Nectar 5e ed/FLEX - Hoofdstuk 1 - Onderzoeken en ontdekken oefentoetsen & antwoorden

a) Het ademhalingsstelselb) Het bloedvatenstelselc) Het verteringsstelseld) Het beenderstelsel (het skelet) De juiste volgorde is: het spierstelsel – de bilspier – spierweefsel – de spiercel 1 = D = Longen2 = C = Dunne darm3 = E = Dikke darm4 = B = Hart5 = A = Maag a) organenb) natuurgetrouwc) celmembraand) lengtedoorsnede Wormen, geleedpotigen, holtedieren, stekelhuidigen, weekdieren en ribkwallen 1 = Oculair2 = Revolver3 = Objectief4 = Tafel5 = Lamp6 = Kleine schroef7 = Voet De juiste volgorde is:1. Onderzoeksvraag4. Hypothese5. Werkwijze2. Resultaten3. Conclusie a) Niet waar: een onderzoek begint altijd met het bedenken van een onderzoeksvraag. Het bedenken van een hypothese is de tweede stap.b) Waar: een proefopstelling is een beschrijving of tekening van de opzet van je onderzoekc) Niet waar: Percentages geef je beter weer in een cirkeldiagram. In een staafdiagram kun je aangeven hoe vaak iets gebeurd.d) Waar: Door alle resultaten op een rijtje te zetten kun je de uitkomst van je onderzoek gaan beschrijven: de conclusie 3 – 4 – 2 – 1  Fossielen vind je veel in een rivierdelta of op plaatsen waar een woestijn was. Een rivierdelta is een plek waar een rivier in de zee uitmondt. Hier vind je veel klei en zand wat het dode dier dan begraaft. Ook bij een woestijn vind je natuurlijk veel zand wat ervoor kan zorgen dat een dood dier snel wordt begraven door het zand. a) Het hart en de bloedvaten hebben samen de taak om zuurstof en voedingsstoffen te vervoeren. Het hart pompt het bloed door de bloedvaten heen en zo komen zuurstof en voedingsstoffen bij alle delen van je lichaam terechtb) Je slokdarm en darmen hebben de taak om voedingsstoffen te verteren. Je slokdarm vervoert voedingsstoffen naar je maag en je darmen. Je darmen stuurt voedingsstoffen naar je bloed. Je kunt determineren met een zoekkaart of met een determinatietabel. In een zoekkaart staan vaak niet alle planten die je bijvoorbeeld in je tuin hebt staan. Daarom kun je beter een determinatietabel gebruiken. Je kijkt hierbij naar de kenmerken van het dier en beantwoord vragen in de determinatietabel om erachter te komen welke planten je in je tuin kunt vinden. Een preparaat is een glazen plaatje waar je het onderwerp wat je gaat bekijken op legt. Bovenop het onderwerp ligt nog een dekglaasje. Op deze manier ligt het onderwerp netjes op een plek. Op de afbeelding zien we heel veel cellen samen. Je kiest er hier dus drie van uit. Als je klaar bent met tekenen heb je alleen de hoofdlijnen van de cel getekend. De tekening is zwart wit en bevat geen details. Wel laat je duidelijk de onderdelen van de cel zien: de celkern, celmembraan en cytoplasma. Als je een lengtedoorsnede maakt krijg je een ander beeld te zien dan wanneer je een dwarsdoorsnede maakt. Je levert dan bij de docent een verkeerde tekening in. Op jouw school zijn 30 keer meer leerlingen dan in jouw steekproef (1200 / 40 = 30). Dat betekent dat je ook het aantal leerlingen met corona uit je steekproef moet vermenigvuldigen met 30. (30 x 12 = 360). Er zijn dus ongeveer 360 leerlingen op jouw school met corona besmet geweest. Een kwal heeft geen skelet. De zachte delen van de kwal verteren als ze naar de bodem zakken. Er blijven dus geen harde delen over waar lagen op sedimenteren en verstenen. Dit is een cel (een zenuwcel). We zien hier namelijk maar een cel. Als we meerdere zenuwcellen bij elkaar zouden zien, dan zou het een weefsel zijn. Toelichting: Een orgaan bestaat uit meerdere soorten weefsel, dus het is ook geen orgaan. 1a Het dier heeft geen wervelkolom1b Het dier heeft een wervelkolomOngewervelde dierenGa naar stap 222a Het dier heeft jongen die uit het moederdier worden geboren2b Het dier legt eierenZoogdieren  Ga naar stap 33a Het dier heeft verenVogels De lijst met benodigdheden bestaat in ieder geval uit:1. Drie soorten brokjes (mag ook meer zijn)2. Drie bakjes (voor ieder soort brokje een bakje)3. Papier (om bijvoorbeeld te turven hoevaak de kat uit een bepaald bakje eet)4. Pen of potlood (om op het papier een turflijst te maken)Tip: Bij een werkplan hoort altijd een lijst met benodigdheden. Vergeet deze niet, ook al wordt hier niet specifiek naar gevraagd op de toets. Een voorbeeld van een onderzoeksvraag is:Groeit tuinkers ook als je het cola geeft in plaats van water?De hypothese die hierbij hoort kan dan zijn: ik verwacht dat de tuinkers niet groeit als je hem water geeft in plaats van cola.Tip: Belangrijk is dat de hypothese goed past bij de onderzoeksvraag, zoals bij het voorbeeld hierboven. Tip: Een hypothese begint altijd met: ik verwacht dat…. Water en lucht. De aardbodem slijt door erosie. Wind en water slijten steeds een stukje van de aarde af, over miljoenen jaren.