Toets Economie

Praktische Economie MAX 2021 M2 Vraag en aanbod - Hoofdstuk 1 - De vraag naar producten oefentoetsen & antwoorden

MAX

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: individuele vraag, betalingsbereidheid, consumentensurplus, substitueerbare producten, complementaire producten, collectieve vraag, ceteris paribus, prijselasticiteit, Giffengoederen, kruislingse prijselasticiteit, inkomenselasticiteit, inferieure goederen en Engelkromme.

Praktische Economie MAX 2021 M2 Vraag en aanbod
Toets Economie
Praktische Economie MAX 2021 M2 Vraag en aanbod
Online maken
Toets afdrukken
De volgende vijf factoren beïnvloeden de individuele (en collectieve) vraag:  1. Individuele voorkeuren. Iemand met een voorkeur voor een product, is bereid er meer voor te betalen dan iemand zonder die voorkeur. Een toename van de betalingsbereidheid betekent een hogere prijs bij ieder gevraagd aantal; de vraaglijn verschuift naar rechts.  2. Het beschikbare budget. De individuele vraag naar een product neemt meestal toe als de vrager over een groter budget beschikt. In dat geval verschuift de vraaglijn naar rechts.  3. Substitueerbare producten. Als twee producten inwisselbaar zijn, zijn het       substitueerbare producten: ze voorzien in dezelfde behoefte. De individuele       vraag naar een product vermindert als er substituten voor bestaan.  4. Complementaire producten. Producten die elkaar aanvullen zijn        complementaire producten: producten die alleen in combinatie met elkaar een       behoefte kunnen bevredigen. De betalingsbereidheid voor één van deze       producten neemt toe als het complementaire product al in het bezit is.  5. Exogene factoren. Dit zijn factoren waar de consument geen invloed op heeft      (bijvoorbeeld het weer). Deze factoren kunnen de vraag ook beïnvloeden.De collectieve vraaglijn geeft het verband weer tussen de prijs van een product en de gevraagde hoeveelheid van alle consumenten. De individuele vraaglijn geeft het verband weer tussen de prijs van een product en de gevraagde hoeveelheid van één consument. Let op: zorg voor een volledig antwoord! Een antwoord als: de een gaat om alle consumenten en de ander om een consument is niet volledig. Segment A: een inelastische vraag. Hoe lager de prijs, hoe kleiner het procentuele effect van een prijsverandering op de gevraagde hoeveelheid.Let op: procentueel moet worden genoemd voor een goede verklaring.Segment B: volkomen inelastisch. De gevraagde hoeveelheid reageert niet op een prijsverandering. De richtingscoëfficiënt is de verandering van de hoeveelheid gedeeld door de verandering van de prijs, anders opgeschreven ∆q / ∆p (∆ = delta). Als de prijs wordt verhoogd van 0 naar 4 (een verandering van 4), daalt de gevraagde hoeveelheid van 20 naar 0 ( een verandering van -20). De richtingscoëfficiënt is -20 / 4 = -5. Als de richtingscoëfficiënt wordt ingevuld in de formule hebben wij nog één onbekende (vraagteken): qv = -5p + ?Voor het uitreiken van de onbekende hebben wij een prijs en een hoeveelheid nodig. Bijvoorbeeld p = 2 en q = 10. Bij het invullen in de formule krijgen wij: 10 = -5 x 2 + ?Hieruit volgt: 10 = -10 + ? De onbekende is dan 20. De formule (vergelijking) van deze individuele vraag is qv = -5p + 20.pq totaal0(24 + 20) = 441(18 + 15) = 332(12 + 10) = 223(6 + 5) = 114(0 + 0) =  0                Op grond van het antwoord op de vorige vraag, krijg je onderstaande collectieve vraaglijn.Het consumentensurplus is (4 – 1) x 33 x 0,5 = € 49,50Toelichting: de prijs op de verticale as bij q = 0 is € 4; De hoeveelheid bij een prijs van € 1 is 33 stuks. De prijs van geitenkaas invullen in de vraagvergelijking:qv = -1,5p + 15qv = -1,5 x 8 + 15qv = -12 + 15qv = 3 (x 1000 kg)b. Toelichting: Je hoeft maar twee punten te hebben om een rechte lijn te maken.Eerst stel je qv op 0.Je vult in de vraagfunctie bij qv een “nul” in. Dus qv = -1,5p + 15 wordt 0 = -1,5p + 15.De onbekende (dat is p) gaat naar de linkerkant van het = teken.  Dan verandert –1,5p in + 1,5p. Er staat nu 1,5p = 15. Om p te krijgen wordt 15 gedeeld door 1,5. Dus p = € 10. Als p = 0 dan vul je in de vraagfunctie in: qv = - 1,5 x 0 + 15. Hieruit volgt:  qv = 15.Je hebt nu twee punten (qv = 0 en p = 10) en (qv = 15 en p = 0)Als je deze twee punten verbindt met een rechte lijn heb je de collectieve vraaglijn. Toelichting: het consumentensurplus is de driehoek boven de prijs van € 5, links van de vraaglijn.Consumentensurplus bij p = 6 was   0,5 x (€ 10 - € 6) x 6.000 = € 18.000. (Bij het invullen van een prijs van € 4 in de vraagvergelijking, kun je de hoeveelheid berekenen: qv = -1,5 x 6 + 15 = 6.000) Consumentensurplus bij P = 4 wordt 0,5 x (€ 10 - € 4) x 9.000 = € 27.000.(Bij het invullen van een prijs van € 4 in de vraagvergelijking, kun je de hoeveelheid berekenen: qv = -1,5 x 4 + 15 = 9.000) Toename: € 15.000.                            Uit de grafiek is af te lezen dat de gevraagde hoeveelheid stijgt van 1 miljoen liter naar 2 miljoen liter.De formule van de prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid is: procentuele hoeveelheidsverandering / procentuele prijsverandering.De procentuele hoeveelheidsverandering is: (nieuwe hoeveelheid – oude hoeveelheid) / oude hoeveelheid x 100%Dus (2 miljoen / 1 miljoen) / 1 miljoen x 100% = 100%.De procentuele prijsverandering is: (nieuwe prijs – oude prijs) / oude prijs x 100%.Dus (€ 2,50 - € 2) / € 2 x 100% = -25%.De uitkomst van de prijselasticiteit is 100% / -25% = -4De vraag naar sinaasappelsap is elastisch, omdat de uitkomst lager is dan -1.Of: De vraag naar sinaasappelsap is elastisch, omdat de procentuele hoeveelheidsverandering groter is dan de procentuele prijsverandering.De omzet is de prijs x de hoeveelheid. Dus € 2 x 2 miljoen liter = € 4 miljoen. Je kon van tevoren weten dat de omzet zou stijgen. Bij een elastische vraag zal bij een prijsdaling de procentuele hoeveelheidsverandering meer stijgen, dan de procentuele prijsverandering zal dalen. Dit verhoogt de omzet. De procentuele prijsverandering van margarine is (€ 1,65 -€ 1,50) / € 1,50 x 100% = 10%.De prijselasticiteit van de vraag is: procentuele hoeveelheidsverandering margarine  / 10% = -0,25.De procentuele hoeveelheidsverandering van margarine is dan –2,5% (10 x -0,25).Er worden dan 1.000 x 0,975 = 975 kuipjes margarine verkocht na de prijsverandering.Het consumentensurplus bij een prijs van € 1,50 is (€ 7,50 - € 1,50) x 1.000 x 0,5 = € 3.000. Het consumentensurplus bij een prijs van € 1,65 is (€ 7,50 - € 1,65) x 975 x 0,5 = € 2.851,875.Het consumentensurplus is € 3.000 - € 2.851,875 = € 148,125 lager De formule van de inkomenselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid is: procentuele hoeveelheidsverandering / procentuele inkomensverandering.De procentuele hoeveelheidsverandering is: (nieuwe hoeveelheid – oude hoeveelheid) / oude hoeveelheid x 100%.Dus (3 – 1) / 1 x 100% = 200%.De procentuele inkomensverandering is:(nieuwe inkomen – oude inkomen) / oude inkomen x 100%.Dus (€ 4.200 – € 3.000) / € 3.000 x 100% = 40%.De uitkomst van de inkomenselasticiteit is 200% / 40% =5.Product A is een luxegoed. De uitkomst van de inkomenselasticiteit is groter dan 1.De formule van de inkomenselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid is: procentuele hoeveelheidsverandering / procentuele inkomensverandering.De procentuele hoeveelheidsverandering is: (nieuwe hoeveelheid – oude hoeveelheid) / oude hoeveelheid x 100%.Dus (165 – 150) / 150 x 100% = 10%.De procentuele inkomensverandering is: (nieuwe inkomen – oude inkomen) / oude inkomen x 100%.Dus (€ 4.200 – € 3.000) / € 3.000 x 100% = 40%.De uitkomst van de inkomenselasticiteit is 10% / 40% = 0,25.Product B is een normaal goed. De uitkomst van de inkomenselasticiteit zit tussen de 0 en de 1.Als andere snacks hoger gewaardeerd worden en ook duurder zijn. De klanten zullen dan als ze meer te besteden hebben meer van deze duurdere producten en dus minder kroketten kopen.Andere voorbeelden van inferieure goederen: binnenlandse vakanties. Als mensen meer geld krijgen gaan ze liever in het buitenland op vakantie;prepaid telefoon. Bij hoger inkomen nemen mensen een abonnement;fiets. Als je meer geld hebt wil je een brommer. Een prijselasticiteitscoëfficiënt van -0,1.Er staan alleen jongens in de rij om als eerste een computerspel te kopen. Jongens blijken dus minder prijsgevoelig dan meisjes bij de vraag naar games (bij een prijselasticiteitscoëfficiënt van -0,1 is de procentuele hoeveelheidsverandering kleiner dan de procentuele prijsverandering).

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in