Thema's Maatschappijleer - Hoofdstuk 3 - Politiek oefentoetsen & antwoorden

PolitiekEen democratie waarin volksvertegenwoordigers namens de bevolking keuzes maken.Stemming over het volk over een belangrijk onderwerp.Algemeen OverheidMensen die werken voor de overheid.  Afspraken waarbij alle partijen een beetje toegeven (om in het midden uit te komen). DenkChristenunieSPVVDSGP LiberalismeChristen-democratie Sociaal-democratie A Goede antwoorden zijn: stemrecht, recht van amendement, recht van initiatief. Het dagelijks bestuur dat besluiten neemtGekozen volksvertegenwoordigers die het bestuur controleertGemeenteburgemeester en wethoudersgemeenteraadRijksoverheidkabinetparlement Bij een referendum stemt het volk zelf op een wet, dus direct. En het parlement stemt op wetten namens het volk, dus is het indirect.Toelichting: Beide punten moeten in je antwoord staan. Mogelijke goede antwoorden zijn:Omdat de overheid niet te veel moet ingrijpen.Omdat de overheid niet te duur moet worden.Omdat mensen zelf verantwoordelijkheid moeten nemen. Omdat 50plus zich voornamelijk inzet voor de zorg voor ouderen en ze daarmee maar één onderwerp belangrijk vinden.Toelichting: In je antwoord moet dus blijken dat je weet wat de 50Plus belangrijk vindt en wat een one-issue partij is. Bij 50Plus is “zet zich in voor ouderen” ook voldoende. Lobbyisten proberen de politiek te beïnvloeden via persoonlijk contact. Als sommige mensen daarmee meer invloed kunnen uitoefenen dan anderen, is dat niet democratisch.Toelichting: In een democratie moet iedereen evenveel invloed hebben via verkiezingen van een volksvertegenwoordiging. Dan telt elke stem evenveel. controlerende machtToelichting: In de tweede zin staat “parlementaire enquête" Met het enquêterecht mag de Tweede Kamer een onderzoek uitvoeren om te controleren of de overheid wel goed heeft gehandeld. wetgevende machtToelichting: In de eerste zin staat "initiatiefwet". Leden van de Tweede Kamer mogen met het ‘recht van initiatief’ zelf een wet voorstellen aan de Tweede Kamer. controlerende machtToelichting: In de titel staat “motie van afkeuring”. Met het motierecht mogen Tweede Kamerleden een uitspraak doen over een minister, in dit geval met de vraag om af te treden. controlerende machtToelichting: In de laatste zin, staat dat een partij Kamervragen stelt. Hiermee kunnen Kamerleden ministers vragen stellen over een wet of iets in de samenleving.  De grondwet, omdat in het artikel staat dat het demonstratierecht onder druk staat en in de grondwet staat dat je recht hebt om te demonstreren.Toelichting: In het boek staat dat recht op vrijheid van meningsuiting één van de grondrechten is in de grondwet. Demonstreren is een vorm van meningsuiting. Macht van het parlement, omdat de wet wordt ingevoerd zonder dat het parlement mag instemmen. Toelichting: In het boek staat dat in een democratie het gekozen parlement de hoogste macht moet hebben, en niet de regering. In het krantenbericht staat dat de regering de wet doorvoerde zonder dat het parlement mocht stemmen. Dan is de volksvertegenwoordiging niet meer de hoogste macht. populismeToelichting: Populistische partijen zeggen dat zij de wil van het volk vertegenwoordigen. sociaal-democratieToelichting: Sociaal-democraten wil dat de overheid ervoor zorgt dat iedereen dezelfde kansen krijgt. liberalismeToelichting: Liberalen willen dat criminaliteit hard wordt aangepakt. En liberalen komen op voor ondernemers. liberalismeToelichting: In het liberalisme is eigen verantwoordelijkheid belangrijk en moet de overheid niet te veel geld uitgeven.  christen-democratieToelichting: De christen-democraten gaan uit van de waarde naastenliefde en samenwerking. Als mensen respect voor elkaar hebben, kunnen ze beter voor elkaar zorgen (in plaats van bedrijven of de overheid). sociaal-democratieToelichting: bij sociaal-democratie staat solidariteit centraal, dat betekent dat kwetsbare mensen beschermd moeten worden. Een vluchteling uit Iran is kwetsbaar en heeft hulp nodig van mensen die het beter hebben.