Paso Adelante 2 - Capítulo 6 - ¡De paseo por Salamanca! oefentoetsen & antwoorden

a) het verjaardagsfeest (6.1, A+B)b) la película de misterio/intriga (6.4, A+B)c) zingen (6.2, C)d) la película animada (6.4)e) de kijker (6.3, C)f) la canción (6.4)g) de bioscoop (6.1, A+B)h) la entrada (6.4, A+B)i) de jeugd (6.2, C)j) el ocio, el tiempo libre (6.4, F+G+H)k) het bos (6.3, F+G+H)l) de acuerdo (6.4, A+B)m) de discotheek (6.1, A+B)n) hacer algo divertido (6.4, A+B)o) het gezinsleven (6.2, C)p) cantar (6.4, C) a) Zeg, wat doe je morgenmiddag? (E)b) ¿Qué te gusta hacer en tu tiempo libre? (J)c) Pues, ¿vamos al cine? (E)d) Wat vind je van de serie El Internado? (J)e) Even kijken, de film is om zeven uur. zullen we dan half zeven afspreken? (E)f) A mí también. ¿Ya has visto su última peli? (J)g) Pues, no tengo planes todavía. (E)h) Ik vind het leuk om naar de bios te gaan. (J)i) Goed idee, ze draaien een hele goede griezelfilm. (E)j) ¡Me encanta El Internado! (J)k) De acuerdo. ¡Tengo muchas ganas! (E)l) Jammer! Morgen kan ik niet, zullen we vrijdag gaan? (J) a) meb) tec) led) nose) osf) les a) digob) dicesc) diced) decimose) decísf) dicen a) Je antwoord moet lijken op: (D)Voor een ontvanger (voor)Bij een doel (om te)Om een mening van iemand weer te gevenb) Als het regelmatig zou zijn, zou het ‘decido’ zijn. (G)c) Encantar, parecer, interesar, apetecer, fascinar. (I) a) Om te+heel werkwoord.b) Voor een ontvanger.c) Om een mening van iemand weer te geven.  Tip: Leer bron D goed uit je hoofd. a) paraBij een doel gebruik je para. b) porBij dagdelen gebruik je por. c) porbij een ruil gebruik je por.d) porBij een prijsaanduiding gebruik je por. e) paraBij een doel (om te + een heel werkwoord) gebruik je para.  Tip: Leer de onregelmatigheden uit bron G goed uit je hoofd. Let op dat de ik-vorm een extra g heeft, maar dat ook de jij-, hij/zij/u-, en zij-vorm onregelmatig zijn. a) tieneJuan is het onderwerp van de zin en kan je vervangen door él/hij.Vervoeg het werkwoord tener in de él/hij-vorm. b) vieneAna is het onderwerp van de zin en kan je vervangen door ella/zij. Vervoeg het werkwoord venir in de ella/zij-vorm. c) dicenLos padres is het onderwerp van de zin en kan je vervangen door ellos/zij-mv.Vervoeg het werkwoord decir in de ellos/zij-mv-vorm. d) sigoYo is het onderwerp van de zin.Vervoeg het werkwoord seguir in de yo/ik-vorm.  Tip: Kijk de twee filmpjes op Youtube die horen bij dit boek die gaan over gustar. Zoek op ‘Flip Spaans”, zo vind je ze vanzelf. a) gustaTu casa is enkelvoud, dus gebruik je gusta. b) pareceEsta clase is enkelvoud, dus gebruik je parece. c) interesanLas matemáticas is meervoud, dus gebruik je interesan. d) encantaBailar is een werkwoord, dus gebruik je encanta. e) apeteceir de tiendas is een werkwoord, dus gebruik je apetece. Tip: Zie vorige tipa) teA tí (jij) spreekt voor zich. b) leMi hermana kan je in gedachten vervangen door zij-enkelvoud, dus le. c) nosA nosotros (wij) spreekt voor zich. d) osA vosotros (jullie) spreekt voor zich. e) osKinderen, houden jullie van frietjes? Jullie, os dus.  Tip: Zie vorige tipa) A míIn de zin staat ‘me’, dus zal je daarvan de benadrukte vorm moeten nemen. b) A tiIn de zin staat ‘te’, dus zal je daarvan de benadrukte vorm moeten nemen.c) A él/A ella/ A usted‘Le’ kan slaan op hem, haar of u, dus alle drie de antwoorden zijn goed. d) A nosotrosIn de zin staat ‘nos’, dus daarvan zal je de benadrukte vorm moeten nemen. e) A vosotrosIn de zin staat ‘os’, dus zal je daarvan de benadrukte vorm moeten nemen.