Toets Nederlands

Nieuw Nederlands 6e ed/FLEX - Hoofdstuk 7 - Formuleren oefentoetsen & antwoorden

FLEX

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: 7.1 Dubbelop (onjuiste herhaling, tautologie, pleonasme, contaminatie, dubbele ontkenning) - 7.2 Fouten met verwijswoorden (onjuist verwijswoord, onduidelijk verwijzen) - 7.3 Incongruentie - 7.4 Dat/als-constructie - 7.5 Foutieve samentrekking - 7.6 Foutief beknopte bijzin - 7.7 Zinnen onjuist begrenzen (losstaand zinsgedeelte, zinnen ten onrechte samenvoegen) - 7.8 Woordgebruik - 7.9 Zinsbouw - 7.10 Uitdrukkingen

Nieuw Nederlands 6e ed/FLEX
Toets Nederlands
Nieuw Nederlands 6e ed/FLEX
Online maken
Toets afdrukken
a)Onjuiste herhaling: Als een vast voorzetsel ten onrechte twee keer wordt gebruikt, is dat een onjuiste herhaling. Tautologie: Als hetzelfde twee keer wordt gezegd, meestal met verschillende woorden van dezelfde woordsoort (synoniemen), heet dat tautologie. Pleonasme: Bij een pleonasme wordt een deel van de betekenis van een woord of een woordgroep nog eens door een ander woord uitgedrukt. Dat andere woord is meestal van een andere woordsoort. Contaminatie: Als twee woorden of uitdrukkingen worden verward en ten onrechte worden vermengd, heet dat een contaminatie. Dubbele ontkenning: In zinnen met een werkwoord dat al een ontkennend karakter heeft (voorkómen, misbruiken, verbieden, weerhouden, nalaten) wordt soms ten onrechte een tweede ontkenning toegevoegd.b) Verwijswoorden wijzen meestal terug naar een eerdergenoemd woord en soms vooruit naar een woord dat verderop in de zin staat. Het woord of de woordgroep waarnaar een verwijswoord terugwijst, heet het antecedent. c) Gebruik hen wanneer het verwijswoord lijdend voorwerp (lv) is: Nadat de ministers beëdigd zijn, kan het publiek hen (lv) op het bordes bewonderen.Gebruik hen na een voorzetsel (vz): De schaatsers vlogen naar Pyeongchang en veel fans reisden met (vz) hen mee.Gebruik hun als het meewerkend voorwerp (mv) is en er geen voorzetsel voor staat: De OranjeLeeuwinnen werden kampioen en de koning gaf hun (mv) een onderscheiding.Gebruik hun nooit als onderwerp: Waarom moeten wij de tekst schrijven, terwijl zij (niet: hun!) hem mogen typen?Verwijs naar een enkelvoudig begrip dat een verzameling personen omvat (de bevolking, de gemeenteraad, de politie) niet met het meervoudige ze, hen en hun, maar met een enkelvoudig verwijswoord: Bij de verkiezingen kan de bevolking van Zimbabwe haar (niet: hun!) stem laten horen.d) Bij een enkelvoudig onderwerp hoort een enkelvoudige persoonsvorm en bij een meervoudig onderwerp een meervoudige. Als bij een enkelvoudig onderwerp een meervoudige persoonsvorm staat of bij een meervoudig onderwerp een enkelvoudige persoonsvorm, is er sprake van incongruentie e) Je verbetert de dat/als-constructie door de bijzin die met als begint, achteraan de zin te plaatsen. Fout: Voetbalkenners beweren dat als de KNVB het profvoetbal niet anders opzet, Nederland nooit meer internationaal zal meetellen. Verbetering: Voetbalkenners beweren dat Nederland nooit meer internationaal zal meetellen, als de KNVB het profvoetbal niet anders opzet.f) De betekenis van de weggelaten woorden is hetzelfde.De vorm (bijvoorbeeld enkelvoud of meervoud) van de weggelaten woorden is hetzelfde.De grammaticale functie (onderwerp, lijdend voorwerp enzovoort) van de weggelaten woorden is hetzelfde.De plaats van de weggelaten woorden ten opzichte van de persoonsvorm is hetzelfde.g) Het ‘denkbeeldige’ onderwerp van een beknopte bijzin moet overeenkomen met het onderwerp van de hoofdzin. Als de onderwerpen niet hetzelfde zijn, is er sprake van een foutief beknopte bijzin. h) Vijf aanwijzing voor het woordgebruik: Gebruik geen lange woorden.Schrijf geen ‘moeilijke’ woorden over uit je bronnen.Schrijf alleen afkortingen van woorden die je ook uitspreekt als afkorting.Vermijd deftige of formele woorden.Varieer in woordkeuze a) Een pleonasme komt ook als stijlfiguur voor en is in dat geval correct: een donkere nacht, de hete zomerzon. b) Dit instituut is onzijdig. Naar onzijdige woorden wordt verwezen met zijn en het. c) Bijvoorbeeld: De advocaat stelt dat als het bewijs onrechtmatig verkregen is, de rechter geen veroordeling mag uitspreken. Het voegwoord dat hoort in deze zin bij de laatste bijzin de rechter geen veroordeling mag uitspreken en dit voegwoord moet dus bij deze bijzin staan.d) Bijvoorbeeld: De heer Vervoort is ziek en daarom vandaag niet naar zijn werk gegaan. Het eerste deel van deze zin is een naamwoordelijk gezegde, is is dus een koppelwerkwoord; het tweede deel van de zin is een werkwoordelijk gezegde, de weggevallen is is een hulpwerkwoord. Je kunt deze zin dus niet samentrekken, omdat het werkwoord is grammaticaal niet dezelfde functie heeft. e) Bijvoorbeeld: De Verenigde Staten is een groot land. (Het onderwerp van de zin De Verenigde Staten is meervoud (meerdere staten), de persoonsvorm is staat in het enkelvoud, dus is er sprake van incongruentie. a) De moed in de schoenen lieten zakken is een contaminatie van de moed laten zakken en de moed zinkt hen in de schoenen. b) Achteraf een evaluatie is een pleonasme. Een evaluatie is namelijk altijd achteraf. c) Op…op te rekenen is een onjuiste herhaling van het voorzetsel op.d) Het laten om geen hond te nemen is een dubbele ontkenning. In het werkwoord laten zit al een ontkenning, dus hier hoeft niet het ontkennend woord geen aan toegevoegd te worden. a) ze - Hier wordt verwezen naar De gemeente Zwolle. Gemeente is een vrouwelijk woord. b) haar - Hier wordt verwezen naar de bevolking. Dit is een vrouwelijk woord. c) het en zijn - Hier wordt verwezen naar dit hervormingscomité, een onzijdig woord.  a) hun - Gebruik hun als het meewerkend voorwerp is en er geen voorzetsel voor staat.b) hen - Gebruik hen na een voorzetselc) hen - Gebruik hen wanneer het verwijswoord lijdend voorwerp is. a) dat - verwijst naar bedrijf: bij verwijzing naar een het-woord gebruik je datb) wat - verwijst naar het beste: bij verwijzing naar een overtreffende trap gebruik je watc) wat - verwijst naar niets: bij verwijzing naar een onbepaald voornaamwoord gebruik je wat a) over wie - De vaste combinatie van werkwoord en voorzetsel is vertellen over. In deze zin wordt er verteld over (en dus verwezen naar het woord) die leuke jongen, dus een verwijzing naar een persoon. Bij een verwijzing naar een persoon gebruiken we voorzetsel + wie.b) aan wie - De vaste combinatie van werkwoord en voorzetsel is toevertrouwen aan. In dit geval wordt er toevertrouwd aan (en dus verwezen naar) de penningmeester, dus een verwijzing naar een persoon. Bij een verwijzing naar een persoon gebruiken we voorzetsel + wie.c) waaraan - De vaste combinatie van werkwoord en voorzetsel is zich ergeren aan. In dit geval wordt er zich geërgerd aan (en dus verwezen naar) het gedrag van Esther, waarbij gedrag de kern is van dit zinsdeel, dus een verwijzing naar een ding. Bij een verwijzing naar een ding gebruiken we waar + voorzetsel. a) hij moet het zijn: het woord verwijst naar rijpaard. Dit is een onzijdig woord.b) dat moet wat zijn: na een overtreffende trap het mooiste komt altijd het verwijswoord watc) haar verwijst onduidelijk: wordt hier Eline of Kirsten bedoeld?d) wat moet dat zijn: er wordt hier verwezen naar het woord boek. a) Foutieve samentrekking: de vertrouwensdocent is meewerkend voorwerp in het eerste gedeelte van de zin, maar lijdend voorwerp in het tweede gedeelte van de zin. Je mag alleen samentrekken als beide delen grammaticaal dezelfde functie hebben. b) Dat/als-constructie: de bijzin wanneer jongeren met alcoholvergiftiging in het ziekenhuis belanden staat midden in de zin. Zorg dat het voegwoord dat bij de juiste bijzin geplaatst wordt. c) Incongruentie: de jonge socialisten is meervoud, dus de persoonsvorm moppert moet ook in het meervoud staan: mopperen.Tip: Bij een opdracht waarbij alle fouten door elkaar staan, kun je als volgt te werk gaan. Ga allereerst op zoek naar een van de volgende punten: ontkennende werkwoorden (dubbele ontkenning) bijvoeglijke naamwoorden (pleonasme of tautologie)uitdrukkingen (contaminatie)voorzetsels en werkwoorden met een vast voorzetsels (onjuiste herhaling)de woorden dat en als -of woorden die gelijk staan aan dat en als- (dat/als-constructie)Als je de fout niet kunt vinden, ontleed de zin vervolgens. Ga op zoek naar onderwerp en persoonsvorm en let op het getal van deze zinsdelen (incongruentie). of - bij samengestelde zinnen - de onderwerpen en persoonsvormen van beide delen van de zin (foutieve samentrekking, foutief beknopte bijzin). Hierna kun je naar het lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp kijken (verwijswoorden hun/hen of foutieve samentrekkingen)Heb je de fout nog niet gevonden, dan heb je zeer waarschijnlijk te maken met een losstaand zinsgedeelte of zinnen die ten onrechte zijn samengevoegd. Let hiervoor op het plaatsen van punten, komma’s of juist het ontbreken hiervan.  a) In deze nieuwbouwwijk wordt nu een sporthal gebouwd en volgend jaar twee tennisparken aangelegd. (De fout staat in deze uitwerkingen steeds onderstreept.)Foutieve samentrekking: In het eerste gedeelte is onderwerp en persoonsvorm enkelvoud, in het tweede gedeelte van de zin is het onderwerp meervoud en moet er dus ook een meervoudige persoonsvorm aan toegevoegd worden.… en worden volgend jaar twee tennisparken aangelegd. b) Ongeveer 75 procent van de deelnemers hebben zich opgegeven via onze website. Incongruentie: de kern van het onderwerp in deze zin Ongeveer 75 procent van de deelnemers is 75 procent. Percentages zijn enkelvoudig. De persoonsvorm staat in het meervoud hebben. Onderwerp en persoonsvorm congrueren dus niet. Ongeveer 75 procent van de deelnemers heeft …c) Dat is iets dat heel vaak voorkomt bij reizigers in een onbekend land.Onjuist verwijswoord: na een onbepaald voornaamwoord iets volgt altijd het verwijswoord wat. Dat is iets wat …d) Leraren voelen er natuurlijk niet veel voor om proefwerken tot later uit te stellen. Pleonasme: uitstellen is altijd tot later. Je kunt niet eerder uitstellen. … om proefwerken uit te stellen.e) Na gezwommen te hebben gaf de organisatie de deelnemers de opdracht nog een kilometer te crossen. Foutief beknopte bijzin: Het onderwerp van de hoofdzin de organisatie, is niet het onderwerp van de beknopte bijzin (we nemen aan dat de deelnemers gezwommen hebben). Nadat de deelnemers gezwommen hadden, gaf de organisatie aan hen de opdracht …f) Een voorbijganger kon nog net beletten dat de peuter met zijn driewieler geen duikeling maakte in de gracht. Dubbele ontkenning: het werkwoord beletten heeft een ontkennend karakter. Hier is het dus niet nodig om het woord geen toe te voegen. … dat de peuter met zijn driewieler een duikeling maakte in de gracht.g)  Een massa liefhebbers van concerten kwamen tot hun teleurstelling niet in aanmerking voor een toegangsbewijs.Incongruentie: Het onderwerp van de zin is een massa liefhebbers van concerten. De kern van dit onderwerp is massa; een enkelvoudig begrip. De persoonsvorm moet dus ook in enkelvoud staan. Een massa liefhebbers van concerten kwam …h) We weten zeker dat wanneer je je niet tijdig aanmeldt, je geen kans maakt op een entreebewijs. Dat/als-constructie: De voegwoorden dat en als moeten aan het begin van de bijzin staan waar ze bij horen.We weten zeker dat je geen kans maakt op een entreebewijs, wanneer je je niet tijdig aanmeldt.Tip: bereid je voor op de toets Formuleren door natuurlijk de regels goed te leren, maar ook door veel te oefenen en veel voorbeelden te zien. Daarnaast helpt het om de grammaticaregels goed te kennen. a) Verkeerde woordkeus: De vraag die gesteld werd aan de klas, werd door die leerling duidelijk beantwoord.b) Woordkeus: herhaling van de docent en zinsopbouw: geen variatie in zinsopbouw, geen afwisseling tussen enkelvoudige en samengestelde zinnen, geen verbanden tussen zinnen aangegeven. De docent gaf al 10 jaar les en was erg populair. Hij genoot van de lessen en de collega’s vond hij ook erg aardig. c) Woordvolgorde: begrippen die bij elkaar horen, moeten naast elkaar geplaatst worden: niet iedereen kon zo'n verre reis betalen.

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in