Stepping Stones 7e ed/ FLEX
- Hoofdstuk 4 - The next step
oefentoetsen & antwoorden
7e editie
4e jaar |
Vmbo-gt, Vmbo-havo
In deze oefentoets worden de volgende onderwerpen behandeld:
Vocabulary & Language
Chapter 4: jobs, education, dreams, wishes and goals
Grammar
Both, every, all and no
Different verb tenses: present, past and future
Writing and Stones
Plans and dreams for the future
Presenting yourself in a letter
Toets Engels
Stepping Stones 7e ed/ FLEX
Online maken
Toets afdrukken
employertraceconditions (belangrijk woord!)enrollskyscrapersapplyrelievedinvolved (belangrijk woord!) decennia, tientallen jarennadeeltoegewijd aaner in slagen omzichtbaarreputatietoegewijdvacature tuitionriflegrowthqualityinternshipget a raise Ik concentreer mij nu op het afmaken van school, zodat ik op wereldreis kan. Ik denk dat werken in het buitenland mij onafhankelijker maakt. In mijn vorige baan hielp ik klanten met het internet. Besides (belangrijk signaalwoord!). Vertaalt zich hier als ‘bovendien,...’. Dit woord kun je heel goed gebruiken bij schrijfopdrachten en komt ook zeer zeker op je eindexamen voor. To get a promotion.To challenge herself.Stay away from. Beiden zouden technisch gezien kunnen, maar deze is logischer (tenzij je moeder wil dat je juist tijd spendeert met negatieve mensen…). Als je wil zeggen dat twee / beide mensen of dingen iets doen of zijn. We paintedWe were paintingWe have paintedWe are going to paintWe are paintingWe will paint Present continuous → het gebeurt nu.Present perfect → het is in het verleden gebeurd en heeft nu nog effect.Present continuous → het is vandaag.Present simple → het gebeurt vaker.Present simple → het gebeurt vaker.Present perfect → het is in het verleden gebeurd en heeft nu nog effect. I expect that all my experiences will help me in the future. It’s my long-term goal to have three dogs. I think (that) an internship will give me the opportunity to get some experience / gain some experience. Zin 2, aangegeven door het gebruik van ‘used to’. Als iets nooit, altijd of regelmatig gebeurt, of bij feiten. ‘I like chocolat is een feit bijvoorbeeld, of ‘snow melts when it is warm outside’. ‘We always eat pasta’ of ‘we never eat pasta’. Je gebruikt de future tense met ‘will’ bij:
Voorspellingen (predictions): I will be famous one day. I will visit New York one day.
Beloftes (promises): I will help you tomorrow, okay? De present perfect kun je gebruiken als je wil vertellen dat je iets nog nooit hebt gedaan of als iets in het verleden is gebeurd en het heeft nog steeds effect. In de eerste zin heeft hij zijn been gebroken, daarom kan hij vandaag niet spelen → heeft nu dus nog effect.
Ik heb nog nooit duif gegeten → in het Nederlands zeggen we het ook met ‘heb gegeten’ → have/has never eaten. Bij de derde zin geef je aan dat je er nog steeds woont, dat komt door het woordje ‘since’. Ook bij andere woorden zoals: yet, never, ever, since gebruik je een present perfect. Tip! Kijk dus steeds of er duidelijk staat dat iets nog effect heeft. Bedenk dit niet zelf er bij. Kijk naar het volgende voorbeeld:I went to the hairdresser last week. → sommige leerlingen stellen dat je dan ook een present perfect moet gebruiken (I have gone to the hairdresser last week) omdat het nog steeds effect heeft, want je hebt een nieuw kapsel. Echter, dit staat niet duidelijk in de zin terug, daarom gebruik je een past simple (went), het heeft namelijk geen effect meer volgens de zin.I broke my leg last year → nu geen last meer van.I have broken my leg last week, so I cannot walk today → er staat nu een duidelijk effect bij. Hasn’t started → present perfect, want er staat ‘yet’. Is fixing → present continuous, want het is nu. Tip! Present continuous. Have you ever eaten → present perfect, want er staat ‘ever’. Will → promise to yourself or a prediction (voorspelling).Boils → present simple, want het is een feit. Were walking → past continuous, want wij waren iets aan het doen toen er iets anders gebeurde.Have lost → present perfect, want het heeft nu nog effect (ik kan je nu niet bellen).Have lived → present perfect, want je woont er nog steeds, dus nu nog effect.I am trying –? Present continuous, want het gebeurt nu. Every (elke)All (alle)Both (beide ouders, het zijn er twee)Both (dit kun je zien aan ‘which’, wat aantoont dat er twee cakes zijn). No (er was niemand aanwezig vandaag). I used to really like horses.She used to be a very fast runner. It used to be hot here during summer.He used to love his work. have lived → we wonen er nog steeds, dus het heeft nog effect, want er staat ‘since’. Bought → zij kocht kaartjes, heeft geen effect meer. have made → er staat een effect achter in de bijzin.Was walking → ze was iets aan het doen toen er iets gebeurde. bought → geen effect meer. has broken → het heeft nog effect, want ze kan niet komen skien. Saw → geen effect meer.knew, got → geen effect meer. have arrived → het heeft nog effect, want je belt er nu over. have you known → je kent Jack nog steeds (we gaan er van uit dat hij nog leeft) dus het heeft nog effect. Are leaving → present continuous → het gebeurt nu. Is playing → present continuous → het gebeurt nu. Like → present simple → het gebeurt nooit.Will probably win → predictionsAre you going → voor plannen in de toekomstIs falling → present continuous → het gebeurt nu. Have you ever wondered? → present perfect → ever geeft dit aan. Are living → present continuous → at the moment geeft dit aan, het is nu.Has helped → present perfect → since 1934 geeft dit aan. Trains → present simple → ze doen dit op regelmatige basis. Je kunt het ook zien aan de vorm die voor ‘breeds’ is gebruikt. Knows → present simple → feitHas made → present perfect → is in het verleden gebeurd, maar heeft nu effect.Walks → present simple → gebeurt op regelmatige basis (every day).Has changed → present perfect → is in het verleden gebeurd, maar heeft nu effect. AllBothEveryNo Hiervoor kun je heel goed de Stones gebruiken om je antwoorden in te vullen. Tips:Gebruik signaalwoorden. Als je bijvoorbeeld een opsomming van je kwaliteiten geeft, gebruik dan woorden als ‘first of all’, ‘secondly’, ‘besides’, ‘furthermore’, ‘moreover’. Wil je redenen geven? Gebruik dan woorden als: therefore, since, because. Maak er geen boodschappenlijstje van kwaliteiten van: and I am dedicated and I am enthusiastic and ….Gebruik de theme words (B) om je kwaliteiten ook aan te geven. Hou je bijvoorbeeld erg van met kinderen werken? Geef dan in een zinnetje aan wat je ervaring hiermee is en hoe dat mooi samenhangt met je kwaliteiten. Bijvoorbeeld: I have always felt very passionate about children/sports/finances, because my parents used to have a babysitting company/dog walking company/sports shop. Therefore, I already have a lot of experience with this. I am a very hard-working person that likes to be challenged. Leer een paar van deze standaardzinnen uit je hoofd voor de toets, je kunt deze altijd gebruiken. B. Bij deze tekst kun je snel scannen op de inleiding, titel en laatste alinea. Dan kom je eigenlijk al uit op antwoord B of D. Voor een extra check kun je dan de tweede alinea lezen: “the act of slipping into someone’s shoes and spending time listening has the effect of connecting people with our shared humanity… building understanding and empathy”.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.