Toets Economie

Cumulus - Thema Geldzaken - oefentoetsen & antwoorden

1e editie

Deze toets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: inkomen, sparen en beleggen, consumptief krediet en hypotheken.

Cumulus
Toets Economie
Cumulus
Online maken
Toets afdrukken
a) Om primair inkomen te ontvangen, moet een tegenprestatie worden geleverd. Om overdrachtsinkomen te ontvangen, hoeft geen tegenprestatie te worden geleverd.b) De vijf soorten primaire inkomens zijn loon, pacht, huur, rente en winst.c) Twee voorbeelden van overdrachtsinkomen zijn uitkeringen (van de sociale verzekeringen) en toeslagen (huur-, zorg-, en kinderopvangtoeslag).d) Inkomen wordt over een bepaalde periode gemeten en vermogen wordt op een bepaald moment gemeten.e) Hoe meer inkomen iemand heeft hoe meer hij/zij kan sparen, dus hoe groter het vermogen. Hoe groter het vermogen, hoe meer opbrengsten uit beleggingen en sparen (winst en rente), dus hoe meer inkomen. a) Een risico-avers persoon houdt niet van risico, is risicomijdend.b) Een risico-avers persoon zal eerder kiezen voor sparen. Het sparen van geld zal geen risico met zich meebrengen, in tegenstelling tot beleggen. Een belegger zoekt meer risico in ruil voor een hoger rendement.c) Verschillen tussen een spaarrekening en een depositorekening zijn:Bij een spaarrekening is het rentepercentage variabel; bij een depositorekening is het rentepercentage vast.Bij een spaarrekening is er sprake van samengestelde interest; bij een depositorekening is er sprake van enkelvoudige interest.Bij een spaarrekening is er sprake van een variabele looptijd; bij een depositorekening is er sprake van een vaste looptijd.Bij een spaarrekening kun je elk moment geld storten en opnemen; bij een depositorekening is dat niet mogelijk.d) Als je het aantal maanden per jaar vermenigvuldigt met 0,25% kom je uit op 3%. Bij samengestelde interest krijg je “rente op rente”, hierdoor kom je hoger uit dan 3% en zal de keuze ten gunste van samengestelde interest uitvallen.  De zes verschillende partijen op de hypotheekmarkt met de bijbehorende functie:1) Makelaar. Bemiddelt en adviseert.2) Hypotheekadviseur. Begeleidt bij het kiezen van een goede lening voor het huis en bij het afsluiten van de lening.3) Kredietverstrekker. Verstrekt de lening.4) Taxateur. Bepaalt de waarde van het huis.5) Notaris. Regelt het papierwerk. Akte van hypotheek: koper – kredietverstrekker. Akte van levering: koper – verkoper. De betalingen gaan via de notaris.6) Koper/verkoper. Het kopen/verkopen van een woning. a) € 4.400 / 100 x 5,8 = € 255,2 (of € 4.400 x 0,058).b) 41,82 miljoen euro - 34,44 miljoen euro / 34,44 miljoen euro x 100% = 21,4%.c) 39.246 leerlingen / 60 x 40 = 26.164 leerlingen volgen de havo/vwo opleiding.d) In vergelijking met maart 2011 zijn er 238 / 85 x 15 = 42 BMW’s minder verkocht.e) De stijging in procenten is (0,8 – 0,52) / 0,52 x 100% = 53,8%. De stijging in procentpunten is 0,8 – 0,52 = 0,28.  a) De rente in de eerste maand is (12,7% van € 2.000) / 12 = € 21,17.b) De aflossing in de eerste maand is termijnbedrag – rente in de eerste maand, € 52,69 - € 21,17 = € 31,52.c) De rente in de tweede maand is (12,7% van (€ 2.000 - € 31,52)) / 12 = € 20,83.d) De aflossing in de tweede maand is termijnbedrag – rente in de tweede maand, € 52,69 - € 20,83 = € 31,86.e) Het totale bedrag dat je betaalt gedurende de hele looptijd is 48 maanden x € 52,69 = € 2.529,12.f) het totale bedrag aan rente dat je betaalt gedurende de hele looptijd is € 2.529,12 - € 2.000 = € 529,12.  a) Het dividend per aandeel is € 3,75. De gemiddelde beurskoers van het aandeel is € 120 (€ 118 + € 122 / 2). Het dividendrendement is dan € 3,75 / € 120 x 100% = 3,125%.b) Het koersrendement is (60 - 50) / 50 x 100% = 20%.c) De couponrente in euro’s is 5% van € 1.000 = € 50.d) De gemiddelde beurskoers van een obligatie is € 1.100 (€ 1.080  + € 1.120 / 2). Het couponrendement is € 50 / € 1.100 x 100% = 4,55%.e) Het koersrendement is (€ 1.090 - € 1.025) / € 1.025 x 100% = 6,34%.  a)  € 5.000 x 1,059=  € 7.756,64 (zie tijdlijn hieronder)  b)    € 10.000 x 1,056 x 1,044 = € 15.667,22 (zie tijdlijn hieronder)  c) €  500 x 1,046=  €632,66;               € 632.66 - 400 = € 232,66;              € 232,66 x 1,0156 = € 254,40.              (zie onderstaande tijdlijn)Tip: het is aan te raden om bij samengestelde interest berekeningen een tijdlijn te maken. Dit voorkomt telfouten in het aantal periodes. a) Grafiek 1 behoort bij een lineaire hypotheek en grafiek 2 behoort bij een annuïteitenhypotheek. Een lineaire hypotheek heeft een vast bedrag aan aflossing per jaar en de rente neemt lineair af. Bij een annuïteitenhypotheek wordt een vast bedrag per jaar betaald. Dit bedrag bestaat uit rente en aflossing. Door af te lossen wordt de schuld kleiner en neemt de te betalen rente ook af. Doordat de rente daalt moet de aflossing met hetzelfde bedrag stijgen.b) Aflossing van gelijke bedragen aan het eind van elk kwartaal over een looptijd van 20 jaar: €200.000/20/4 = €  2.500,- per kwartaal. Interest per kwartaal is 7%/4 = 1.75%. Schuld na het 10de kwartaal (er zijn 9 bedragen afgelost, want de 10de aflossing heeft nog niet plaatsgevonden wanneer je Interest betaalt): €  200.000 - (9 x €  2.500) = €177.500 schuld. Interest voor het 10de kwartaal is 0.0175 x €177.500 = €  3.106,25. Totaal: €2.500 + €3.106,25 = €  5.606,25.c) €  200.000 - (20 x €  2.500) = €  150.000.d)JaarSchuld begin van het jaarInterestAflossingSchuld eind van het jaar123 Jaar 1: interest is 8% van € 300.000 = € 24.000; de aflossing is annuïteit – interest, dus   € 26.648,23 - € 24.000 = € 2.648,23. De schuld aan het eind van jaar 1 is schuld begin jaar 1 – aflossing, dus € 300.000 -         € 2.648,23 = € 297.351,77. Jaar 2: interest is 8% van € 297.351,77 = € 23.788,14; de aflossing is annuïteit – interest, dus € 26.648,23 - € 23.788,14 = € 2.860,09. De schuld aan het eind van jaar 2 is schuld begin jaar 2 – aflossing, dus € 297.351,77 -     € 2.860,09 = € 294.491,68. Jaar 3: interest is 8% van € 294.491,68 = €  23.559,33; de aflossing is annuïteit – interest, dus €  26.648,23 - € 23.559,33 = € 3.088,90. De schuld aan het eind van jaar 3 is schuld begin jaar 3 – aflossing, dus € 294.491,68 -     € 3.088,90 = € 291.402,78e) Bij een lineaire lening wordt in de eerste jaren meer afgelost waardoor de schuld sneller afneemt en dus ook de interestkosten. 

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in