Nieuw Nederlands 7e ed/FLEX - Cursus 7A - Spelling oefentoetsen & antwoorden

Om een tekst makkelijker te kunnen lezen. Deze woorden geven aan van welk materiaal iets is gemaakt. (zilver, goud, hout etc.) Meneer L. van de Veerdonk gaat in de zomer emigreren naar Zuid-Frankrijk, omdat hij samen wil wonen met zijn geliefde.Toelichting: De eerste letter van de zin schrijf je met een hoofdletter. De tussenvoegsels schrijf je zonder hoofdletter, omdat de voorletter L er staat. L en Veerdonk schrijf je met hoofdletter, want dit is onderdeel van de naam. Seizoenen schrijf je met een kleine letter dus zomer. Zuid-Frankrijk is een aardrijkskundige naam. Voor een voegwoord schrijf je een komma. Het woord kerk wordt met een kleine letter geschreven als het gebouw, de kerkdienst of het instituut in algemene zin bedoeld is. Het is dan een soortnaam. Bijvoorbeeld:  In de oude kerk in Orthen staat al enige tijd leeg. Maar als het woord kerk deel uitmaakt van de officiële naam van een specifieke kerk of van een specifiek gebouw, dan schrijf je Kerk met een hoofdletter. Het is dan een eigennaam. Bijvoorbeeld: De paus is het hoofd van de Kerk. De man kan het beste de tweede zin sturen: Ik hou van je, lieve vriendin. Door de komma is het woord je een persoonlijk voornaamwoord en bedoelt de man hiermee dus zijn eigen vriendin.In de zin zonder komma is het woord je een bezittelijk voornaamwoord en wordt de lieve vriendin van zijn vriendin bedoeld. Dat zal hem niet in dank afgenomen worden! Hoe komt het dat Lina altijd op woensdag te laat is bij Engels?Toelichting: De eerste letter van de zin schrijf je met hoofdletter. Lina is een naam dus met hoofdletter. Engels is een taal en afgeleid van een aardrijkskundige naam, dus met hoofdletter. Dagen van de week schrijf je met een kleine letter, dus woensdag. De zin staat in een vraagvorm, daarom het vraagteken achteraan. De Zeeuwse snackbar Wendy's, die in 1988 werd opgericht in Goes, mag de naam behouden. Al sinds begin deze eeuw liggen de Amerikaanse fastfoodketen Wendy's en de Nederlandse snackbar in conflict over de merkrechten. De Amerikaanse keten wil het merk hier registreren om vestigingen in de Benelux te openen.De Zeeuwse snackbar heeft sinds 1995 in de hele Benelux de rechten over het merk Wendy's. Dat zinde de Amerikaanse fastfoodketen niet en die spande in 2000 een eerste rechtszaak aan tegen de snackbar. Tevergeefs, zo is nu gebleken. “We hebben lang gevochten, maar uiteindelijk hebben we het gelijk aan onze zijde gekregen.”, aldus de opgeluchte eigenaar van Wendy’s. a) metalen (een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord eindigt BIJNA altijd op -en.)b) loze (haal een ‘a’, ‘e’, ‘o’ of ‘u’ weg en zet een ‘e’ achter het woord en verander de ‘s’ in een ‘z’.)c) commerciëled) grotee) laffef) zilveren (een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord eindigt BIJNA altijd op -en.)g) plastic (een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord eindigt BIJNA altijd op -en, maar niet altijd > plastic) a) pakkettenb) handvattenc) basissend) gedaantese) tweeënf) kooplui/koopliedeng) pony’s h) ananasseni) boevenj) lezeressenk) sponzenl) douchesm) centrums/centran) portemonneeso) liederen a) baby’sAls er voor de slot-y van een woord een medeklinker staat, volgt 's.b) cafésc) variërend) kiwi'se) deejaysAls er voor de slot-y van een woord een klinker staat, komt de 's' direct aan het woord vast, zonder apostrof.f) niveausg) zeeën a) bureaus Als de uitspraak niet in gevaar komt, schrijven we een vaste ‘s. Dit gebeurt vaak bij woorden op -a, -o, -u, -i of -y waar een andere klinker voor staat. Dit verandert de uitspraak.In dit voorbeeld staat voor de -u een -ea, die je uitspreekt als -oob) fotografen Langere woorden op -aaf en -oof houden de ‘f’ in het meervoud. c) technici Woorden die eindigen op -us en -um komen uit het Latijn en krijgen een andere vorm in het meervoud. Ze eindigen vaak op -a, -ums of -ici.)d) lobby’s Je plakt –’s achter het woord als deze eindigt op: -a, -o, -u, -i)e) eierenf) slimmeriken Je schrijft één k als de klemtoon niet op ik valtg) chimpanseesAls het enkelvoud eindigt op ‘ee’, maak je het meervoud met ‘s’ of met ‘ën’. Hier geldt ‘s’. a) opaatjeb) poppetjec) envelopjed) bakkerijtjee) tafeltjef) boompjeg) blaadjeh) coupeetjei) bonnetjej) blessuurtjek) radartjel) bommetjem) probleempjen) proefjeo) dingetjep) bloempjeq) kippetjer) schemaatjes) cadeautjet) filmpjeu) sms’je