Memo Geschiedenis MAX 5e ed - Hoofdstuk 1 - Prehistorie en oudheid oefentoetsen & antwoorden

De moderne mens.De rechten op het arresteren, opsluiten en eventueel fysiek straffen ligt bij één persoon/ één instantie. Vaak wordt deze macht toebedeeld aan de staat/overheid. Een geloof waarbij er meerdere goden worden aanbeden. Griekse stadstaatRomeinse vredesperiode van 200 jaar.Een benaming voor de samengesmolten Grieks-Romeinse cultuur.Een religie waarbij er maar één ware god is. Omdat het een heel grote verandering betekende, dus in die zin is wél sprake van een revolutie. Toelichting: Je moet hier verwijzen naar het begrip revolutie. Als de agrarische revolutie niet snel was, dan moet het wel een enorm belangrijke verandering zijn geweest om toch het begrip revolutie gekoppeld te krijgen. Dit is eigenlijk een kennisvraag. Zorg ervoor dat je jouw antwoord helder opbouwt. Het is in dit geval mooi als je een klein stukje van de vraag herhaalt aan het begin van jouw antwoord. Paulus zorgde voor de verspreiding van het christendom aangezien hij actief mensen ging bekeren. Zo hoopte Paulus dat hij hen van de ondergang kon redden. Het actief bekeren van mensen kon aangezien hij vond dat Jezus zijn boodschap ook openstond voor niet-joden. Hierdoor raakte het christendom definitief los van het jodendom.  Je kan het alleen oneens zijn met deze stelling. De prehistorie heeft niks met een tijdsaanduiding te maken. De prehistorie wordt getypeerd als een periode van ongeschreven bronnen. Er zijn ook nomadische groepen die wel het schrift kenden. Oneens. De Soemeriërs kenden het schrift al rond 3300 v.Chr. In Nederland kwam het schrift pas toen de Romeinen delen veroverden. Hier kunnen ook andere voorbeelden gebruikt worden om aan te duiden dat het schrift niet overal tegelijkertijd kwam.Eens. Bij polytheïstische geloven zijn er ontzettend veel goden. Er is kennis dat sommige goden van de Egyptenaren later door de Grieken zijn gekopieerd. Bij een monotheïstisch geloof is er maar één ware god, waardoor andere goden actief worden geweerd. Bij deze vraag moet je goed helder hebben wat een oorzaak en wat een gevolg is. Het lastige is dat sommige gebeurtenissen zowel een oorzaak als een gevolg kunnen zijn. Het ligt er maar net aan welke vraag je aan de gebeurtenis stelt. Het kan je helpen om het woord ‘’daardoor’’ te gebruiken. Bijvoorbeeld: De Romeinen breidden hun rijk uit, daardoor moeten zij uiteindelijk huursoldaten gebruiken om het te verdedigen. Dan is feit A een oorzaak van feit D (en is feit D dus een gevolg van feit A).Feit A is een Oorzaak van feit C. Doordat de Romeinen hun gebied gingen uitbreiden verspreidden zij hun cultuur (romanisering) rondom de middellandse zee. Feit C is een Gevolg van feit B. De cultuur, denk aan architectuur die wij nu nog steeds terugvinden, zoals theaters, viaducten, standbeelden etc. zijn veelal gemaakt in de hoogtijdagen van het Romeinse Rijk, gedurende de pax-romana. Door de economische bloei kon de cultuur ook floreren. Feit D is een Gevolg van feit A. Doordat de Romeinen hun rijk uitbreiden werd het steeds moeilijker om de grenzen te verdedigen. Met name wanneer de welvaart van het Romeinse rijk afneemt zijn zij genoodzaakt om huursoldaten in te zetten om hun (te) grote rijk te verdedigen.  Er wordt hier om een dubbele uitleg gevraagd. Je moet eerst aangeven waardoor er eenheid in een staat kan komen. Vervolgens moet je uitleggen waarom je een sterke staat nodig hebt om die eenheid te garanderen. Als je dit mooi aan elkaar koppelt dan heb je de vraag in zijn volledigheid beantwoord. Hieronder staan de punten die terug moeten komen in jouw redenatie.Wetten zorgen voor eenheid in een staat. Mensen moeten zich houden aan dezelfde regels. Om ervoor te zorgen dat mensen zich aan deze regels houden moet de staat sterk genoeg zijn om de wetten te implementeren, en waar nodig te forceren. Om dit te bereiken heb je een sterk bestuur nodig. Voordat je begint met antwoord geven is het verstandig om goed naar de bron te kijken. Het zal dan opvallen dat de bron niets te maken heeft met het Egyptische geloof, maar het een passage uit de bijbel/koran is. De nadruk van de vraag ligt dus op het aspect of er sprake is van een mythe. Je kan het met deze stelling eens of oneens zijn, waarna je jouw standpunt moet onderbouwen. In dit geval kan je alleen maar beargumenteren dat er sprake is van een mythe, want: Er wordt een deel van de wereld, namelijk dieren, verklaard aan de hand van het handelen van een god. God creëerde de dieren namelijk uit water. Tip: Zorg ervoor dat je in jouw antwoord duidelijk verwijst naar de bron! Antwoorden als ‘’ze doen hetzelfde’’ en ‘’ze zien er hetzelfde uit’’ worden fout gerekend, aangezien dit niet klopt (zulke antwoorden zijn te algemeen/te vaag). Ze dragen verschillende dingen dus doen ze niet hetzelfde en ze zijn wel degelijk gevarieerd afgebeeld. Je moet dus de focus leggen op duidelijke overeenkomsten. Hiervoor kan je kijken naar de afbeelding, maar ook naar de gegeven brontekst. Er staat namelijk dat het allemaal ambtenaren zijn. Een voorbeeld van een goed antwoord is:Ze dragen dezelfde kleding. Ze zijn bezig met eenzelfde handeling, namelijk spullen dragen richting de laatste rustplaats van de farao. Als je de vraag goed leest dan merk je op dat je niet een idee van Aristoteles over burgerschap in Athene hoeft te noemen, maar een algemeen idee dat heerste in Athene over burgerschap ten tijde van Aristoteles. Hierdoor kan je meerdere antwoorden geven.Bij de eed komen een aantal punten naar voren. Je hoeft er maar één te benoemen. Hieronder staan drie antwoorden die je had kunnen geven. Zorg er ook hier voor dat je antwoorden duidelijk naar de eed verwijzen!Het hebben van een democratie. Dit blijkt uit het volgende deel van de bron: ‘’.. en aan alles wat de meerderheid met inzich besluit’’.Het afkeuren van Tirannie. Dit blijkt uit het volgende deel van de bron: ‘’.. wanneer iemand de wetten wil omverwerpen … zal ik dit niet toelaten’’.Het bestaan van een rechtsstaat. Dit blijkt uit het volgende deel van de bron: ‘’ik zal gehoorzamen aan de rechters en aan de bestaande wetten’’.  Bij een rechtlijnige ontwikkeling zouden de kenmerken van de jagers-verzamelaars verdwenen zijn bij de eerste boeren. Uit de bovenstaande afbeelding kun je concluderen dat de eerste boeren nog wel degelijk aan het jagen waren terwijl zij al een sedentaire levenswijze kenden. Dit zie je allereerst doordat ze aan het jagen zijn. Je ziet grote boten afgebeeld die alleen gemaakt kunnen zijn als er specialisatie van beroepen heeft plaatsgevonden.De ambacht van houtbewerking heeft zich ontwikkeld, anders zouden er geen grote boten te zien zijn zoals die onderaan de rotstekening. Toelichting: Hierbij is het mooi als je eerst uitlegt wat een ambacht is en dat deze pas zijn ontstaan bij de stedelijke samenleving. Je moet goed naar de bron verwijzen in jouw antwoord.