Nova Nask1 MAX (release 5.0) deel B - Hoofdstuk 13 - Geluid oefentoetsen & antwoorden

Een bewegend of trillend voorwerp wat maakt dat de lucht, of een andere stof om het voorwerp gaat trillen. In het slakkenhuis wordt het geluid dat versterkt is door  gehoorbeentjes omgezet in een elektrisch signaal. Dit signaal gaat naar de gehoorzenuw In een luidspreker zitten een magneet, een spoel en een conus Dat apparaat heet een oscilloscoop. Het geluid wordt omgezet in een elektrisch signaal wat zichtbaar gemaakt wordt het op scherm. Een mens kan horen van 20 tot 20.000 Hz De toonhoogte wordt bepaald door: de spanning van de snaarde doorsnede van de snaarde lengte van de snaar Hoe groter de uitwijking, dat is de amplitude, hoe groter de geluidssterkte. De gehoordrempel is vanaf welke geluidssterkte een geluid hoorbaar is. Materiaal dat geluid kan absorberen is zacht en heeft een ribbelig oppervlak. Je kunt geluid alleen horen als een tussenstof het geluid naar je oor brengt. In de stolp is vacuüm, dus er is geen lucht die het geluid kan transporteren. In de korte pijpjes is weinig lucht en dus makkelijk in beweging te brengen. Hoe makkelijke de lucht in beweging te brengen is, hoe hoger de frequentie is, de korte pijpjes produceren de hoge tonen. Als de geluidssterkte toeneemt, neemt de amplitude toe. De frequentie blijft dan onveranderd. Teken dan zoiets als hieronder te zien is. De uitwijking moet hoger komen de frequentie blijft gelijk. Bij de bron: vraag de buren wat zachter te doen.De tussenstof: raam dicht doenBij de ontvanger: oordopjes in.Misschien een betere oplossing: gezellig naar het feestje van de buren Gegevens: Een dolfijn is een zeedier dus moet je gebruik maken van de voortplantingssnelheid van geluid in zeewater. (binas tabel 27)vgeluid = 1510 m/st = 8,8 ms = 0,0088 sGevraagd:s = … mFormule:s = v x tBerekenen:s = 1510 x 0,0088s = 13,3 mLet op: de dolfijn gebruikt een echolocatie. Het geluid heeft dus de afstand heen en terug afgelegd.s = 13,3 : 2 = 6,64 mConclusie: De vis is dus 6,64 m van de dolfijn verwijderd.  Gegeven:s: 2 x 2,23 = 4,46 m * het geluid moet heen en terug dus legt de afstand 2x af.vgeluid = 343 m/sGevraagd:t: … msFormule:s = v x t t = s : vBerekening: t = 4,46 : 343 = 0,013 s = 13 msConclusie: 0, 13 msGegevens:t = 2,6 ms = 0,0026 svgeluid = 343 m/sGevraagd:s = …mFormules = v x tBerekening: s = 343 x 0,0026 ss = 0,89 m Het signaal heeft de afstand 2x afgelegd dus 0,89 : 2 = 0,4459 m De kamer is 2,23 m hoog. Als Tim onder de laser staat is de gemeten hoogte 0,45. Conclusie: De lengte van Tim : 2,23 – 0,45 = 1,78 m Om de frequentie uit te rekenen moet eerst de trillingstijd bepaald worden.In figuur 1 zijn meerdere trillingen zichtbaar. 3 trillingen zijn  eenvoudig af te lezen.Gegeven:3 trillingenTijd: 5 blokjes van 1 ms = 0,001 x 5 = 0,005 sGevraagd: Frequentie = … HzFormule: $f=\frac{1}{T}$Berekening:Trillingstijd: 0,005 : 3 = 0,00167 s voor 1 trillingDat geeft $f = \frac{1}{0,00167} = 600$ HzConclusie: De frequentie is 600 Hz. De papegaaien zijn nu samen, het geluid is dus verdubbeld. Bij een verdubbeling van de het aantal geluidsbronnen meent het geluid met 3 dB toe. De geluidssterkte die Henk nu meet zal dus 86 dB zijn.   In Binas tabel 30 kan je vinden: Bij 100 dB is er kans op gehoorschade na 2 uur, bij 102 dB al na 1,5 uur. Paul kan dus 1,75 uur met de trilplaat werken voor er kans op gehoorschade is.De geluidszones kan je vinden in Binas tabel 28. Het geluid van de trilplaat valt in de zone zeer luid. Mieke kan op een flinke afstand kijken.Mieke kijkt een korte tijd (korter dan een 1, 75 uur).