Neue Kontakte 7.1 FLEX ed - Hoofdstuk 2 - Reisen oefentoetsen & antwoorden

goed aanslaanophelderende uitdagingde wetin verhouding tothet verblijf, de slaapplaatswalgelijk, verschrikkelijkvereist, noodzakelijkde diversiteitprofiteren vande opleving, de bloeihet trajecthip, populairtot nu toevoormalig der Hauptbahnhofsich irgendwo auskennendie Richtungmit Karte bezahlenin den Urlaub fahrenerlaubtdas Verkehrsmitteldie Ausfahrtdie Umgebunganschaltenempfehlenbremsendas Gepäckin der Nähe vonder Sitzplatz Müssen betekent dat het niet anders kan. Het is noodzaak.Voorbeeld: Ich muss morgen arbeiten.Je moet naar je werk, je bent verplicht te gaan. Bovendien moet er brood op de plank komen, dus ook noodzaak.Sollen drukt uit wat een ander van je wil of verwacht, het is vaak een morele verplichting of iemand doet een morele oproep aan je. Niet een handeling die je per se zelf moet doen of door de huidige situatie verlangd wordt. Met sollen vraag je ook naar de mening van de ander of vraag je de ander om een advies. Voorbeeld 1: Er soll sich mal untersuchen lassen. Iemand krijgt een advies om naar de dokter te gaan, het moet niet per se nu of het is van levensbelang. Belangrijk ook is dat de ander dit van je wil.Voorbeeld 2: Was denkst du? Soll ich diese Bluse anziehen?Hier wordt gevraagd om advies, naar de mening van de ander. Geen verplichting of noodzaak. der, die, das de, hetdie de (meervoud)dies deze, ditjen die, datjed elkmanch sommigesolch zulkewelch welkeall allebeid- beide Meewerkend voorwerp.Als je in het Nederlands er ‘aan’ of ‘voor’ kunt zetten. Na een aantal voorzetsels wordt de derde naamval gebruikt. Sommige werkwoorden in het Duits regeren de derde naamval.Voorbeeld:aan/voor ervoor: Ich gebe dir ein Buch. Ik geef (aan) jou een boek.Voorzetsel: zu meiner Freude war sie zu Hause. Zu heeft de derde naamval bij zich.Werkwoord: Ich helfe meinem Vater. helfen regeert de derde naamval. mit metnach na, naarbei bijseit sindsvon van, doorzu naar (bij personen), tot, bijaus uitaußer behalveentgegen tegemoetgegenüber tegenover durch doorfür voor (‘ten behoeve van’) ohne zonderum ombis totgegen tegenentlang langs Ich muss unbedingt an der richtigen Stelle aussteigen.Oft hat man mir gesagt, dass Rotterdam eine schöne Stadt sein soll.Hier ist ein Brief von der Schule: Vater soll den Termin mit meiner Lehrerin bestätigen.Im Gesetz steht, dass alle Autofahrer sich anschnallen müssen.Es ist kalt hier. Soll ich das Fenster schließen?Ihre Mutter hat angerufen. Jetzt soll sie zurückrufen.Der Weg ist wieder gesperrt und wir müssen einen anderen Weg fahren, sonst sind wir zu spät.Vorsicht, es kommt ein Auto von rechts auf uns zu. Ihr müsst bremsen!Laut Barbara soll sie sich beim Verkehrsamt melden.Du sollst wirklich besser deine Gesundheit beachten.Tip: kijk nog eens naar jouw uitwerking van opgave 3 en lees paragraaf C Grammatik Modale Verben nog eens. möchtemüssensollstdürftkannweißtsollenmagwillmuss Er mag diese Farbe gar nicht.Sie hat kein Bargeld dabei und möchte mit Karte zahlen.Wann dürft ihr wieder ins Schwimmbad gehen?Jeder soll  das Gesetz respektieren.Niemand mag die Drogen.Ich will in diesem Jahr mein Abitur machen.Wann müssen wir unsere Hausaufgaben einreichen?du weißt immer genau die richtige Antwort.Er will gerne mal wiederkommen.Ich möchte mein Auto in der Nähe vom Bahnhof parken. Gestern konntet ihr die große Entfernung nicht überwinden.Manchmal wusstest du die richtige Antwort nichtDer Lokführer musste regelmäßig bremsen.Früher mochte sie immer gerne reisen.Im Alter von 18 durfte er endlich alleine in den Urlaub fahren.Du solltest dich für die Prüfung anmelden.Damals mochte er oft spazieren gehen.Sie konnten in der Vergangenheit immer miteinander reden.Ihr solltet damals eigentlich die Prüfung schreiben. Du wolltest alles zur gleichen Zeit.Toelichting:  Als je het grammaticaoverzicht achterin je boek leest en kijkt naar de verleden tijd van modale werkwoorden, valt je op dat in de verleden tijd de umlaut op de stam wegvalt.  Op die manier weet je al veel van de verleden tijd van deze werkwoorden.  Je ziet daar ook welke klankverandering in de stam optreedt bij sommige modale werkwoorden. Werkwijze: Stel jezelf bij het oplossen van deze opgave de volgende vragen:Wat is de juiste vertaling van de gevraagde woorden?Tot welke groep behoort het woord? de der- of ein-Gruppe?Is het bijbehorende zelfstandige naamwoord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?Welke naamval hoort bij het voorzetsel in de zin?Om welk zinsdeel gaat het? Lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp?Staat er een werkwoord in de zin dat de derde naamval regeert?Thomas schickte seiner Schwester (v) eine Briefkarte aus Spanien.Der Hund bellt und steht vor (+3) der Tür (v).Die Suche nach (+3) einem Hotelzimmer (o) hat lange gedauert.Was ist mit (+3) dieser Karte (v)? Sie funktioniert nicht gut.Wir gratulieren (+3) beiden Freunden (mv) zu ihrem Geburtstag.Wo befindet sich dieses Hotel (o), das ich auf dem Stadtplan anzeige?Welches Auto (o) ist am teuersten?Diese Geschichte (v) gefällt (+3) mir sehr gut.Kann ich etwas für (+4) Sie mitbringen? 10. Jeder Gast (m) füllte ein neues Formular (o) aus. Wollt ihr mir (meewerkend voorwerp: derde naamval). ein Souvenir mitbringen?Wir brauchen für (+4) diesen Gast (m) eine Genehmigung (v, lijdend voorwerp). Zeigen Sie jedem Polizisten (m, meewerkend voorwerp)  Ihren Ausweis (m, lijdend voorwerp), bitte. Hier liegt einem Fehler (m) vor. (Vorliegen heeft de derde naamval bij zich)Kommen Sie gleich mit (+3) Ihrem Gepäck (o)?Durch (+4) eure gute Arbeit (v) sind wir jetzt fertig.Ich gebe dir (meewerkend voorwerp: derde naamval) meinen Rucksack (m,lijdend voorwerp).Ich bin hier. Das habe ich euch (meewerkend voorwerp, derde naamval) doch versprochen!  Versprechen heeft de derde naamval bij zich.Er antwortet ihr niemals. (Antworten heeft de derde naamval bij zich)Ich schreibe ihnen (meewerkend voorwerp: derde naamval) aus der Stadt. Vom 13. bis zum 20. Oktober habe ich an einem Sprachkurs in Berlin teilgenommen.Ich hatte täglich von 9:30 bis 13:00 Unterricht / Sprachkurs.In der Freizeit habe ich einen Ausflug nach Potsdam gemacht, habe ich ein Museum besucht und einen Stadtspaziergang gemacht.Ich empfehle diesen Sprachkurs, weil man sehr gut Deutsch lernt, viele neuen Leute kennenlernt und das Freizeitprogramm Spaß macht.Tip!Lees de tekst in de paragraaf J Schreiben blz. 115 in je tekstboek. Daaruit kun je voor het grootste gedeelte de bovenstaande zinswendingen herleiden. Ze zijn niet helemaal hetzelfde. Je moet de zinnen enigszins ombouwen / compleet maken met jouw kennis van de verleden tijd van de modale werkwoorden en de grammatica uit dit hoofdstuk. De zinnen hieronder geven jou nog een andere optie van de zinnen uit de tekst van blz. 115.