10 voor Biologie - Hoofdstuk 3 - Ordenen oefentoetsen & antwoorden

Dit wordt taxonomie of systematiek genoemd. (een van de antwoorden moet gegeven zijn voor het goede antwoord). Het onderzoeken van een organisme op kenmerken en het opzoeken van een naam. Mogelijke antwoorden zijn:Kokken = rondBacillen = langwerpigVibrionen = StaafvormigSpirocheten = Spiraal- of schroefvormig Gisten (eencelligen)Paddenstoelen (meercellige) WierenSporenplantenZaadplanten P = bloem, Q = blad, R = wortel. Bron afbeelding: Examen VMBO-BB 2007 - I Fotosynthese De oermond is de eerste opening in een dier die heel vroeg in de embryonale groei ontstaat. Dit wordt uiteindelijk de anus of de mond. Stekelhuidige en Gewervelde. Q = stijl, R = kelkblad, S = meeldraad, T = kroonblad Bron afbeelding: Examen VMBO-GT 2012 - II Een amoebe is een eencellig organisme, wat onder het rijk van de dieren behoort. Vissen, amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren. Zelfvoorzienende organisme hebben eigenschappen om hun eigen voedsel te maken uit anorganische stoffen (niet levende natuur). VB: planten en sommige bacteriën.Afhankelijke organisme moeten andere organisme of delen daarvan opeten. Ze kunnen alleen organische stoffen (levende natuur) als voedsel gebruiken. VB: bacteriën, schimmels & dieren.  Toelichting: Je moet duidelijk in je antwoord beschrijven dat zelfvoorzienend-anorganisch is en afhankelijk-organisch. Hiervoor moet je alle 4 de begrippen kennen en het uit kunnen leggen. Deling, een cel kopieert het dna en splitst daarna in twee cellen.32 in 2 uur.  Want 4 = op 0 minuten, 8 = 40 min, 16 = 80 min,  32 = 120 min    (120 minuten = 2 uur)  1) parasieten: deze nemen stoffen op uit andere organismen en zijn nadelig voor deze organismen.2) saprofyten: deze nemen stoffen op uit dode resten van organismen;Mycelium. Omdat er om een netwerk onder de grond wordt gevraagd, moet het antwoord mycelium zijn en niet een hyfe.  Letter R, dit is het vruchtbeginsel. Als T (zaadbeginsel) bevrucht raakt, zal het vruchtbeginsel uitgroeien tot een vrucht en het zaadbeginsel uitgroeien tot zaden.  Verschil: Voortplanting. Sporenplanten doen dit door sporen, zaadplanten doen dit door zaden.Overeenkomst: Beide hebben wortels, stengels en bladeren.Let op: Bloemen als overeenkomst is niet goed. Dit komt omdat naaktzadigen (een soort zaad plant) geen bloemen heeft.  Leertip: Maak voor jezelf een schema, waarin je opschrijft welke afdeling welke kenmerken bezit, met eventueel plaatjes erbij. Zo heb je een duidelijk overzicht voor jezelf en kun je dit goed leren. Chitine = Harde stof aan de buitenkant van geleedpotige. Stof lijkt op cellulose.Kark = Harde stof aan de buitenkant van stekelhuidige. Insecten hebben 6 poten en één paar antennen. Het lichaam van een insect bestaat uit drie delen; de kop, het borststuk en het achterlijk. Spinachtigen hebben altijd 8 poten en vaak ook één of twee sets tasters en/of klauwen. Het lichaam is vaak duidelijk te onderscheiden in een kopborststuk en het achterlijf. 1B, 3B, 4A = Agaricus bisporus.  Bron afbeelding: Examen VMBO-BB 2008 - II Omdat het om een ziekteverwekker gaat, gaat het over een bacterie of een schimmel. Een bacterie heeft als kenmerk dat het geen celkern heeft en wel een celwand. Bij een schimmel is dit precies omgedraaid. Daarom is het enige juiste antwoord een bacterie. Daarnaast staat er in de naam; kokken. Kokken is de ronde vorm van de bacteriën.  Glucose en zuurstof. Schimmels zijn afhankelijk en hebben dus stoffen van andere organisme nodig om te overleven. De stoffen worden gebruikt voor de verbranding, om te groeien en te leven.Schimmels en algen hebben beide een celwand, celkern en een vacuole. De algen zullen bladgroenkorrels hebben, die schimmels niet hebben. Hieraan zal de onderzoeker het verschil kunnen zien.  Leertip: In deze vraag wordt er verwacht dat je het begrip fotosynthese kent en kunt uitleggen waar en hoe dit gebruikt wordt. Daarnaast moet je weten dat schimmels afhankelijk zijn en dus organische stoffen nodig hebben. Ook moet je weten hoe de cellen er van verschillende organisme uit zien, om vraag B te kunnen beantwoorden. Om een inzicht vraag te kunnen beantwoorden is het dus belangrijk dat je eerst jebegrippen en schema’s kent. Bron afbeelding: Examen VMBO-GT 2017 - I Kwallen zijn meercellig, hebben organen en zijn radiaal symmetrisch. Holtedieren zijn de enige dieren in het dierenrijk die radiaal symmetrisch zijn, meercellig zijn en organen hebben. Vandaar dat het alleen holtedieren goed is.  Bron afbeelding: Wikipedia - Oorkwal Het DNA van het vogelbekdier heeft het meeste overeenkomst tussen een buidelrat en een muis. Beide zijn zoogdieren. In de informatie staat dat het vrouwtje de jongen zoogt met melk, dit is een specifiek kenmerk voor zoogdieren. Er zijn een aantal zeldzame zoogdieren die eieren leggen, het vogelbekdier is daar 1 van. Zowel vogels als zoogdieren hebben een isolerende vacht. Het vogelbekdier is dus een zoogdier.  Bron afbeelding: Examen VMBO-GT 2013 - I