Of Course! MAX
- Unit 4 - A Curious Mind
oefentoetsen & antwoorden
MAX (2021)
Klas 4|Havo
In deze oefentoets worden de volgende onderwerpen behandeld:
Vocabulary & Expressions
Unit 3
Grammar
Gerund (1)
Future (2)
Simple past & present perfect (3)
Direct speech vs. Indirect speech (4)
Present perfect continuous (5)
Writing
Formal letter (letter of application)
Toets Engels
Of Course! MAX
Online maken
Toets afdrukken
diminish cause and effect (belangrijk woord!)reliableheadstrongcontemporary (belangrijk woord!)revelation (denk aan: reveal)primary (belangrijk woord!)innovation announce vacancy herziengoedkeuren, bekrachtigengeschiktheidbeschikbaarwegdoenachteruitgegaandoor het lint gaanberoemd en gerespecteerdzenuwachtig nadelen whilstpreventfuelverify (belangrijk woord!)definedenounce Voorbeelden mag je hier zelf invullen. Gebruik hiervoor de ‘expressions’ uit je boek. Probeer een paar van deze vaste zinnen uit je hoofd te leren en te verwerken in je schrijfopdrachten. 6 (erven)2 (gevaren)4 (nu, tegenwoordig)3 (ophelderen)1 (vindingrijkheid)5 (onhandig, ongemakkelijk) I will drive home → will → promisesI drive home at ten → schedulesShe is driving home tonight → present continuous → plans in near futureShe is going to drive home next week → going to → plans in future Antwoord B is het goede antwoord. Een genitive betekent ‘van iemand’ en het geeft aan dat een zelfstandig naamwoord (a noun) van iemand of iets is. Bij namen en zelfstandige naamwoorden in enkelvoud komt de ‘s er achter: Beethoven’s fifth symphony, Karen’s car, my dog’s food. Bij namen en zelfstandig naamwoorden in meervoud komt de ‘ achter de s: the Beatles’ CD, my parents’ car.Bij namen en zelfstandig naamwoorden in enkelvoud die eindigen op een s mogen zo geschreven worden: Dennis’ dog or Dennis’s dog.Wanneer gebruik je dan ‘of’? Als iets een (kleiner) onderdeel vormt van iets anders. Denk bijvoorbeeld aan een stoel en de poten van een stoel. Je zegt niet ‘the chair’s legs’ maar je zegt dan: ‘the legs of the chair’. Zo kun je ook zeggen: ‘the city of London’ omdat de stad (het centrum) een onderdeel vormt van de grotere stad. In general zeggen Engelsen ook vaak dat je ‘of’ gebruikt bij ‘non-living things’, zoals bij deze vraag: ‘at the end of each class’. Antwoord A is het juiste antwoord (the house that Dennis has built). Een relative pronoun is een woord dat terugslaat op het woord of zinsgedeelte er voor. Een passive kun je herkennen door er ‘by’ achter te denken (als het er al niet staat). Zoals in het Nederlands je een passieve vorm kunt herkennen aan het woordje ‘door’ → het huis is geverfd door de schilders → the house was painted by the painters. Has been banned → je kunt er bij denken ‘by’ the juryHad been built → je kunt er bij denken ‘by’ peoplePut on → by my managerWere changed → by Nick Antwoord A is correct. Je gebruikt ‘any’ voornamelijk bij vragen en zinnen waarbij je geen positief antwoord verwacht of als een zin negatief is (waarbij je een ontkenning gebruikt, zoals bij zin B).Je kunt het als volgt bekijken:Any → negative → I didn’t see any friends → I don’t have any information. Some → positive → I saw some friends of mine → I do have some information for you. Any → negative questions → is there any milk left for me? → je verwacht niet per se een positief antwoord.Some → positive questions → can I have some coffee? → je verwacht (bijv. In een restaurant) dat ze positief zullen antwoorden.
Een ezelsbruggetje, als je dit lastig vindt, kan zijn dat er in ‘any’ de ‘n’ van ‘negative’ zit. Antwoord B is correct. Wie - doet - wat - waar - wanneer. Dit is de meest veilige optie altijd als je zelf zinnen moet maken. Daarbij geldt dat bij een zin waarbij je twee ‘wanneer’ of ‘waar’ hebt (dus bijv. ‘Tuesday - twelve o’clock’) je eindigt met het meest specifieke deel → we are meeting each other tomorrow in the afternoon. Als je complexere zinnen gaat maken kan het zijn dat je volgorde van de zin iets anders wordt. Signaalwoorden komen meestal vooraan de zin (consequently, first, secondly) en je krijgt ook te maken met woorden als ‘neither’. Die volgen hun eigen volgorde (she doesn’t like salad and neither do I). De past continuous geeft aan dat je iets aan het doen was in het verleden toen er op dat moment ook iets anders gebeurde. Dus bijvoorbeeld: ‘ik was aan het wandelen, toen er opeens een kat overstak’. In het Engels: ‘I was walking, when a cat suddenly crossed the road’. ‘for plans or for predictions based on proof’. Dit is soms best een lastige en wordt vaak verwisseld met de vorm ‘will’. Je kunt in het algemeen aanhouden dat je vaker ‘to be going to’ zult gebruiken omdat mensen vaker een plan zullen aangeven of iets wat ze zeker weten. Dus bijvoorbeeld: we are going to celebrate your birthday next week. It is going to rain, there are a lot of clouds (proof). Je gebruikt ‘will’ voor: ‘to offer something to someone, for promises, for decisions and for predictions for which there is no proof. Dus je kunt zo zien waarom je hier ‘will’ gebruikt.Promise → for promisesDecided → for decisionsTo eat something → offer something to someoneWin → there is no proof Will David pay a visit to Hollywood next summer in June? My grandparents have told me many times about my youth in Chile when they were babysitting. Je kunt hier ‘when they were babysitting’ ook vooraan zetten. My cat likes to chase mice but my dog doesn’t like to do it.Since I am allergic to bees, I cannot come close to a beehive. (Signaalwoord gaat hier vooraan). that → het slaat direct terug op de ‘car’ en het gaat over een ding, geen persoon.who → het slaat direct terug op ‘my parents’, die hier het onderwerp van de zin zijn (dus je gebruikt hier geen ‘whom’). Als in de bijzin tussen komma’s er een ander onderwerp zou staan (namelijk I), zoals hier: ‘my parents, whom I really love, are leaving’, dan gebruik je ‘whom’. In which → slaat op ‘films’. Which zou hier het beste passen, maar ‘that’ zou ook mogen. Who → slaat terug op een persoon, my mother.for whom → omdat het ‘voor’ iemand is, is dat een lijdend voorwerp (geen onderwerp) en gebruik je ‘whom’. on → timeat → timeon → placein → timebetween → placeonto → directiontowards → direction atatinaboutby/before/atacross Zie voor verdere uitleg hierboven.your neighbour’s dog → enkelvoud persoona pound of sugar → enkelvoud → kleiner onderdeel van een groter ‘non-living’ voorwerp (denk aan ‘legs of the chair’)Dennis’s / Dennis’ → enkelvoud persoon, eindigt op scity of London → kleiner onderdeel van groter non-living voorwerpMy brothers’ place → meervoud personen Will come → we weten het niet zeker en we voorspellen iets, daarom ‘will’.Are driving → present continuous omdat het vaststaat om een vaste tijd in de nabije toekomst.Will be → we hopen/voorspellen iets.Leaves → present simple. Als iets altijd op een vast tijdstip gebeurt.Am going → het staat vast in mijn plannen voor morgen, daarom present continuous.Will not tell → we gebruiken ‘will’ bij beloftes.Will come → voorspellen/hopen.Is going to rain → het staat al vast in de toekomst dat het gaat regenen.Is not leaving → het staat al vast dat hij niet gaat vertrekken morgen. Present continuous omdat het in de nabije toekomst is.Are going to fly → het staat gepland voor komende zomer, dat is niet in de nabije toekomst. Some → je verwacht een ‘ja’ op deze vraag.Any → negatieve zin (isn’t)Some → je verwacht een positief antwoord.Any → negatieve zinAny → vertaalt hier als ‘elke’. ‘Some’ kun je hier niet bij enkelvoud gebruiken bij personen. Je kunt zelf bij de ‘expressions’ kijken hoe je dit kunt aanpakken. Als de strekking van de zin hetzelfde is zullen verreweg de meeste leraren je de volle punten geven (zolang de zin correct is en de strekking hetzelfde). It was / I thought it was very exciting to meet you, a(n) real / actual Olympian athlete, at the event yesterday and I was wondering if I could ask you some other questions?I would be thankful / grateful / it would be amazing to join you one time during the preparations for a competition. Unfortunately, I only eat organic food, so I was wondering if there is another option for organic food / if it would be possible to order organic food / if organic food is available as well at this restaurant? Write a short introduction. Introduce yourself and what you are going to do.Use one of the sentences of Language Help E to tempt your readers. For instance: ‘Wouldn’t it be fantastic if you could just go for a swim and listen to music meanwhile?’ ‘Have you ever felt like you didn’t have the energy to walk your dog? Tired of walking your dog in the pouring rain?’Describe your product and persuade your readers. Always explain that it is safe. For an email like this, you can use informal language (dus ook uitroeptekens bijvoorbeeld). ‘We now have the answer for this! We have invented an automatic dog walker that will walk your dog even in the pouring rain. It has a special design that is safe to use for everyone, especially for your dog. It has three levels of walking: slow, medium and high-speed. Every dog gets what it needs!’Choose a sentence from Language Help J. ‘Would you like to get rid of…’ or ‘this must appeal to you’. Activate your readers with a special offer. ‘Only this week, we have a special offer for the ones that decide quickly. React now and get 25% off your first purchase!’Explain where they can find your product. ‘For more information, please go to www.easydogwalker.com.’ Probeer eerst de tekst snel te scannen om een hoofdgedachte er uit te halen: combineer titel, plaatje en eerste en laatste alinea. Dan kom je uit op dat Serena’s catsuit niet langer toegestaan is op tenniswedstrijden omdat ze de kleding conservatiever/netter willen houden en dat Nike hierop gereageerd heeft. → “introduced …conservatively”. Onjuist. De kledingvoorschriften zijn pas gekomen na de wedstrijd, zoals in alinea 1 wordt genoemd.Juist. “It makes her feel like a superhero”.Onjuist. Dit wordt niet genoemd in de tekst.Juist. In de laatste alinea wordt uitgelegd dat ze het draagt omdat ze last heeft van bloedingen.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.