Praktische Economie MAX 2021 M1 Schaarste, geld en handel - Hoofdstuk 2 - Van ruilen komt geen huilen oefentoetsen & antwoorden

Ruil kan wederzijds voordeel opleveren onder de volgende voorwaarden:het moet vaststaan dat de aanbieder van een middel ook de rechtmatige eigenaar is;de transactiekosten van de ruil moeten lager zijn dan het wederzijds voordeel van de ruil.Transactiekosten zijn kosten die gemaakt worden voor het maken van een wederzijds voordelige ruil.Instituties zijn organisaties die een bepaalde ruil vergemakkelijken doordat ze de transactiekosten van een ruil verlagen. Voorbeelden van instituties:School. Het doel van een school is het overbrengen van kennis en vaardigheden. Transactiekosten die worden verlaagd zijn zoek- en vervoerskosten.Makelaar in huizen. Het doel van een makelaar is vragers en aanbieders van huizen bij elkaar brengen en helpen bij de ruil. Transactiekosten die worden verlaagd zijn administratieve kosten en zoekkosten.Kaasmarkt. Het doel van een kaasmarkt is vragers en aanbieders bij elkaar brengen. Transactiekosten die worden verlaagd zijn zoek- en transportkosten.In een contract wordt bepaald onder welke voorwaarden een ruil plaatsvindt.Contracten worden opgesteld bij een ingewikkelde vaak kostbare ruil, zoals bij de aankoop van een huis. Voorwaarden om ruil mogelijk te maken:de ruilverhouding moet bekend zijn;beide partijen moeten baat hebben bij de ruil (wederzijds voordeel).De partij die een middel aanbiedt, is voor dat middel de aanbieder: de andere partij is de vrager. Voor het andere middel zijn de rollen omgedraaid.Autarkie is het streven om zo min mogelijk afhankelijk te zijn van anderen. Een autarkische of zelfvoorzienende gemeenschap produceert zelf alles wat ze nodig heeft en voert dus geen handel met de buitenwereld. Hogere transactiekosten kas leiden tot hogere kosten voor de supermarkt die worden doorberekend in de verkoopprijzen van de artikelen die de consument in de supermarkt koopt. Voorbeelden van transactiekosten: in het artikel wordt vermeld dat supermarkten moeten investeren in dure scanapparatuur (1) en ook arbeidstijd moeten opofferen om geld te controleren (2). Ze riskeren ook hoge boetes door het valse geld als wisselgeld te gebruiken en/of het valse geld naar de bank te brengen (3).Let op: minstens één van bovenstaande drie transactiekosten moet worden genoemd.  Dankzij het octrooi (en de technologische voorsprong) heeft Lamborghini als enige het recht om dit product te produceren. Omdat er verder geen concurrentie is, zal de prijs waarschijnlijk hoger uitvallen dan noodzakelijk. De consument gaat dus meer / teveel betalen.Alleen wanneer bedrijven weten dat zij onderzoekskosten terug kunnen verdienen, zullen zij veel geld uitgeven aan het zoeken naar nieuwe producten. Alleen op deze manier krijgen consumenten de beschikking over steeds betere producten.Het eigendomsrecht van Lamborghini heeft betrekking op een creatieve uiting/nieuwe uitvinding. Het eigendomsrecht van Lamborghini wordt vastgelegd in een patent. Er zijn ook creatieve uitingen, zoals muziek, beeldende kunst en literatuur. De eigenaar van deze creatieve eigendomsrechten wordt beschermd door het auteursrecht. De vier ruilverhoudingen van een ei: Een ei = 0,1 pint bier (= 0,05 liter bier) = 0,1 kilo aardappelen = 0,1 kilo vlees =  0,3 makreel.1 pint = 3 makrelen, 2 kilo vlees = 6 makrelen en 10 eieren = 3 makrelen, totaal 12. Hij heeft 15 makrelen gevangen, dus houdt hij  3 makrelen over.Er ontstaat wederzijds voordeel wanneer beide partijen er baat bij hebben.Het kost veel meer tijd om te bepalen of het een geschikte ruil. Sommige producten kunnen bijvoorbeeld bedorven zijn.The Pigs is een plek waar klanten samenkomen om producten die ze over hebben te ruilen tegen producten die ze willen hebben. De transactiekosten die hierdoor worden verlaagd zijn de zoek- en transportkosten.-In crisistijd of in tijden dat de inflatie erg hoog is ruilt men liever in goederen dan dat men met geld betaalt.-De producten vaak beter/verser, dus gewild bij de klant-Het is voor de eigenaresse van de kroeg klantenbinding (klanten voelen zich thuis in de kroeg). De arbeidsproductiviteit reken je uit door het totaal aantal pizza’s te delen door de tijd die aan het maken van pizza’s is besteed.Vesuvius: 1.000 pizza’s / 200 uur = 5 pizza’s per uur;Pompei: 3.000 pizza’s / 300 uur = 10 pizza’s per uur.Pompei heeft de hoogste arbeidsproductiviteit.Modernere machines, beter geschoold personeel.De loonkosten per pizza reken je uit door door de totale loonkosten die je kwijt bent aan het maken van de pizza’s te delen door het totaal aantal pizza’s.Vesuvius (200 uur x € 8) / 1.000 pizza’s = € 1,60Pompei: (300 x € 20) / 3.000 pizza’s = € 2.Bij Pompeï zijn de loonkosten per pizza hoger.Voorbeelden van een goed antwoord:Pompei maakt 2x zoveel pizza's in een uur, maar de loonkosten per uur zijn 2,5x zo hoog. Vesuvius maakt maar half keer (0,5x) zoveel pizza’s in een uur als Pompeï, maar de loonkosten per uur van Vesuvius zijn minder dan half keer zoveel (0,4x) dan de loonkosten van Pompeï.Let op: zorg ervoor dat je in je antwoord een vergelijking maakt tussen arbeidsproductiviteit en (loonkosten per uur van beide pizzeria's. Ook moet de verhouding tussen het verschil in arbeidsproductiviteit en tussen het verschil in loonkosten per uur van beide pizzeria's worden genoemd.Voorbeelden van foute of onvolledige antwoorden:De loonkosten van Pompeï zijn hoger (geen vergelijking gemaakt met arbeidsproductiviteit. Ook geen verhouding genoemd tussen het verschil in arbeidsproductiviteit en tussen het verschil in loonkosten per uur).Pompeï maakt meer Pizza’s, maar Vesuvius heeft lagere loonkosten (geen verhouding genoemd tussen het verschil in arbeidsproductiviteit en tussen het verschil in loonkosten per uur. Ondanks lagere loonkosten per uur van Vesuvius, kan Pompeï toch lagere loonkosten per pizza hebben).Pompei maakt 3x zoveel pizza's in een uur, maar de loonkosten per uur zijn 2,5x zo hoog (Het gaat niet om het verschil in pizza’s per week, maar om het verschil in arbeidsproductiviteit. Als de arbeidsproductiviteit van Pompeï 3x zoveel is, zou de loonkosten per pizza van Pompeï lager moeten zijn dan de loonkosten per pizza van Vesuvius).