Nova Scheikunde MAX (release 3.0) deel B - Hoofdstuk 6 - Chemisch evenwicht en zuur-base oefentoetsen & antwoorden

HCl (g) 🡪 H+  (aq) + Cl- (aq)Tip: Het ioniseert volledig, dus je gebruikt een enkele pijl. K2O (s) + H2O (l) 🡪 2 K+ (aq) + 2 OH- (aq)Tip: Kaliumoxide is een zout. Hierdoor moet je letten op de verhoudingsformule. Omdat zuurstof O2- is als ion en kalium K+ is heb je twee keer zoveel kalium nodig dan zuurstof en is de verhoudingsformule K2O (s)Het ioniseert volledig, dus je gebruikt een enkele pijl. HCOOH (aq) ⇄ H+ (aq) + HCOO- (aq)Tip: Methaanzuur is een organisch zuur. Het is methaan met een zuurgroep. Hierdoor wordt de formule HCOOH (aq). (je mag ook CH2O2 (aq) gebruiken)Omdat methaanzuur een organisch zuur is ioniseert het nooit volledig. Hierdoor gebruik je dus een dubbele pijl Bereken hoeveelheid stof HNO3m = 2,50 gM = 63,01 g/mol (BiNaS)n = m / M 🡪 2,50 / 63,01 = 0,0397 molBerekenen concentratie HNO3n = 0,0397 molV = 250 mL = 0,250 L[HNO3] = n / V 🡪 0,0397 / 0,250 = 0,159 mol/LVerhouding H+ en HNO3 = 1:1[H+] = 0,159 mol/LpH berekenenpH = -log[H+]pH = -log(0,159) = 0,799Significantie juistWe hadden 3 significante cijfers.we krijgen dus 3 decimalenAntwoord wordt danDe pH = 0,799  Bereken pOHWe hebben te maken met een basische oplossing. Hierdoor berekenen we dus altijd eerst de pOHpOH + pH = 14,00pOH = 14,00 – pHpOH = 14,00 – 13,40pOH = 0,60Bereken [OH-][OH-] = 10-pOH[OH-] = 10-0,60[OH-] = 0,251 mol/LSignificantieWe hadden twee decimalen bij de gegeven pH. We geven het antwoord dus in 2 significante cijfers.Antwoord is dus[OH-] = 0,25 mol/L HNO3 (l) + H2O (l) 🡪 NO3- (aq) + H3O+ (aq)Het H+ deeltje gaat van HNO3 naar H2O.Dus:Zuur = HNO3Base = H2OAsO43- (aq) + H2O (l) 🡪 HasO42- (aq) + OH- (aq) Het H+ deeltje gaat van H2O  naar AsO43-Dus:Zuur = H2OBase = AsO43-2 H+ (aq) + NaCO3 (s) 🡪 H2O (l) + Na+ (aq) + CO2 (g)Het H+ deeltje gaat van H+ naar NaCO3.Dus:Zuur = H+Base = NaCO3 Om stroom te kunnen geleiden moet een oplossing geladen deeltjes hebben die vrij kunnen bewegen. In een zure oplossing zitten waterstof-ionen (H+-deeltjes). Dit zijn geladen deeltjes die vrij kunnen bewegen. Hierdoor kan een zure oplossing stroom geleiden CO2 (g) ⇄  CO2 (aq)Tip: We hebben een evenwicht. Gebruik dus een dubbele pijlBerekenen totale concentratien = 0,45 molV = 1,5 L [CO2] = n / V[CO2] = 0,45 / 1,5[CO2] = 0,30 mol/LBereken [CO2 (aq)]80 % van 0,300,80 * 0,30 = 0,24 mol/LAls de fles open wordt gedraaid dan neemt de druk af. Hierdoor wordt de concentratie CO2 (g) lager. Het evenwicht zal zich dus gaan verplaatsen naar de kant van het CO2 (g) waardoor de concentratie CO2 (aq) afneemt.Totale concentratie CO2 = 0,30 mol/LBereken [CO2 (aq)]10% van 0,300,10 * 0,30 = 0,03 mol/LWat je wil is dat het evenwicht zich sneller gaat instellen. Dit noemen we de insteltijd van het evenwicht verkorten. Het verkorten van die insteltijd doe je door de reactiesnelheid te verhogen. De meest logische variant om de reactiesnelheid te verhogen is de temperatuur te verhogen. Gegeven:m = 3,5 g HIO3V = 250 mLBerekenen hoeveelheid stof HIO3n = m / Mm = 3,5 gM = 175,9 g/moln = 3,5 / 175,9 = 0,020 molBereken [HIO3][HIO3] = n / V[HIO3] = 0,020 / 0,250[HIO3] = 0,080 mol/LH2O (l) ⇄  H3O+ (aq) + IO3- (aq)Je gebruikt hier een dubbele pijl omdat het een zwak zuur isGegeven[HIO3] = 0,080 mol/LHIO3 (aq) + H2O (l) ⇄  H3O+ (aq) + IO3- (aq)Bereken [HIO3] omgezeter is 5,0% omgezet0,05 * 0,080 = 0,0040 mol/L HIO3 is er omgezetOmzettingstabel[HIO3][H3O+]Begin0,0800Omgezet-0,0040+0,0040eind0,0760,0040[H3O+] = 0,0040 mol/LBerekenen [H+][H3O+] = [H+][H+] = 0,0040 mol/lBereken pHpH = -log[H+]pH = -log(0,004)pH = 2,40 SignificantieWe werken met 2 significante cijfers bij deze vraag. We geven dus ons antwoord in 2 decimalenGegeven:Kristalviolet = blauwDimethylgeel = roodKristalvioletAls kristalviolet blauw is dan ligt de pH boven de 1,8DimethylgeelAls dimethylgeel rood kleurt dan ligt de pH onder de 2,9Conclusie: De pH van de oplossing is groter dan 1,8 en kleiner dan 2,9