Toets Economie

Cumulus - Thema Overheid - oefentoetsen & antwoorden

1e editie

Deze toets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: overheidsbegroting, sociale zekerheid, inkomstenbelasting en ongelijkheid.

Cumulus
Toets Economie
Cumulus
Online maken
Toets afdrukken
a) Er zijn vijf vormen van primair inkomen: loon, rente, huur, pacht en winst.b) Oorzaken van het verschil in inkomen: opleidingverantwoordelijkheidschaarstearbeidsomstandighedenervaringfunctieverschillenverschillen in vermogenc) Gevolgen voor inkomensverschillen: motivatie om hogerop te komen om zodoende meer te verdienen. Grote inkomensverschillen leiden tot criminaliteit, slechte volksgezondheid, slechte schoolprestaties en ontevredenheid in de maatschappij.d) Het primair inkomen - belastingen en premies + sociale uitkeringen en toeslagen (bijv. huurtoeslag) = secundair inkomen. Met andere woorden: het verschil tussen primair en secundair inkomen is het saldo van enerzijds de belastingen en premies en anderzijds de sociale de sociale uitkeringen en toeslagen. e) Hoe meer inkomen iemand heeft hoe meer hij/zij kan sparen, dus hoe groter het vermogen. Hoe groter het vermogen, hoe meer opbrengsten uit beleggingen en sparen (winst en rente), dus hoe meer inkomen.  a) Het omslagstelsel is een financieringsstelsel waarbij werknemers elk jaar een vooraf bepaald percentage van hun inkomen aan premie afdragen, vervolgens wordt het totale bedrag hetzelfde jaar gebruikt voor uitkeringen.b) Voorbeelden van een juist antwoord:Er komen steeds meer ouderen en in verhouding minder werkenden. Daardoor moet elke werkende meer premie AOW gaan betalen.De levensverwachting wordt steeds hoger, waardoor ouderen langer een uitkering krijgen.Er is steeds minder instroom van mensen onder de 20 jaar, waardoor er in de toekomst minder werkenden zijn om premie te betalen. a) De drie pijlers die samen het totale bedrag bepalen die iemand ontvangt als de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt zijn:staatspensioen (AOW), voor alle inwoners van 67 jaar en ouder. De hoogte is afhankelijk van de burgerlijke staat (samenwonend, getrouwd, alleenstaand).bedrijfspensioen, via de werkgever wordt automatisch premie ingehouden.zelf sparen of beleggen, zoals spaarrekening, spaardeposito of beleggen.b) Bij het verhogen van de AOW-leeftijd neemt het aantal premieplichtigen toe (1) en het aantal uitkeringsgerechtigden af (2), waardoor de premie kan dalen en het netto-inkomen van de premieplichtigen kan stijgen. a) In dit land is sprake van een proportioneel tarief. In dit land betalen alle inkomens (hoog of laag) procentueel evenveel belasting. Het gemiddelde belastingtarief blijft gelijk. Bij een progressief tarief neemt het gemiddelde belastingtarief toe naarmate je meer verdient.Let op: in jouw antwoord moeten beide tarieven met elkaar worden vergeleken.b) Nivellerend. De heffingskorting werkt naar verhouding sterker door op lage inkomens dan op hoge inkomens, waardoor de relatieve verschillen tussen inkomens kleiner worden.Let op: zorg ervoor dat in jouw antwoord duidelijk blijkt of de procentuele of relatieve verschillen tussen hoge en lage inkomens groter of kleiner worden. Worden ze groter dan is er sprake van denivelleren, worden ze kleiner dan is er sprake van nivelleren.Ook bij vragen over proportionele en progressieve belastingtarieven is dat belangrijk.Progressieve tarieven zorgen voor nivellering, omdat de procentuele of relatieve verschillen tussen hoge en lage inkomens kleiner wordt. Proportionele tarieven (zonder heffingskortingen) zorgen ervoor dat de procentuele of relatieve verschillen tussen hoge en lage inkomens gelijk blijft. a) Deze conclusie is niet juist. De Lorenzcurve zegt niets over de absolute hoogte van de inkomens. De Lorenzcurve zegt alleen iets over de relatieve verschillen.b) Het verschil tussen de Lorenzcurve en de Parade van Pen, is dat de Lorenzcurve de verdeling van de inkomens weergeeft en de Parade van Pen geeft de absolute inkomens van laag naar hoog weer.c)Personen naar inkomensklassePersonen cumultatief20%20%20%40% (20+20)20%60% (20+ 20+20)20%80% (20+ 20+20+20)20%100% (20+ 20+20+20+20)Inkomen naar inkomensklasseInkomen cumultatief€ 23.700 / € 279.550 x 100% = 8%       8% € 40.050 / € 279.550 x 100% = 14% 22% (8% + 14%)€ 53.300 / € 279.550 x 100% = 19%41% (8% + 14% +19%)€ 71.100 / € 279.550 x 100% = 25%66% (8% + 14% +19% +25%)€ 91.400 / € 279.550x 100% = 33%100% (8% + 15% +19% +25% +33%)De overige vier coördinaten zijn:20%, 8%40%, 22%60%, 41%80%, 66%d) Er is bij de inkomensverdeling over de personen in 2020 vergeleken met de inkomensverdeling over de personen in 2015 sprake van nivellering. Uit de figuur blijkt dat  dat de lijn van 2020 dichter bij de diagonaal loopt dan de lijn van 2015.e) Er sprake is van een progressieve lastendruk zodat de hogere inkomens er ten opzichte van de lagere inkomens op achteruitgaan (1). Overdrachtsinkomens komen vooral terecht  bij de lagere inkomens zodat deze er ten opzichte van de hogere inkomens op vooruitgaan (2). a) De overheidsschuld aan het begin van het jaar + overheidstekort - aflossingen is de overheidsschuld aan het eind van het jaar. Als de overheidsschuld aan het begin van  het jaar moet worden uitgerekend krijg je het omgekeerde: De overheidsschuld aan het eind van het jaar - overheidstekort + aflossingen is de overheidsschuld aan het begin van het jaar. Dus: begin 2021: € 320 miljard – € 11,2 miljard + € 7 miljard = 315,8,8 miljard.b) De overheidsschuld in procenten van het BBP is overheidsschuld / BBP x 100%. BBP  2021 = € 11,2 / 2,5% x 100% = € 448 miljard. Staatsschuldquote = € 320 miljard / € 448 miljard x 100% = 71,4%.c) Geen gelijk. Het nationaal inkomen zal jaarlijks 2,5% groeien. Als de overheidsschuld jaarlijks relatief minder groeit, zal de staatsschuldquote dalen.d) Na 4 jaar is het nationaal inkomen 448 x 1,0254 = € 494,5 miljard. Staatsschuldquote is dan € 220 miljard / € 494,5 miljard x100% = 44,48%. Is dus lager dan 60%.e) Een hogere overheiddschuld kan betekenen dat de overheid meer belasting gaat heffen. Dit kan hogere loonkosten tot gevolg hebben en dat kan uiteindelijk tot ontslag leiden. a) Bruto inkomen                                                                         = € 105.000Fiscale bijtelling: eigenwoningforfait 0,45% van € 600.000   = €     2.700  +Aftrekpost: hypotheek rente 4,5% van € 450.000                   = €   20.250   -Belastbaar inkomen                                                                     = €   87.450b) Belasting eerste schijf 37,07% van € 69.398                 = € 25.725Belasting tweede schijf 49,5% van (€ 87.450 - € 69.398) = €   8.935  +Totale belasting                                                                     = € 34.660Opmerking: de belasting mag in het voordeel van de belastingplichtige worden afgerond (dus altijd naar beneden op hele euro’s).c) Het netto inkomen is bruto inkomen – (totale belasting – heffingskortingen). Dus: € 105.000 – (€ 34.660 - € 1.803 - € 255) = € 72.398d) De gemiddelde belastingdruk is 32.602 / 105.000 x 100% = 31%.e) Het marginale tarief is 49,5%. Dus 49,5 % van € 6.000 = € 2.970 a) Maak eerst de gegevens percentages cumulatief:BevolkingsdeelPrimair inkomenSecundair inkomen20%40% (20+20)60% (20+20+20)80% (20+20+20+20)100% (20+20+20+20+20)6%15% (6+9)35% (6+9+20)60% (6+9+20+25)100% (6+9+20+25+40)10%25% (10+15)45% (10+15+20)70% (10+15+20+25)100% (10+15+20+25+30)Teken dan de Lorenzcurve met behulp van bovenstaande coördinaten:b) Door de progressie van de inkomstenbelasting: hoe hoger het inkomen, hoe groter het deel dat men moet afstaan aan belasting (=hoe hoger het belastingpercentage). Hierdoor moeten mensen met een hoger inkomen in verhouding een groter deel van hun inkomen inleveren dan mensen met een lager inkomen. Daardoor worden de inkomensverschillen tussen hoog en laag kleiner.c) De overheid geeft subsidies en uitkeringen die afhankelijk zijn van de hoogte van het inkomen. Deze bedragen krijgen vooral/alleen de mensen met een lager inkomen. Daardoor worden de inkomensverschillen tussen hoog en laag kleiner. 

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in