Integraal in Balans 2e ed - Bedrijfseconomie en ondernemerschap
- Hoofdstuk 3 - Kiezen voor ondernemerschap
oefentoetsen & antwoorden
2e editie
Klas 2-3|Havo/vwo
Deze toets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: een eigen onderneming, investeren en financieren, exploitatiebegroting, liquiditeitsbegroting en MVO.
Toets Economie
Integraal in Balans 2e ed - Bedrijfseconomie en ondernemerschap
Online maken
Toets afdrukken
a) Een Ondernemersplein geeft toelichting over rechtsvormen, voorbeelden van ondernemingsplannen, informatie over het verkrijgen van een lening, over belastingzaken, voorbeelden van contracten, enz.b) Een ondernemersplan bestaat uit:een persoonlijk plan. De volgende gegevens van de starter vind je in ieder persoonlijk plan terug: persoonsgegevens, zoals gevolgde opleiding(en) en werkervaring; de motivatie om een onderneming te beginnen en doelstellingen van de starter; de sterke eigenschappen van de starter, zoals goed met mensen om kunnen gaan, initiatief kunnen nemen, enz.; de minder sterke eigenschappen van een ondernemer: denk bijvoorbeeld aan het niet bereid zijn om risico te lopen of om op vaste tijden vrij te willen.een marketingplan. In het marketingplan staat onder meer welke producten de onderneming gaat aanbieden (product), welk prijsniveau ze wil hanteren (prijs), waar het product verkrijgbaar zal zijn (plaats) en hoe de onderneming klanten gaat bereiken (promotie). Dat zijn de vier p’s, de instrumenten van de marketingmix. Om efficiënt te concurreren, heb je informatie over de markt en de belangrijkste concurrenten nodig. Je moet ook onderzoek doen naar klanten, leveranciers en aanbieders van alternatieve goederen/diensten. Pas dan weet je of het wel aantrekkelijk is om een onderneming te starten in die branche.een bestemmingsplan. Het bestemmingsplan geeft aan wat wel en niet is toegestaan op een bepaald adres. Je mag niet overal een onderneming vestigen en ook de soort onderneming kan verschil maken. Dit deel hoort bij de p van plaats.een financieel plan. In het financieel plan onderzoek je of de plannen om een onderneming te beginnen financieel haalbaar zijn. Het gaat met veel ondernemingen mis omdat zij onder meer geen rekening houden met een tegenvallende omzet, wanbetalers, de Belastingdienst, voorraadfinanciering en te hoge privé-uitgaven.een organisatieplan. In een organisatieplan staan vooral praktische zaken. Belangrijke onderdelen zijn de rechtsvorm, huisvesting, vergunningen, verzekeringen en aansprakelijkheid, belastingen, eventueel personeel en de manier waarop je begint.c) Een paar voorbeelden van veel voorkomende verzekeringen zijn:Opstalverzekering: dekt de schade aan het bedrijfsgebouw als gevolg van bijvoorbeeld brand, blikseminslag of ontploffing.Brand- en inbraakverzekering: dekt de directe schade aan de overige bedrijfsmiddelen (voorraden, computers, enz.) door brand, inbraak en soms vandalisme.Diverse schadeverzekeringen voor bijvoorbeeld, transport, vervoersmiddelen, ongevallen enz. Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering: dekt de schade die ontstaat tijdens de uitoefening van werkzaamheden.Product Aansprakelijkheidsverzekering: dekt de schade die wordt veroorzaakt door niet correct werkende producten.Beroepsaansprakelijkheidsverzekering: dekt de schade die iemand bij de uitoefening van zijn beroep aan anderen toebrengt.d) Franchising is een samenwerkingsvorm tussen een franchisegever (de “eigenaar” van de formule) en een franchisenemer (de “gebruiker” van de formule). Ondernemers die gebruikmaken van een franchiseformule gebruiken dezelfde bedrijfsnaam, hun producten zijn identiek en de manier van verkopen ook. Voorbeelden van franchising zijn McDonalds, De Hypotheker, Subway, Handyman, HEMA, Albert Heijn, Expert.e) Voordelen van franchising:een bekende merknaam en formule;de franchisegever zorgt voor marktonderzoek, inkoop, distributie, promotie, productontwikkeling, enz. Nadelen van franchising:je bent niet vrij om te handelen, zomaar een ander product erbij kan niet;je bent afhankelijk van anderen voor de prijsbepaling;als de franchisegever een keer een fout maakt, heeft dat direct effect op alle aangesloten bedrijven; aansluiting is vaak duur en de fee (een vergoeding voor gebruik van de formule) is vaak een hoog percentage van de omzet. a) Ontvangsten = (€ 175.000 + € 200.000 + € 187.500) x 1,21 = € 680.625.Let op: het tweede kwartaal bestaat uit de maanden april mei en juni. De verkopen van een maand, worden twee maanden later ontvangen. Dus worden de verkopen van februari (€ 175.000) ontvangen in april. De verkopen van maart (€ 200.000) ontvangen in mei. De verkopen van april (€ 187.500) ontvangen in juni. De ondernemer ontvangt ook de btw van de klant. Vandaar dat de btw erbij wordt geteld.b) Opbrengst = € 187.500 + € 225.000 + € 225.000 = € 637.500.c) Uitgaven = (€ 180.000 + € 180.000 + € 160.000) x 1,21 = € 629.200.Let op: over de uitgaven wordt btw geheven. Vandaar dat alle bedragen inclusief 21% btw zijn.d) Kosten = inkoopwaarde van de omzet = € 150.000 + € 180.000 + € 180.000 = € 510.000.Let op: tegenover de opbrengsten staat de inkoopwaarde van de omzet. Tegenover de opbrengst van april (€ 187500) staat de kosten van maart (€ 150.000). Immers: de inkopen worden een maand later verkocht. Zo staat tegenover de opbrengst van mei (€ 225.000) de kosten van april (€ 180.000) en tegenover de opbrengst van juni (€ 225.000) staat de kosten van mei (€ 180.000). a)InvesteringsbegrotingWinkelpand€ 500.000Inventaris€ 90.000Voorraad€ 20.000RABO Bank€ 5.000Vooraftrek btw€ 23.100Kas€ 500 € 638.500Berekening vooraftrek btw: 21% van € 20.000 + 21% van € 90.000 = € 23.100b)FinancieringsbegrotingEigen vermogen€ 155.000Hypothecaire lening€ 400.000Crediteuren€ 14.520Rekening Courant krediet€ 68.980 € 638.500Berekening crediteuren: 60% van 20.000 x 1,21 = € 14.520c) Balans per 1 januariWinkelpand€ 500.000Eigen vermogen€ 155.000Inventaris€ 90.000Hypothecaire lening€ 400.000Voorraad€ 20.000Crediteuren€ 14.520RABO Bank€ 5.000Rekening Courant krediet€ 68.980Vooraftrek btw€ 23.100 Kas€ 500 € 638.500 € 638.500d)Exploitatiebegroting januari KostenOpbrengstenResultaatVerkopen € 50.000 Inkoopwaarde verkopen€ 30.000 Rente rekening courant krediet€ 190 Afschrijving Inventaris€ 750 loonkosten€ 2.000 Verzekeringen€ 200 Nutsvoorzieningen€ 250 Diverse kosten€ 100 (netto)resultaat € 16.510Berekening afschrijving inventaris: € 90.000 / 10 jaar / 12 maanden = € 750Let op: op een exploitatiebegroting is alles exclusief btw. a)Investeringsbegroting per 1 januariInventaris€ 50.000Voorraad€ 16.000ING Bank€ 10.000Kas€ 500 € 76.500Let op: dit winkelpand is bezit van een ander en komt dus niet voor op een investeringsbegroting.b)Financieringsbegroting per 1 januariEigen vermogen€ 26.500Lening RABObank€ 50.000 € 76.500Let op: je kunt maximaal € 29.350,- eigen geld in de winkel stoppen. Aangezien de bank jou € 50.000 leent, heb je nog maar € 26.500 eigen geld nodig om de investering te kunnen bekostigen.c) Balans per 1 januariBank€ 76.000Eigen vermogen€ 26.500Kas€ 500Lening RABObank€ 50.000 € 76.500 € 76.500Let op: in het bedrag op de ING bankrekening zijn de bedragen bestemd voor inventaris (€ 50.000), voorraad ( € 16.000) en diverse uitgaven (€ 10.000) opgenomen.d)Exploitatiebegroting januari KostenOpbrengstenResultaatContante verkopen € 13.000 Verkopen op rekening € 5.000Inkoopwaarde contante verkopen€ 10.000 Inkoopwaarde verkopen op rekening€ 3.000 Rente over bankschuld€ 300 Huur winkelpand€ 500 Afschrijving Inventaris€ 1.000 Verzekeringen€ 150 Nutsvoorzieningen€ 200 Diverse kosten€ 100 (netto)resultaat € 2.750e) Balans per 31 januariInventaris€ 49.000Eigen vermogen€ 28.050Voorraad€ 3.000Lening RABObank€ 49.600Debiteuren€ 5.000 ING Bank€ 20.150 Kas€ 500 € 77.650 € 77.650 Berekeningen:Inventaris: € 50.000 - € 1.000 (afschrijving) = € 49.000.Voorraad: € 16.000 - € 10.000 (contante verkopen) - € 3.000 ( verkopen op rekening) = € 3.000.Debiteuren: de klant die heeft gekocht op rekening betaalt in februari. Dit komt als een tegoed op de balans.ING Bank: € 76.000 (openingsbalans) - € 50.000 (inventaris) - € 16.000 (voorraad) + € 13.000 (verkopen op rekening) - € 300 (rente over bankschuld) - € 500 (huur winkelpand) - € 150 (verzekeringen) - € 200 (nutsvoorzieningen) - € 100 (diverse kosten) - € 400 (aflossing) - € 1.200 (privé opname) = € 20.150.Lening RABObank € 50.000 - € 400 (aflossing) = € 49.600.Eigen vermogen: € 26.500 + € 2.750 (resultaat) - € 1.200 (privé opnamen) = € 28.050.Let op: het bedrag van afschrijving inventaris niet van de bankrekening afhalen. Afschrijvingen verminderen de waarde van vaste activa. Het zijn kosten en geen uitgaven. a)
b) Liquiditeitsbegroting Heidelberg BV voor 2023 (x € 1,–) Berekeningen: Debiteuren: 1e kwartaal € 250.000 x 1,21 = € 302.500; 2e kwartaal € 270.000 x 1,21 = € 326.700; 3e kwartaal 290.000 x 1,21 = € 350.900; 4e kwartaal € 250.000 1,21 = € 302.500. Emissie: 5.000 aandelen x € 46 = € 230.000.Crediteuren: 1e kwartaal € 184.000 x 1,21 = € 222.640; 2e kwartaal € 175.000 x 1,21 = € 211.750; 3e kwartaal 194.000 x 1,21 = € 234.740; 4e kwartaal €177.000 1,21 = € 214.170. Brutolonen: 3 maanden x € 14.000 = € 42.000 per kwartaal.Sociale lasten: 20% van € 42.000 = € 8.400 per kwartaal.Vakantie-uitkering: 8% van € 168.000 = € 13.440.Investeringen (€ 130.000 x 1,21) / 2 = € 78.650.Diverse kosten: (€ 3.000 x 3 maanden) x1,21 = € 10.890 per kwartaal.Let op: omzet, brutowinst en afschrijvingen komen niet op een liquiditeitsbegroting.De omzet zijn opbrengsten en geen ontvangsten.Brutowinst is een resultaat en geen ontvangst.Afschrijvingen zijn kosten en geen uitgaven.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.