Toets Economie

Praktische Economie MAX 2020 M3 Markt en overheid - Hoofdstuk 2 - Marktvormen en hun marktevenwicht oefentoetsen & antwoorden

MAX

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: marktevenwicht, volkomen concurrentie, prijsdiscriminatie, Bertrand Paradox, gedifferentieerde producten, economische doelmatigheid, totale surplus, harbergerdriehoek, MK-lijn, monopolie, maximale winst, MO-lijn, oligopolie, residuele vraag, reactielijn, monopolistische concurrentie en prijsdiscriminatie.

Praktische Economie MAX 2020 M3 Markt en overheid
Toets Economie
Praktische Economie MAX 2020 M3 Markt en overheid
Online maken
Toets afdrukken
In het marktevenwicht wordt voldaan aan:De gevraagde hoeveelheid is gelijk aan de aangeboden hoeveelheid.Alle aanbieders maximaliseren hun winst.Op een marktvorm van volkomen concurrentie is er vrije toe- en uittreding. Als aanbieders winst maken, lokt dit nieuwe aanbieders uit om toe te treden tot de markt. Hierdoor neemt het aanbod toe en daalt de prijs. Deze toetreding gaat door tot alle winst verdwenen is.Iedere aanbieder op een markt van volkomen concurrentie heeft dezelfde GTK-lijn en MK-lijn, omdat iedere aanbieder dezelfde productietechnologie heeft; iedereen produceert precies op dezelfde manier. Perfecte prijsdiscriminatie is een vorm van prijsdiscriminatie waarbij iedereen een prijs betaalt gelijk aan zijn individuele betalingsbereidheid.In de praktijk worden consumenten ingedeeld in marktsegmenten. Dit zijn herkenbare groepen van consumenten met een vergelijkbare betalingsbereidheid. Omdat consumenten in verschillende marktsegmenten een verschillende betalingsbereidheid hebben, wordt aan verschillende marktsegmenten een verschillende prijs gevraagd.Twee voorwaarden voor prijsdiscriminatie:Verschillende consumenten hebben een verschillende betalingsbereidheid.Onderlinge doorverkoop (arbitrage) is onmogelijk. Als beide aanbieders in een duopolie elkaar beconcurreren met de prijs, zal een aanbieder een lagere prijs dan de concurrent vragen om consumenten naar zich toe te trekken. De concurrent zal hierop reageren door een nog lagere prijs te vragen om zodoende weer alle consumenten weg te halen. Dit proces van elkaar onderbieden gaat door totdat een nog lagere prijs leidt tot verlies. Dat is het geval wanneer de prijs gelijk is aan de GTK. Dit is een paradoxaal resultaat, want wie verwacht nu dat op een markt met slechts twee aanbieders waarbij toetreding niet mogelijk is, geen van beide aanbieders winst zal maken? Dit staat bekend als de Bertrand Paradox.Toetreding op een markt met een andere versie van het product dan de versies die al bestaan, heeft twee gevolgen. Het eerste gevolg is hetzelfde als met homogene producten: door toetreding vermindert de residuele vraag van alle bestaande aanbieders. Als er een nieuwe versie van het product bijkomt zal een aantal consumenten deze versie kiezen in plaats van een andere. Dat kost de bestaande aanbieders klanten. Het tweede gevolg treedt niet op bij homogene goederen: door toetreding neemt de totale vraag toe. Dit komt doordat er voor consumenten meer te kiezen valt als er een nieuwe aanbieder is toegetreden die iets anders aanbiedt dan alle bestaande aanbieders.  Volkomen concurrentieDuopolieMonopolieConsumenten-surplus€ 3.600((€ 7 - € 1) x 1200 x 0,5)€ 1.600((€ 7 - € 3) x 800 x 0,5)€ 900((€ 7 - € 4) x 600 x 0,5)Producenten-surplus€ 0€ 1.600((€ 3 - € 1) x 800)€ 1.800((€ 4 - € 1) x 600)Totale surplus€ 3.600€ 3.200€ 2.700Verlies aan economische doelmatigheid€ 0€ 400(€ 3.600 - € 3.200)€ 900(€ 3.600 - € 2.700)Conclusie: volkomen concurrentie is het meest efficiënt.Opmerking: bij het verlies aan doelmatigheid wordt het totale surplus per marktvorm vergeleken met de marktvorm die het meest efficiënt is.Opmerking: de Harberger driehoek is het verlies aan surplus bij monopolie.Een monopolie is niet Pareto-efficiënt, omdat bij een verandering van de prijs de consumenten er meer op vooruitgaan dan de producenten erop achteruitgaan. De consumenten kunnen dan belast worden om het verlies van de producenten volledig te compenseren. Als dat gebeurt gaan de consumenten er nog steeds op vooruit zonder dat de producenten erop achteruit gaan.De marktmacht van een monopolist met behulp van de Lerner Index is:marktmacht = (prijs – MK) / prijs x 100% = (€ 4 - € 1) / € 4 x 100% = 75%. De afgeleide van TK is MK.De afgeleide van TK = q2 + 50q + 81 isMK = 2q + 50De individuele aanbodlijn is gelijk aan de MK-lijn. Bij maximale winst is de marginale opbrengst gelijk aan de marginale kosten (MO = MK). Bij een marktvorm van volkomen concurrentie is de marginale opbrengst gelijk aan de prijs (MO = p). Dus MO = MK = p. Hieruit volgt dat p = 2q + 50 (zie antwoord op a.)Bij de individuele aanbodlijn staat de q rechts van het = teken en de p links van het = teken. De functie p = 2q + 50 wordt dan qa = 0,5p - 25.De collectieve aanbodlijn is de individuele aanbodlijn x het aantal aanbieders.Dus qa = (0,5p - 25) x 8 aanbieders. De collectieve aanbodlijn is dan qa = 4p – 200.Bij het marktevenwicht is qa gelijk aan qvqa = qv4p – 200 = –p + 4004p + p = 400 + 2005p = 600p = 120Bij het invullen van p = 120 in de aanbod- of de vraagfunctie krijg je een q van 280.Bij het uitrekenen van de winst van de individuele aanbieder moeten we eerst weten bij welke hoeveelheid de maximale winst wordt gemaakt. Hiertoe stellen we de MO gelijk aan de (individuele) MK. De MO is de prijs. De evenwichtsprijs is bij een marktvorm van volkomen concurrentie voor iedere individuele aanbieder een gegeven.MO = MK120 = 2q + 50-2q = 50 – 120-2q = -70q = 35Vervolgens berekenen we de winst door het verschil uit te rekenen tussen de totale opbrengst (p x q) en de totale kosten (TK = q2 + 50q + 81).De totale opbrengst (p x q) = € 120 x 35 = € 4.200.De totale kosten zijn 352 + 50 x 35 + 81 = € 3.056.Het verschil tussen de totale opbrengsten en totale kosten is € 4.200 - € 3.056 = € 1.144.Het consumentensurplus is (€ 400 - € 120) x 280 x 0,5 = € 39.200.Toelichting:Het snijpunt van de vraaglijn met de verticale as is € 400(Bij qv = –p + 400 moet bij qv een 0 worden ingevuld. De p is dan € 400).De evenwichtsprijs is € 120 (zie antwoord op c).De evenwichtshoeveelheid bij 8 aanbieders is 280 (zie antwoord op c). Het producentensurplus is (€ 120 - € 50) x 280 x 0,5 = € 9.800.Toelichting:De evenwichtsprijs is € 120 (zie antwoord op c).Het snijpunt van de (individuele) aanbodlijn met de verticale as is € 50.(Bij qa = 4p – 200 moet bij qa een 0 worden ingevuld. De p is dan 200 / 4 = € 50).De evenwichtshoeveelheid bij 8 aanbieders is 280 (zie antwoord op c). Toelichting:De formule van MK is 2q + 50 (zie antwoord op a.). Bij een q van 0 is MK 50. Bij een q van 35 (de individuele evenwichtshoeveelheid; 280 gedeeld door 8 aanbieders) is de MK 120.De GTK is de TK gedeeld door q. Dus TK = q2 + 50q + 81 / q = GTK.GTK is q + 50 + 81 / q De GTK is geen rechte lijn dus je moet een aantal punten uitrekenen om de GTK te kunnen tekenen. Bijvoorbeeld:o   q = 2; GTK = 92,50o   q = 10; GTK = 68,10o   q = 20; GTK = 74,05o   q = 30; GTK = 82,70.o   q = 35 GTK = 87,31o   q = 40; GTK = 92,03Toelichting:De vraagfunctie is gegeven en de  aanbodfunctie is het antwoord op vraag c.Bij qv = –p + 400 zijn de snijpunten met beide assen 400.Bij qa = 4p – 200 is het snijpunt met de verticale as 50 (bij q = 0 is p 50). Het tweede punt is het snijpunt met de vraaglijn. De evenwichtsprijs (€ 120) en de evenwichtshoeveelheid (280).Op lange termijn zal er geen winst meer zijn. In dat geval zijn de marginale kosten gelijk aan de gemiddelde totale kosten.Dus MK = GTK2q + 50 = q + 50 + 81/q2q -q = -50 + 50 + 81/qq = 81 / qq = 9q invullen in de MK functie of de GTK functie geeft een MK (GTK) van 68.Ook geldt hier MO = MK. Dus p = 68  (want bij een marktvorm van volkomen concurrentie is MO gelijk aan p).Om de totale gevraagde hoeveelheid te krijgen vul je in de vraagvergelijking p = 68  in. De q wordt dan 332. Dit is de totale hoeveelheid van alle aanbieders.Een aanbieder biedt 9 aan (zie boven). Het totale aantal aanbieders is 332 / 9 = 36,88888. Afgerond naar beneden 36 aanbieders. MK is de afgeleide van TK. Dus MK is = 2q + 2GTK is TK gedeelt door q. Dus GTK = q + 2TO is p maal q. Dus TO = (–2q + 20) × q = –2q2 + 20qMO is de afgeleide van TO. Dus MO = –4q + 20Bij het uitrekenen van de maximale omzet moet de MO worden gelijkgesteld aan nul. MO = –4q + 20 wordt 0 = –4q + 20. Hieruit volgt dat q = 5.De hoeveelheid bij maximale winst kun je uitrekenen door de marginale opbrengsten gelijk te stellen aan de marginale kosten.MO = MK–4q + 20 = 2q + 2–4q - 2q = 2 – 2-6q = -18q = 3De prijs waarbij de winst maximaal is wordt berekend door q is 3 in te vullen in de formule voor de vraaglijn p = –2 x 3 + 20 = 14.De maximale winst wordt uitgerekend door het verschil uit te rekenen tussen de totale opbrengst (p x q) en de totale kosten (TK = q2 + 2q)TO = p × q = 14 × 3 = € 42TK = 32 + 2 x 3 = € 15De winst is TO – TK = € 42 - € 15 = € 27 Let op: een veelgemaakte fout is dat vanaf het snijpunt van de MO en de MK lijn, een lijn wordt getrokken naar de verticale as. Je moet eerst vanaf het snijpunt van de MO en de MK lijn naar boven naar de p-lijn.(€ 20 – € 14) × 3 x 0,5 = € 10,5 a. De hoeveelheid bij maximale winst kun je uitrekenen door de marginale opbrengsten gelijk te stellen aan de marginale kosten.MO = MK–0,01q + 6 = 1–0,01q = 1 – 6–0,01q = – 5q = 500Bij een productie van 400 producten van aanbieder 2, is de formule van de residuele vraag van aanbieder 1: q = –200p + 1.400 – 400 is q = –200p + 1.000.Gebruik bij het uitrekenen van de MO de volgende stappen:Stap 1: Haal de “p” naar voren bij de residuele vraag van aanbieder 1:q = –200p + 1.000 wordtp = –0,005q + 5Stap 2: bereken daarna de TO:TO = p × q = –0,005q2 + 5qStap 3: tenslotte bereken je de MO door de afgeleide van TO te nemen:MO = TO’ = –0,01q + 5De hoeveelheid bij maximale winst kun je uitrekenen door de marginale opbrengsten gelijk te stellen aan de marginale kosten.MO = MK–0,01q + 5 = 1–0,01q = 1 – 5–0,01q = – 4q = 400Bij deze vraag moet je dezelfde berekeningen maken als bij de vorige twee vragen, maar dan in een keer:Ten eerste: de formule van de residuele vraag van aanbieder 2 bepalen.Bij een productie van 800 producten van aanbieder 1, is de formule van de residuele vraag van aanbieder 2: q = –200p + 1.400 – 800 is q = –200p + 600.Ten tweede: de MO berekenen in drie stappen (zie vraag b).Stap 1: Haal de “p” naar voren bij de residuele vraag van aanbieder 1:q = –200p + 600 wordtp = –0,005q + 3Stap 2: bereken daarna de TO:TO = p × q = –0,005q2 + 3qStap 3: tenslotte bereken je de MO door de afgeleide van TO te nemen:MO = TO’ = –0,01q + 3Ten derde: de hoeveelheid bij maximale winst berekenen (zie vraag c). De hoeveelheid bij maximale winst kun je uitrekenen door de marginale opbrengsten gelijk te stellen aan de marginale kosten.MO = MK–0,01q + 3 = 1–0,01q = 1 – 3–0,01q = -2q = 200Bij deze vraag maak je dezelfde berekeningen als bij de vorige vraag. Dus:Ten eerste: de formule van de residuele vraag van aanbieder 2 bepalen.Bij een productie van 600 producten van aanbieder 1, is de formule van de residuele vraag van aanbieder 2: q = –200p + 1.400 – 600 is q = –200p + 800.Ten tweede: de MO berekenen in drie stappen (zie vraag b).Stap 1: Haal de “p” naar voren bij de residuele vraag van aanbieder 1:q = –200p + 800 wordtp = –0,005q + 4Stap 2: bereken daarna de TO:TO = p × q = –0,005q2 + 4qStap 3: tenslotte bereken je de MO door de afgeleide van TO te nemen:MO = TO’ = –0,01q + 4Ten derde: de hoeveelheid bij maximale winst berekenen (zie vraag c). De hoeveelheid bij maximale winst kun je uitrekenen door de marginale opbrengsten gelijk te stellen aan de marginale kosten.MO = MK–0,01q + 3 = 1–0,01q = 1 – 3–0,01q = -2q = 200Beide aanbieders produceren 800 (2 x 400) producten (aflezen uit de grafiek).Bij het uitrekenen van de prijs bij het marktevenwicht vul je 800 in bij de q van de vraaglijn.q = –200p + 1.400800 = –200p + 1.400200p = 1.400 – 800200p = 600p = 3Het marktevenwicht is 800 stuks bij een verkoopprijs van € 3. Het snijpunt van de vraaglijn (q = –200p + 1.400) met de verticale as is € 7 (de maximale betalingsbereidheid).Het consumentensurplus is (7 – 3) × 800 × 0,5 = € 1.600. Bij een prijs van € 100 is de vraag naar kaartjes precies gelijk is aan de capaciteit van het stadion zodat er geen tekort aan kaartjes ontstaat en: Er zijn fans die meer dan € 100 hadden willen betalen waardoor de opbrengsten bij gelijke kosten hoger hadden kunnen zijn.Opmerking: beide deel antwoorden moeten verwoord zijn voor een volledig goed antwoord. Opmerking: de kosten per toeschouwer zijn € 150.000 / 30.000 = € 50.Let op: hou bij de arcering er rekening mee dat de maximale capaciteit van het stadion 30.000 toeschouwers is.De manager verwacht dat de fans, om de kans op een kaartje zo groot mogelijk te maken, een bod zullen uitbrengen overeenkomstig hun (maximale) betalingsbereidheid zodat een aantal fans meer zal bieden / betalen dan € 100.

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in