Nectar 5e ed/FLEX deel A - Hoofdstuk 9 - Afweer en bescherming oefentoetsen & antwoorden

1 = Opperhuid2 = Lederhuid3 = OnderhuidsbindweefselWitte bloedcellen.Antistoffen zijn stofjes die gemaakt worden door witte bloedcellen, wat er voor zorgt dat antigenen op ziekteverwekkers herkent kunnen worden.Bij actieve immunisatie maak je zelf de antistoffen aan en bij passieve immunisatie krijg je de antistoffen binnen.OntvangerABAB ODonorAXXBXXABXOXXXX Toelichting: Donor met O: Kan aan iedereen geven, dus daar komen allemaal kruisjes.Donor met A: Kan alleen maar geven aan iemand met bloedgroep A of iemand met bloedgroep AB, en niet aan iemand met bloedgroep B. Dit komt, doordat iemand met B antistoffen heeft tegen A.Donor met B: Kan alleen maar geven aan iemand met bloedgroep B of iemand met bloedgroep AB, en niet aan iemand met bloedgroep A. Dit komt, doordat iemand met A antistoffen heeft tegen B.Donor met AB: Kan alleen maar geven aan iemand met AB. Alle andere bloedgroepen hebben antistoffen tegen A of B of beiden.Hier een aantal goede antwoorden:Onvuchtbaarheid (Chlamydia, gonorroe)De dood (AIDS)Ontstoken lever (Hepatitis)Zweren over het hele lichaam (Syfilis)  Witte bloedcellen kunnen aan cellen zien of het lichaamseigen of lichaamsvreemd isDat komt door de aanwezigheid van verschillende eiwitten, ook wel antigenen genoemd. Witte bloedcellen type 2 maken afweerstoffen, genaamd antistoffen.Deze antistoffen kunnen precies binden aan de antigenen van een ziekteverwekker.De antistoffen koppelen ziekteverwekkers aan elkaar en schakelen ze uit.De uitgeschakelde ziekteverwekkers worden door witte bloedcellen type 1 ‘opgegeten’. Het bloed gaat klonteren, omdat in het bloedplasma van iemand met bloedgroep A antistoffen zitten tegen bloedgroep B.Wanneer er dan bloedgroep B toegediend wordt, dan zullen de anti-B antistoffen binden op de rode bloedcellen van bloedgroep B.Hierdoor klontert het bloed samen.  De naald moet dieper geprikt worden dan de opperhuid, omdat ervoor gezorgd moet worden dat de tatoeage een leven lang blijft zitten.De opperhuid is een huidlaag die zichzelf continu vernieuwd, doordat er steeds nieuwe cellen aangemaakt worden.Hierdoor blijft een tatoeage in de opperhuid niet voor altijd zitten.Tip: Bedenk uit welke lagen de huid bestaat en wat hiervan de eigenschappen zijn. Het aanbrengen van zonnebrandcrème op de huid voorkomt de vorming van huidkanker, omdat de UV-straling uit de zon minder makkelijk door de huid dringt.Hierdoor worden de kiemcellen minder snel beschadigd.Toelichting: Kankercellen kunnen ontstaan doordat UV-straling uit de zon de huidcellen in de kiemlaag beschadigen. Hierdoor kunnen ze ongeremd gaan delen, waarna er huidkanker ontstaat. Zonnebrandcrème werkt in weze hetzelfde als veel pigment in de huid. Het zorgt ervoor dat UV-straling de kiemlaag niet makkelijk of helemaal niet bereikt.  Als volwassene wordt je niet ziek als je als kind waterpokken hebt gehad, omdat er bij de eerste besmetting geheugencellen zijn aangemaakt.Deze geheugencellen herkennen de ziekteverwekker bij een volgende besmetting en maken hier heel snel antistoffen tegen.De ziekteverwekker wordt hierdoor heel snel opgeruimd.Toelichting: Wanneer iemand al een keer besmet is geraakt met een ziekteverwekker, zal je immuunsysteem ervoor proberen te zorgen dat een besmetting in de toekomst snel wordt bestreden. Geheugencellen zijn speciale cellen van je afweer die ‘slapen’. Zij worden geactiveerd wanneer dezelfde besmetting plaatsvindt, gaan snel antistoffen maken, waarna witte bloedcellen de ziekteverwekker snel op kan ruimen. Waterpokken wordt veroorzaakt door een virus, omdat in de afbeelding te zien is dat de gele structuren (waterpokken) een cel binnentreed.De cel zal vervolgens nieuwe waterpok-deeltjes maken.Toelichting: Een virus heeft een andere cel nodig om zichzelf te vermeerderen. Dit is anders dan bij een bacterie, die zichzelf kan vermeerderen. Omdat in het plaatje te zien is dat de geïnfecteerde cel nieuwe waterpok-deeltjes maakt, kan vastgesteld worden dat waterpokken veroorzaakt wordt door een virus. Het tegengif is een vorm van passieve immunisatie.Toelichting: Bij passieve immunisatie krijgt iemand antistoffen toegediend die meteen zijn werking hebben. Het lichaam hoeft hiervoor niet zelf antistoffen te maken. Dit is anders als actieve immunisatie, waarbij er een verzwakte ziekteverwekker wordt geïnjecteerd. Bij deze vorm van immuniseren gaat het afweersysteem zelf aan het werk, en maakt het ook zelf antistoffen. Minder dan 12 buisjes tegengif was niet voldoende geweest, omdat er dan niet genoeg antistoffen zijn toegediend die kunnen binden op het gif.Hierdoor zal er nog gif overblijven, waarna het zenuwstelsel stopt met werken.Toelichting: De antistoffen uit een tegengif binden aan de gifdeeltjes. Hierdoor zijn de deeltjes niet meer werkzaam. Om er zeker van te zijn dat al het gif onschadelijk wordt gemaakt, moet er veel tegengif toegediend worden, anders zal er gif overblijven. Iemand is niet immuun voor een volgende beet, omdat er na toediening van tegengif geen geheugencellen worden aangemaakt.Zodoende wordt er bij een volgende beet geen antistoffen aangemaakt.Toelichting: Bij het toedienen van tegengif krijg je antistoffen. Het afweersysteem gaat deze zelf niet maken, waardoor er ook geen geheugencellen worden aangemaakt. Hierdoor zul je geen immuniteit opbouwen.  Auto-immuunziektes Als HLA-eiwitten tussen donor en ontvanger te veel van elkaar verschillen, wordt er geen transplantatie uitgevoerd, omdat de witte bloedcellen van de ontvanger het orgaan van de donor ziet als lichaamsvreemd.De witte bloedcellen van de ontvanger zullen dan antistoffen aanmaken tegen het orgaan van de donor.Toelichting: Als HLA-eiwitten te veel van elkaar verschillen, dan herkent de witte bloedcel deze als lichaamsvreemd. De natuurlijke reactie van het afweersysteem is dan om antistoffen te maken tegen de vreemde HLA-eiwitten. Er wordt een immuunreactie op gang gebracht. Gevolg is dat het orgaan afgestoten wordt. Alleen van donor 3.De patiënt met bloedgroep A kan alleen ontvangen van een donor met bloedgroep A of bloedgroep 0.De patiënt heeft antistoffen tegen bloedgroep B, waardoor het bloed van donor 1 en 2 gaat klonteren.  Het HPV-vaccin gaat de verspreiding van het virus tegen, omdat het vaccin ervoor zorgt dat het afweersysteem het virus uit het lichaam opruimt.Hierdoor is de kans kleiner dat het virus over wordt gedragen op een volgende persoon. Onveilig seksueel contact kan leiden tot meer HPV-besmettingen, omdat er hier geen sprake is van het gebruik van voorbehoedsmiddelen.Voorbehoedsmiddelen voorkomen direct contact van de slijmvliezen van de geslachtsdelen, wat voorkomt dat een SOA overgedragen wordt.