Solutions 3rd edition - Hoofdstuk 2 - School days oefentoetsen & antwoorden

h - b - d - a - f - g - e - c Ten minutes past twelveA quarter to sevenTen to nineA quarter past threeTwenty-five past oneFour o’clock ChemistryArt and designBiologyMusicREMaths / physicsEnglishEconomicsPEICT A hundred and thirty-five / one hundred and thirty-fiveOne thousand, two hundred and fourQuarter past nine / nine fifteenThe twentieth of JulyFebruary seventeenthTwo thousand and twenty-threeEighteen forty-sevenThe ninth of September, two thousand and six Toelichting: maanden beginnen in het Engels altijd met een hoofdletter. a. wetb. safec. larged. narrow De present simple interrogative wordt gevormd door do/does + het hele werkwoord zonder to.We gebruiken have to / has to om te praten over dingen die nodig of verplicht zijn.We gebruiken don’t / doesn’t have to om te praten over dingen die niet nodig of verplicht zijn. We gebruiken bijwoorden van frequentie (adverbs of frequency) om te zeggen hoe vaak iets gebeurt. Bijwoorden van frequentie worden gewoonlijk voor het zelfstandig werkwoord geplaatst, behalve bij het werkwoord be. Bij een vorm van be worden zij na het werkwoord geplaatst. Bijvoorbeeld: She often visits her friends. She is often late for work.We gebruiken vragende voornaamwoorden (question words) om naar informatie te vragen en ze worden aan het begin van de zin geplaatst. We gebruiken should / shouldn’t + infinitive without to om advies te geven. We gebruiken de gebiedende wijs (imperatives) om bevelen en instructies te geven en om een verzoek te doen. We vormen de bevestigende gebiedende wijs (affirmative imperatives) met het hele werkwoord zonder to.We vormen de negatieve gebiedende wijs (negative imperatives) met don’t en het hele werkwoord zonder to. At what time does Thijn get up on Sundays? / What does Thijn do at ten on Sundays? / What does Thijn do on Sundays at ten?What do you do every afternoon? / When do you walk your dog?At what time does father have breakfast? / What does father do at eight?At what time do you leave school? / What do you do at four?Where do you have lunch? Have toDo not have to / Don’t have toHave toHave toDo not have to / Don’t have to Hier zie je voorbeelden van juiste vragen. Je mag zelf natuurlijk iets anders vragen dat bij deze antwoorden past.Does she (of een meisjesnaam) have to work this weekend (of iets anders dat past)?Do they (of iets anders dat door ‘they’ vervangen kan worden, bijvoorbeeld ‘the students’) have to read that book (of iets anders dat past)?Do you have to wake up early tomorrow (of iets anders dat past)?Do I have to buy a present (of iets anders dat past)?Do we (of iets anders dat door ‘we’ vervangen kan worden, bijvoorbeeld ‘you and I’) have to study now (of iets anders dat past)?  Toelichting: Do gebruiken we voor I, you, we, they. Does gebruiken we voor he, she, it. Als do/does als hulpwerkwoord in een zin gebruikt wordt, is het daaropvolgende zelfstandig werkwoord altijd het hele werkwoord. a. John hardly ever misses volleyball practise.b. Betty is always up for a party. c. We usually get up at six.d. This colour never gets out of style. e. I often see my niece. f. They are sometimes in my neighbourhood to visit friends.  Toelichting: Bijwoorden van frequentie worden voor het zelfstandig werkwoord geplaatst, behalve bij het werkwoord be. Bij een vorm van be worden zij na het werkwoord geplaatst. Bijvoorbeeld: She often visits her friends. She is often late for work. a. Victor sometimes goes to bed without complaining.b. Florence often bakes cookies on Saturdays.c. Grandad usually reads the newspaper in the morning.d. Uncle Tim is hardly ever at home on weekdays.e. Aunt Camilla always visits us when she is in town. Soms zijn er meerdere antwoorden mogelijk. Zorg dus wel dat je niet hetzelfde vraagwoord twee keer hebt staan!a. What time / Whenb. Howc. Whosed. What / Whene. How many / Whose / Whichf. Where / When / What time a. after – onb. beforec. afterd. at – ate. on a. Shouldb. Shouldc. Shouldn’td. Shouldn’te. Should  a. Inviteb. Visitc. Don’t leave (Let op de betekenis van de zin: hier moet het een ontkenning zijn.)d. Bee. Don’t tell