Toets Biologie

Nectar 5e ed/ FLEX - Hoofdstuk 3 - Planten en dieren oefentoetsen & antwoorden

FLEX

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: biotische en abiotische factoren – ecosystemen – aanpassing van planten – aanpassingen van dieren – bouw van planten – voedselrelaties – kringlopen

Nectar 5e ed/ FLEX
Toets Biologie
Nectar 5e ed/ FLEX
Online maken
Toets afdrukken
Een plant is een biotische factor. Het is namelijk een levend iets. Regen is een abiotische factor, ofwel niet-levend.  Een ecosysteem bestaat uit alle levende en niet levende factoren in een bepaald gebied. Anders verwoord: een ecosysteem bestaat uit alle abiotische en biotische factoren in een bepaald gebied. Een oceaan, een boom, een tuin, onder een steen, vijver, rivier, strand, struik. Enzovoort. Zie je dat ecosystemen ook heel klein kunnen zijn? In een groot ecosysteem zitten kleine ecosystemen.  Warmbloedige dieren hebben een constante lichaamstemperatuur. Bij ons is dat ongeveer 37 graden. Koudbloedige dieren hebben dat niet en moeten ervoor zorgen dat ze op de juiste temperatuur zijn. Warmbloedige dieren krijgen bij hitte een dunnere vacht en slaan minder vet op. Koudbloedige dieren gaan bij kou een plekje in de zon zoeken om daar op te warmen.  1 – B (planteneter)2 – C (vleeseter, nodig om zijn vlees af te scheuren) 3 - A (alleseter, veel verschillende tanden nodig voor verschillend voedsel)  1 – X2 – Z3 – C 4 – V  Houtvaten en bastvaten. Houtvaten transporteren water met mineralen van wortel naar bladeren. Omhoog dus. Bastvaten transporteren water met glucose (gemaakt in de bladeren) vanuit bladeren naar alle andere delen van de plant, naar beneden dus.  Koolstofdioxide + water + zonlicht →  glucose + zuurstof  Bladgroenkorrels  Knollen (denk aan aardappel) Bollen (denk aan een ui) Zaden (groei van een nieuw plantje)  Individu, 1 organisme uit een populatie Populatie, groep organisme van hetzelfde soort. Leefgemeenschap, groep organisme van verschillende soorten. Ecosysteem, alle abiotische en biotische factoren samen in een gebied.  Dit is een voedselketen. Je ziet maar 1 lijn. Een voedselweb zijn verschillende voedselketens bij elkaar en door elkaar. De insectenetende vogel is namelijk niet de enige die slakken eet en de slak niet de enige die de zonnebloem eet.  Door verbranding van energierijke stoffen, bijvoorbeeld glucose. Om processen in het lichaam en beweging te laten plaatsvinden. Door het uitpoepen van onverteerbare stoffen. In deze stoffen zit energie, maar omdat het niet verteerd kan worden komt deze energie niet vrij en gaat het verloren. Schimmel  = reducent Duizendpoot = afvaleter Denneboom = producent Konijn = consument  Op het vraagteken hoort het begrip: verbranding. Hierbij komt de energie die in glucose ligt vrij. Denk eraan wanneer je eet dat dit eerst verteert wordt, het levert je pas energie gedurende de dag als je beweegt en het is nodig voor alle processen in jouw lichaam. Het madeliefje creëert zo meer ruimte voor zichzelf. Hier kunnen geen andere planten in de buurt groeien en heeft de plant meer mineralen en water voor zich alleen. Zo verdampt er zo min mogelijk water. In de woestijn is het namelijk erg warm.  Het juiste antwoord is A, een haaksnavel. Hierbij kan hij perfect zijn prooi vangen en het vlees eraf halen. Water heeft een plant nodig voor stevigheid, transport en als grondstof voor fotosynthese. Mineralen zorgen voor het maken van eiwitten die nodig zijn voor de groei van een plant.  Wortelharen nemen water en mineralen op. Water met mineralen erin gaat via de houtvaten door naar de bladeren. Via de huidmondjes verdampt het water weer.  Juist, met behulp van stikstof maakt een plant eiwitten. Onjuist, ook dieren produceren natuurlijk afval, denk bijvoorbeeld aan ontlasting. Juist, zij breken het afval af en zetten het om in stikstofhoudende mineralen. Onjuist, deze zitten in de bodem zodat de plant het kan opnemen.  Koolstofdioxide (CO2)Zij nemen het op via de huidmondjes in de bladeren. Stel een vogel eet een worm. De worm heeft van de planten gegeten, waar het C-atoom inzit. Namelijk verwerkt in glucose. Dan komt het C-atoom in de vogel terecht. Het C-atoom komt bij de reducenten terecht. Zij breken het afval van de dode vogel af. Ook reducenten doen aan verbranding en zo komt het weer in de lucht als koolstofdioxide. Zij maken er fotosynthese van samen met zonlicht en water. Er zitten 6 C-atomen in glucose. Glucose en zuurstof Koolstofdioxide en water Om te bewegen, denken, levensprocessen zoals ademen en verteren, praten, schrijven, noem maar op!! Eigenlijk heb je voor alles energie nodig. 

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in