Memo MAX 2021/5.0 deel A+B - Hoofdstuk 3 - Sociale zekerheid en de verzorgingsstaat in Nederland oefentoetsen & antwoorden

a) Opstand in 1934 van bewoners in Amsterdam (waaronder de wijk de Jordaan), die uitbrak toen de regering de steun verlaagde. - Jordaanoproer (2) -b) Staat waarin de regering ervoor zorgt dat niemand in echte armoede hoeft te leven en dat iedereen toegang heeft tot gezondheidszorg. - verzorgingsstaat (3) -c) Ontwikkeling waarbij de gemiddelde leeftijd van de bevolking stijgt doordat er steeds meer oudere mensen zijn. - vergrijzing (4) -d) Mensen die vinden dat de overheid regels moet maken om geld en bezit eerlijker te verdelen over alle burgers. - socialisten (1) -e) Projecten waarbij werklozen tijdelijk moesten werken voor de overheid, in ruil voor een laag loon.  - werkverschaffing (2) -f) Mensen die vinden dat er zoveel mogelijk vrijheid moet zijn voor burgers en bedrijven. - liberalen (1) -g) vakbonden (1)h) Uitkering van de landelijke overheid tijdens de jaren 1930, voor mensen die werkloos raakten. - steunverlening (2) -i) Een verplichte ziektekostenverzekering voor mensen met een laag inkomen. - ziekenfonds (4) -j) Plan van de socialisten uit 1935 waarin stond dat de overheid geld moest uitgeven om banen te scheppen en de economie te verbeteren. - Plan van de Arbeid (2) - a) epidemie. Periode waarbij mensen tegelijk ziek zijn, vaak door een besmettelijke ziekte. (4)b) sociale wet. Wet die mensen beschermt tegen de gevolgen van armoede, ziekte ouderdom en werkloosheid (1)c) economische crisis. Tijd waarin het opeens veel slechter gaat met de economie. ( 2)d) aanpassingspolitiek. Politiek van de regering Colijn tijdens de crisisjaren waarbij de overheid haar uitgaven aanpaste aan de inkomsten. (2)e) liefdadigheid. Hulp aan arme mensen door rijke mensen, de kerk of andere organisaties. (1) 1 - e2 - d3 - c4 - b5 -a De werkomstandigheden in de fabrieken waren slecht. Bijvoorbeeld: lawaaiig stoffig en onveilig.De woonomstandigheden waren ook slecht. Bijvoorbeeld: de huizen waren donker en vochtig, zonder elektriciteit.Er was weinig kennis over gezondheid. Bijvoorbeeld de hygiënische omstandigheden waren niet goed en mensen wisten niet dat daardoor ziektes konden ontstaan. a liberaalb) socialistc) confessioneel Voor de Nederlandse economie was de export van producten erg belangrijk. Veel Nederlanders verdienden hun geld in de handel. Toen de Verenigde Staten (en daarna ook andere landen) geen geld meer hadden om Nederlandse producten te kopen, kreeg ook Nederland veel last van economische crisis. Extra info: https://schooltv.nl Werkverschaffing betekende dat werklozen tijdelijk moesten werken voor de regering en dat ze in ruil daarvoor een laag loon kregen. Voorbeelden hiervan waren: heidegronden ontginnen, kanalen graven of parken aanleggen.  Extra info: vanaf minuut vier gaat het over de crisis en de gevolgen, inclusief de werkverschaffingsprojecten en de gevolgen voor de mensen. https://schooltv.nl Door de crisis van de jaren 1930 en de Tweede Wereldoorlog waren zij ander gaan denken over armoede. Veel Nederlanders waren buiten hun schuld om werkloos geworden en daardoor in armoede vervallen.Door de oorlog veranderde het denken over armoede ook. Duitsland werd door de crisis van 1930 het hardst getroffen van alle landen. Uit ontevredenheid hadden de mensen op Adolf Hitler gestemd, omdat hij (onder andere)  beloofde een einde te maken aan de werkloosheid en armoede. Onder zijn leiding begon er een oorlog waarbij ook Nederland werd bezet door de Duitsers. Armoede kon dus tot gevaarlijke situaties leiden. Antwoord d is goed. Het is precies andersom: In de jaren 1960 bloeide de economie en profiteerde bijna iedereen van de welvaart. In de jaren 1970 maakte een economische crisis een einde aan de groei van de welvaart. Veel steden kregen riolering.In veel steden werd een Keuringsdienst van waren opgericht.Artsen en verpleegkundigen moesten hygiënischer gaan werken.Wijkverpleegkundigen gaven in arbeiderswijken voorlichting over ziekten en hygiëne.Het parlement nam de Woningwet aan, waardoor veel krotwoningen werden gesloopt. a) Waar.b) Waar.c) Waar.d) Waar. In 1874 werd het Kinderwetje van de liberaal van Houten aangenomen. Volgens deze wet mochten kinderen onder de 12 jaar niet in fabrieken werken.Extra info: Kinderarbeid bleef wel bestaan in werkplaatsen, de landbouw en in huis. Bovendien controleerde de regering helemaal niet of fabriekseigenaren zich wel aan de wet hielden. https://schooltv.nl In 1931 startte de regering met een landelijke steunverlening. Werklozen konden nu een uitkering krijgen. Maar ze moesten dan wel twee keer per dag gaan stempelen op een stempelkantoor. Zo kon de regering controleren of je niet stiekem ergens aan het werk was.  De regering Drees kwam met nieuwe sociale wetten die verschillende groepen recht gaven op een uitkering. Eén van de eerste wetten was de Algemene Ouderdomswet (AOW). Iedere Nederlander van 65 jaar en ouder kreeg een uitkering van de regering.Extra info: https://schooltv.nl Alle verbeteringen (ook de groeiende welvaart) zorgden ervoor dat we meer mogelijkheden hebben om ouderen een langer leven te geven. Al die verbeteringen hebben geleid tot vergrijzing. Dat betekent dat er meer ouderen zijn en dat de gemiddelde leeftijd van de bevolking dus stijgt. Extra info: https://schooltv.nl