Toets Economie

LWEO Vragers en Aanbieders 1e ed - Hoofdstuk 1 t/m 5 - oefentoetsen & antwoorden

1e editie

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: Marginale kosten, asymmetrische informatie, aanbodlijn, homogeen, prijselasticiteit, progressieve en proportionele variabele kosten,  moral hazard, verschuivende lijnen, vakbond, substituten, mechanisatie, evenwichtsprijs, omzet arceren, besluitvorming.

Examendomein: A, D, G, H

LWEO Vragers en Aanbieders 1e ed
Toets Economie
LWEO Vragers en Aanbieders 1e ed
Online maken
Toets afdrukken
WerkwijzeOm te weten wat je marginale kosten zijn leggen we eerst beide onderdelen kort uit.Met marginale bedoelen we extra.Kosten worden door een onderneming gemaakt  bij de productie en druk je uit in geld.Marginale kosten zijn dus de extra kosten die erbij komen als een onderneming één extra product maakt.De eerder gemaakte kosten horen hier dus niet bij.Eindantwoord De marginale kosten zijn de extra kosten die gemaakt worden als een onderneming één extra product maakt. WerkwijzeOm te weten wat we bedoelen met asymmetrische informatie gaan we het begrip even kort uitleggen.Wanneer iets symmetrisch is dan zijn beide kanten hetzelfde. Wanneer iets asymmetrisch is dan betekent dat dat beide kanten niet hetzelfde zijn. Informatie kennen we, dit is wat je ergens van weet.Eindantwoord Met asymmetrische informatie bedoelen we dat er twee partijen zijn die niet over dezelfde informatie beschikken.Tip: Dit wordt nu niet in de vraag gesteld maar dit is een vaak genoemd begrip bij het onderdeel verzekeringen.  Doordat de verzekeraar en de verzekerde niet over dezelfde informatie beschikken kan het zo zijn dat er een verkeerde premie gevraagd / betaald wordt. WerkwijzeOm te weten wat je op de aanbodlijn kunt zien kunnen we mooi een voorbeeld ervan laten zien. Zie hieronder.In dit voorbeeld zijn de verkopers bij een prijs van 40 euro bereid om 5 miljoen stuks aan te bieden. De aanbodlijn laat dus zien bij verschillende prijzen wat het aanbod is.EindantwoordOp de aanbodlijn kun je zien, bij welke prijs, er hoeveel stuks aangeboden wordt door de verkoper. WerkwijzeOm te weten wat waarom arbeid niet homogeen is moeten we eerst uitleggen wat we bedoelen met het begripHomogeen betekent: in de ogen van de consument is iets identiekArbeid is het geleverde werk door een werknemerDan rest ons de vraag: is het werk dat door de ene werknemer gedaan wordt altijd PRECIES hetzelfde als wanneer dat door een andere werknemer gedaan wordt? Eindantwoord Arbeid is niet homogeen omdat werk dat gedaan wordt door verschillende werknemers nooit precies hetzelfde is. Je hebt op school misschien ook wel verschillende docenten economie. Maar geeft elke docent exact hetzelfde les? Waarschijnlijk niet. Het is dus bepalend wie het werk doet. Arbeid is dus niet homogeen. WerkwijzeOm te weten wat prijsinelastisch is moeten we kijken wat de betekenis van het woord elastisch is.Met elasticiteit meten we of mensen gevoelig zijn voor prijsveranderingen.We koppelen dit nu aan de prijs en we willen weten wat inelastisch is.Inelastisch betekent dat iemand niet gevoelig is.En het gaat over de prijs, dan hebben we het antwoord.Eindantwoord Wanneer iemand prijsinelastisch is dan is deze persoon niet gevoelig voor de prijs(veranderingen). Deze persoon zal het product dus toch wel kopen, ookal verandert de prijs. WerkwijzeOm te weten wat het verschil is tussen progressieve en proportionele variabele kosten moeten we eerst beide woorden kort uitleggen.Variabele kosten zijn kosten die afhankelijk zijn van de hoeveelheid die je maakt.Maak je geen producten, dan heb je ook geen variabele kosten.Deze variabele kosten kunnen proportioneel zijn: dat betekent dat elk product dat je extra maakt evenveel kost om te maken. Dus bijvoorbeeld elk product dat je extra maakt kost steeds 4 euro.Deze variabele kosten kunnen ook progressief zijn. Elk product dat je extra maakt wordt steeds duurder om te maken. Dus bijvoorbeeld een product extra kost 4 euro. Maak je er daarna nog een extra dan kost deze 5 euro. En zo verder. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat er hierdoor meer arbeiders nodig zijn of dat mensen overuren moeten maken waardoor het duurder wordt om dit te maken.Als je dit combineert dan weet je het antwoordEindantwoord Proportionele variabele kosten zijn variabele kosten die bij elke eenheid hetzelfde zijn, bij progressieve variabele kosten nemen de variabele kosten per eenheid product toe naarmate je meer gaan produceren. WerkwijzeOm te weten hoe een verzekeringsmaatschappij Moral hazard tegen kan gaan moeten we eerst weten wat we bedoelen met Moral Hazard.We bedoelen met Moral hazard dat iemand ‘minder voorzichtig is’ omdat hij verzekerd is.In het geval van schade vergoed de verzekeringsmaatschappij namelijk een groot deel van de financiële schade. Als door dit gedrag het aantal schadegevallen enorm toenemen heeft de verzekeringsmaatschappij meer moeten uitbetalen.Als ze dus willen zorgen dat mensen voorzichtiger worden dan zullen ze iets moeten bedenken waardoor het niet aantrekkelijk is om onvoorzichtig te zijn / of ze moeten het aantrekkelijk maken om voorzichtig te zijn.Het eigen risico of een premiekorting bij geen schade is hier een voorbeeld van. EindantwoordOm te voorkomen dat mensen zich onvoorzichtig gaan gedragen omdat ze toch verzekerd zijn kan een verzekeringsmaatschappij proberen dit gedrag te beïnvloeden door het instellen van een eigen risico of premiedifferentiatie. Met een eigen risico moeten mensen een deel van de schade zelf betalen. Premiedifferentiatie zorgt voor een lagere premie bij goed gedrag. In beide gevallen kan de verzekerde geld besparen wat het aantrekkelijk maakt om voorzichtig te blijven, ook al ben je verzekerd. WerkwijzeOm te weten wanneer we spreken van een verschuiving over de vraaglijn moeten we helder hebben wat er gebeurt.De lijn zelf blijft dus hetzelfde. Er is alleen een ander punt op de lijn als je over de vraaglijn gaat verschuiven.Wat zie je dan: Dat voor een lagere prijs de hoeveelheid vraag hoger is (10 euro = 2.000.000) en voor een hogere prijs de vraag lager is ( 15 euro = 1.000.000)We spreken dus van een verschuiving wanneer de prijs verandert.Eindantwoord We spreken van een verschuiving over de vraaglijn als de prijs van het product verandert. Bij een hogere / lagere prijs willen minder / meer mensen het product kopen WerkwijzeOm te weten wat de beweegreden is om lid te worden van de vakbond moeten we even kijken naar wat we bedoelen met de vakbond.De vakbond is een organisatie die de belangen behartigd van de leden.Zij treden vaak namens een groep werknemers op en gaan in overleg met de werkgever(sorganisaties)Dit overleg gaat bijvoorbeeld over het CAO.De vakbond is er ook om de leden te helpenAls je hier dus lid van wordt dan kunnen ze jou helpen bij conflicten met je werkgever, ook proberen ze voor de leden een zo goed mogelijk CAO te regelen.Je moet hiervoor wel een lidmaatschap betalen.EindantwoordEen werknemer kan lid worden van de vakbond omdat deze de belangen behartigd van de werknemers en in overleg gaat met de werkgeversorganisaties. Hiervoor moet je wel een lidmaatschap betalen. De vakbond doet zijn best voor jou en helpt je in noodsituaties. WerkwijzeOm te weten hoe substituten en de termijn de prijselasticiteit beïnvloeden kijken we eerst naar het begrip prijselasticiteit.De prijselasticiteit van de vraag geeft de gevoeligheid van consumenten aan voor een prijsverandering.Als er vervangende (substituten) zijn dan kan het zijn dat mensen minder gevoelig zijn voor prijsveranderingen omdat ze toch een alternatief kunnen zoeken.Als je iets meteen moet hebben ben je misschien niet prijsgevoelig. Maar als je voor langere tijd ook andere mogelijkheden hebt ben je misschien wel gevoelig.  EindantwoordHoe gevoelig mensen reageren op prijsveranderingen hangt af van de mogelijkheid dat mensen een alternatief kunnen kopen (pepsi ipv cola) en de termijn dat er iets gebruikt kan worden (moet je morgen met de trein of pas volgende maand?) Anders kun je misschien een alternatief bedenken. WerkwijzeOm te weten wat of de onderneming een product zal gaan verkopen zal gekeken worden naar de verwachte opbrengst en de verwachte kosten.Dan kunnen we bepalen of ze 60.000 winst gaan maken.Ze verwachten 20.000 stuks te verkopen voor 29,50 euro.De verwachte opbrengst is dan 590.000 euroDe verwachte kosten bestaan uit variabele kosten en constante kosten.De variabele kosten zijn 15 euro x 20.000 = 300.000 euroDe constante kosten zijn gegeven: 250.000De totale kosten zijn dus 300.000 + 250.000 = 550.000Dan gaan we kijken of ze de doelstelling behalen:Eindantwoord TO = 29.50 x 20.000 = 590.000TK = (15 x 20.000) + 250.000 = 550.000TW = 590.000 – 550.000 = 40.000Dit is minder dan de doelstelling. Ze zullen het dan niet gaan verkopen. WerkwijzeOm te weten waarom averechtse selectie niet fijn is zullen we eerst moeten uitleggen wat dit is. Daarna kunnen we een oplossing bedenken. Met averechtse selectie bedoelen we een groep mensen die je juist niet wilt bereiken.Dit zijn dus de mensen die vaak schade hebben. Dit is niet fijn omdat dit de verzekeringsmaatschappij geld kost. Ze zullen hierdoor gedwongen worden om de premie te verhogen.Als gevolg hiervan zullen de mensen met weinig schade weggaan. Zij zullen niet bereid zijn om de hogere premie te betalen.Om dit te voorkomen moet voor deze groep iets bedacht worden.Eindantwoord Door averechtse selectie behoudt een verzekeringsmaatschappij vooral de klanten die vaak schade hebben. Om te voorkomen dat de klanten die weinig schade niet weg gaan (vanwege hogere premie) moet er bijvoorbeeld premiedifferentiatie toegepast worden. Hierdoor betalen de mensen met weinig of geen schade een lagere premie en gaan ze niet weg. Zo behoudt de verzekeringsmaatschappij toch nog inkomsten van een groep die geen geld kost. WerkwijzeOm te weten met hoeveel de evenwichtsprijs in procenten is veranderd moeten we vraag en aanbod aan elkaar gelijk stellen in de oude en nieuwe situatie.Oude situatie-4p + 500 = 3p – 130Beide kanten tellen we 4P op:0p + 500 = 7p – 130Beide kanten tellen we 130 op0p + 630 = 7p – 0Dus hebben we dat 630 = 7pBeide delen we door 7 dan krijg je90 = PNieuwe situatie (gaat iets sneller zonder de tussenstappen)-4p + 400 = 3p – 130400 = 7P – 130530 = 7p75,71 = pNu gaan we de procentuele verandering bepalen. De nieuwe prijs is 75,71 en de oude prijs was 90 euro.De procentuele verandering bereken je door de formule (nieuw – oud) / oud x 100% te doen.Dus (75,71 – 90) / 90 x 100% = 15,87%Eindantwoord We gaan Qv en Qa aan elkaar gelijk stellen.In de oude situatie is de prijs 90 euro, in de nieuwe situatie 75,71Dit is een procentuele verandering van: (75,71 – 90) / 90 x 100% = -15,87%De prijs is dus met 15,87% gedaald. WerkwijzeOm te weten hoe mechanisatie kan zorgen voor minder banen op korte termijn maar voor meer banen op lange termijn moeten we eerst weten wat mechanisatie is.Bij mechanisatie worden computers of machines ingezet in het productieproces. Hierdoor kunnen bepaalde taken misschien niet meer door mensen worden uitgevoerd en zijn ze dus overbodig.Deze mensen gaan op zoek naar ander werk. Ze gaan zich (misschien) omscholen om ergens anders een baan te kunnen vinden. Hierdoor kunnen er nieuwe banen ontstaan die er eerst niet waren.De dienstensector is enorm gegroeid omdat computers het werk van mensen overnemen.Eindantwoord Door mechanisatie nemen computers / machines het werk over van mensen. Deze raken daardoor hun baan kwijt. Zij gaan op zoek naar (nieuw) werk. Door deze ontwikkeling is er meer werk in de dienstensector gekomen. Hier zijn er dus banen bij gekomen. WerkwijzeOm te weten wat het effect is op de omzet bij een prijsstijging van 300 euro naar 400 euro tekenen we stippellijntjes bij de prijs naar de hoeveelheid (zie tekening).Bij een prijs 300 euro is de vraag 5.000Bij een prijs van 400 is de vraag 4.000Hierdoor is het gedeelte boven de 300 euro de extra nieuwe omzet. Deze 4.000 mensen betalen 100 euro meer.Het gedeelte tussen de 4.000 en 5.000 is het verloren surplus. Deze 1.000 mensen kopen de beeldschermen niet meer en dit zijn ze dus kwijt.De verandering van de prijs ( 100/300 x 100%) is 33% hogerDe verandering van de hoeveelheid is (1.000/5.000 x 100% ) is 20% lagerDe vraag reageert dus minder hard op de prijswijziging.Dan spreek je van prijsinelastischEindantwoord Zie hierboven. De vraag reageert minder hard ( -20%) dan de prijsverhoging ( +33%). Dus is er sprake van een prijsinelastische vraag.

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in