Minerva 1 - Hoofdstuk 3 - Latona oefentoetsen & antwoorden

boer groot voedsel / eten zoon overwinning duswijnwijtoestaan / (toe)laten alles / alle dingen  Juno was boos op Latona, Latona op de Lycische boeren en Niobe.Juno was boos omdat Latona Jupiter verleid had.Latona was boos op de Lycische boeren omdat die haar geen water lieten drinken, en op Niobe omdat die gezegd had dat zij beter was dan Latona.Juno liet niet toe dat Latona ergens haar kinderen kon baren. Latona zorgde ervoor dat de boeren veranderden in kikkers en dat haar kinderen Apollo en Diana de (14) kinderen van Niobe doodden.Het verhaal over de Lycische boeren verklaart het ontstaan van kikkers; het verhaal over Niobe verklaart het ontstaan van een “huilende rots”. jij houdt van / bemint hoor! / luister! zij verbieden ik zit wij spannen ons in / zwoegen / lijdenzij drinkenjullie houden (vast)ik zing / speelhij woontjij ziet Deae, date dona – Godinnen, geef geschenken.Servi mei mensas vestras tangunt – Mijn slaven raken jullie tafels aanFiliae canere incipiunt – De dochters beginnen te zingen NB: de infinitivus is altijd hetzelfdeStulti non sumus – Wij zijn niet dom ager – veld/akker: agrarisch betekent: wat te maken heeft met land-/akkerbouwaqua – water: een aquarium is een bak met water (en vissen)ego – ik: egoïsme is alleen aan jezelf denkenunus – één: uniform is eenvormig / voor iedereen dezelfde kleding  Apollo en Diana zijn erg boos en (zij) zeggen:“Waarom beledigt Niobe onze moeder?Moeder, je moet niet huilen, want wij kunnen je helpen.Wij doden de zonen en dochters van Niobe en Niobe zegt niet meer: ‘ik heb veel kinderen’.”Kijk, de kinderen rennen toevallig op een veld; de goden komen naar het veld en schieten (sturen) pijlen naar de kinderen.TIP: Lees deze lange zin eerst helemaal door; dan zie je een puntkomma; er zijn dus eigenlijk 2 zinnen; zoek in de eerste de persoonsvorm: currunt – zij rennen; dit werkwoord heeft alleen een onderwerp (in de nom.) nodig: liberi – de kinderen; het verhaal gaat over de kinderen van Niobe, dus vertaal “de kinderen”, niet “kinderen”; in agro staat gegeven en forte betekent “toevallig”; als een soort uitroep staat ecce een beetje los van de zin. Dan het 2e zinnetje: daarin vind je 2 persoonsvormen: veniunt- zij komen en mittunt-zij sturen; ertussenin staat et dat beide persoonsvormen met elkaar verbindt; veniunt heeft alleen een onderwerp nodig; er staat een nom.mv. dei- de goden: het onderwerp; ook hier weer “de goden” en niet “goden”, want het gaat hier natuurlijk om Apollo en Diana en niet om zomaar goden; in agrum betekent “naar het veld”; mittunt heeft een onderwerp en een lijdend voorwerp nodig; in dit stukje staat geen nominativus, dus moet dei ook hier het onderwerp zijn; sagittas is een acc.mv., dus het lijdend voorwerp; je hebt geleerd mitto-zenden, sturen, maar als het zoals hier om pijlen gaat, kun je beter “schieten” vertalen.Meteen zijn de zonen en dochters daar dood en Apollo roept:“Niobe, huil altijd! Jullie, mensen, moeten (de) goden niet beledigen!”