Nova MAX 2019 deel A
- Hoofdstuk 4 - Warmte
oefentoetsen & antwoorden
MAX
Klas 1-2|Vmbo-KGT
Deze toets behandelt de volgende onderwerpen: Warmte, warmtebron, energieomzetting, warmtetransport, geleiding, isolatie, broeikaseffect en milieu.
Toets Nask/Science
Nova MAX 2019 deel A
Online maken
Toets afdrukken
B, dit noem je een warmtebron.
C, Een strijkijzer zet elektrische energie om in warmte ( = thermische energie).
Toelichting: een ander woord voor warmte is thermische energie. Dit woord kun je herkennen aan thermoskan. Thermos betekent warmte en komt uit het Grieks
A, Een gasfornuis verbrand aardgas en er ontstaat warmte.
Toelichting: verbranden is een reactie met zuurstof waarbij er (veel) warmte ontstaat.
B, op de puntjes moet het woord chemische staan.
D, in de lucht zit zuurstof. Zuurstof is altijd nodig om iets te kunnen verbranden.
D, de ontbrandingstemperatuur is de temperatuur waarbij een stof kan branden. Dit is afhankelijk van het soort stof. De ontbrandingstemperatuur is een stofeigenschap.
A, B en C. Dit zijn: brandstof, zuurstof en ontbrandingstemperatuur. Als een van deze drie voorwaarden er niet is, kan een stof niet branden
C, Dit zijn water en kooldioxide. Je schrijft water ook wel op als H2O, Koolstofdioxide schrijf je ook wel op als CO2.
B en D. Het boek noemt stikstofoxiden en zwaveloxiden. Deze stoffen veroorzaken smog en zure regen. Als je bijvoorbeeld astma hebt, kun je in de zomer erg veel last hebben van stikstofoxiden in de lucht.
A en C. Het boek noemt onder andere koolstofdioxide en methaan. Ook is waterdamp een broeikasgas. Ozon, want ook nodig is voor het beschermen van de aarde tegen gevaarlijke straling uit de zon, is ook een broeikasgas.
A, C en D. Dit zijn straling, stroming en geleiding.
A, metalen zijn goede warmtegeleiders. Metaal wordt snel warm en geeft warmte gemakkelijk door.
C, glas is een slechte warmtegeleider. Een slechte warmtegeleider noemen we ook wel een isolator.
D, dit noemen we convectie.
A, dit is Infrarood (IR). De zon zendt veel infraroodstraling uit. Deze straling bereikt ons via de ruimte. Er is voor dit warmtetransport geen tussenstof nodig.
B, dit noemen we adsorptie. Adsorberen betekent dat je een stof of straling vasthoudt.
Een strijkbout is een warmtebron die gebruikt wordt om kleding glad of kreukvrij te krijgen. Dit apparaat zet elektrische energie om in warmte. Een ander woord voor warmte is thermische energie . Ook een barbecue zet chemische energie om in warmte. Dit noemen we verbranden.
Aardgas + zuurstof → koolstofdioxide + water
Aan de gele vlam. Een gele vlam is een koude vlam. Een onvolledige verbranding kan ontstaan door te weinig aanvoer van zuurstof
Dit zijn roet en koolstofmono-oxide. Roet zijn vaste deeltjes en bestaat uit koolstof. Roet kun je herkennen aan een zwarte aanslag. Deze stof is kankerverwekkend. Koolstofmono-oxide (koolmonoxide of kolendamp) is een geur- en kleurloos gifgas. Je stikt zonder dat je het doorhebt.
Het versterkte broeikaseffect ontstaat doordat de mens de afgelopen 250 jaar heel veel brandstoffen zijn gaan gebruiken. We gebruiken diesel, benzine, steenkool, aardgas, kerosine etc. Door het verbranden van deze brandstoffen komt er koolstofdioxide vrij. Koolstofdioxide is een broeikasgas. Door de versterkte uitstoot van dit broeikasgas, kan het broeikaseffect worden versterkt omdat de warmte op aarde meer wordt vastgehouden in de atmosfeer.
In een radiator vindt het volgende warmtetransport plaats: water geeft door stroming warmte af aan de binnenkant van de radiator en deze warmte wordt door warmtegeleiding naar de buitenkant van de radiator gevoerd. De buitenkant geeft de warmte weer af aan de lucht en de dingen in de ruimte waar de radiator staat.
Er is dus sprake van straling, stroming en geleiding.
Stroming en straling. Dit type warmtetransport is kenmerkend voor gassen.
Straling. Dit type warmtetransport is kenmerkend voor vacuüm. Dit type straling is infrarood.
Geleiding. Dit type warmtetransport is kenmerkend voor vaste stoffen.
Met adsorberen bedoelen we dat een stof in dit geval warmte opneemt. De warmte/energie wordt in het materiaal vastgehouden.
Strijkijzer, tosti-ijzer, waterkoker, koffiezetter. Ook goed zijn de frituurpan, maar ook lampen, de televisie en je telefoon kunnen warm worden.
In de meeste gevallen is een warmtebron ook zo gemaakt dat deze warm wordt. In sommige gevallen, zoals je telefoon die bij veel gebruik warm wordt, is dit niet gewenst.
Met de CW waarde van een CV ketel bedoelen we hoe goed en hoe snel een CV ketel in een bepaalde tijd warm water kan leveren.
Hoe groter deze waarde, hoe meer warm water er in bijvoorbeeld een minuut geleverd kan worden door de CV.
Met water wordt de temperatuur van de omgeving en het brandende voorwerp verlaagd.
Door het dalen van de temperatuur, zal het vuur doven. Er wordt namelijk niet meer voldaan aan de verbrandingsvoorwaarden.
Door het deksel op de frituurpan te leggen, onderbreek je de zuurstoftoevoer. Hierdoor gaat de brand uit. Water mag je nooit in een brandende frituurpan doen, want dan krijg je een steekvlam.
Hiermee bedoelen we dat om het huis te verwarmen of om te koken geen aardgas gebruikt wordt. Er worden dan alternatieve warmtebronnen gebruikt, zoals aardwarmte en andere warmtewisselsystemen. Het huis moet om aardgasvrij te kunnen wonen heel erg goed geïsoleerd zijn.
De katalysator in de auto reinigt het uitlaatgas van de schadelijke afvalstoffen die kunnen ontstaan. Hierdoor is de auto minder milieubelastend. Een auto moet tegenwoordig een katalysator hebben.
Hiermee voorkom je stroming, en daarmee warmtetransport waardoor in de winter warmte verloren naar buiten gaat en in de zomer warmte naar binnen komt. Via de muren, de ramen en het dak gaat in de winter veel warmte verloren. Door juist hier te isoleren, voorkom je warmteverlies in de winter.
Warme lucht heeft een kleinere dichtheid dan koude lucht. warmte lucht stroomt daarom naar boven en drukt koude lucht weg. Zoals je in de afbeelding kunt zien, drukt de warme lucht de koude lucht de kamer door in een soort cirkelbeweging. Ook koelt de warme lucht steeds meer af. Hierdoor krijg je stroming in de lucht. Dit noemen we ook wel convectie.
De zwarte auto absorbeert de warmtestraling meer dan de witte auto. De zwarte auto zal daarom meer opwarmen. Het helpt altijd om een auto in de schaduw te parkeren!
Een thermoskan is eigenlijk een fles in een fles.
De binnenste fles is gemaakt van metaal of glas. Er zit een laag op die heel goed kan spiegelen.
Tussen de binnenste en de buitenste fles zit niets: dit is vacuüm. Hierdoor wordt warmtestraling weer terug gekaatst en kan er ook geen stroming van warme lucht plaatsvinden. Ook is geleiding niet mogelijk.
De inhoud van de thermosfles blijft hierdoor warm als je er iets warms in hebt gedaan of blijft koud als je er iets kouds in hebt gedaan.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.