1944-1945 kreeg de naam Hongerwinter.  VolksverzekeringenWerknemersverzekeringenAlgemene nabestaandenwetWAOAlgemene ouderdomswetWW Solidariteit nam na de crisis van de jaren 1980 af. in plaats daarvan kwam de nadruk op individualisering (je eigen behoefte voor die van een groep stellen). Antwoord c is goed.Extra info: https://schooltv.nl De sociale kwestie is de slechte leef- en werkomstandigheden van arbeiders. Je ziet dit terug in de afbeelding omdat hier kinderen aan het werk zijn. Zij zijn onbeschermd. Ze doen gevaarlijk werk met grote machines. Kinderen moesten ook werken omdat er anders niet genoeg geld was om het gezin te voeden en te huisvesten.N.B. Had je alleen als antwoord: kinderarbeid, dan is dat niet goed. Leg je antwoord altijd duidelijk uit in hele zinnen. Herhaal eventueel een deel van de vraag in je antwoord.Tip: Begin je antwoord altijd met het uitleggen van het begrip. a) socialistenb) confessionelenc) liberalen Door de grote economische crisis zat in 1936 een kwart van de beroepsbevolking thuis, zonder werk. De overheid probeerde met grote projecten te zorgen dat werklozen aan de slag gingen. (Dit werd werkverschaffing genoemd).Extra info: vanaf minuut vier gaat het over de crisis en de gevolgen, inclusief de werkverschaffingsprojecten en de gevolgen voor de mensen. https://schooltv.nl Minister Drees had gezorgd dat de Noodwet Ouderdomsvoorziening werd aangenomen: 65-plussers kregen van de staat een uitkering. Later werd dit (1957) de Algemene Ouderdomswet. Extra info: https://schooltv.nl