Foerageergedrag = gedrag dat met eten te maken heeft.Mogelijke voorbeelden zijn;Een vlieg die vocht uit de ooghoek van een gnoe opzuigtEen grazende gnoe.Een teek die op een leeuw valt om bloed te gaan zuigen. Brandstof = levert energie en warmte.Bouwstof = voor groei, onderhoud en herstel.Reservestof = nodig al het lichaam een tijdje geen voedsel krijgt.Beschermende stof = beschermt tegen ziekten en gebreken. Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid, dit is een advies over welke voedingsstoffen je in welke hoeveelheden dagelijks binnen zou moeten krijgen. a = Speekselklieren, produceren tegelijkertijd met het kauwen speeksel. Speeksel is een verteringssap. b = Strotklepje, dit klapt achterover als je iets inslikt. Op deze manier sluit het de luchtpijp af, om te verhinderen dat je je verslikt. c = Slokdarm, brengt voedsel van de mond naar de maag, door middel van peristaltische bewegingen. d = Maag, tijdelijke opslagplaats van het voedsel. Voedsel wordt hier gekneed en vermengd met maagsap. Maagsap is een verteringssap.e = Galblaas, Opslagplaats van gal. Gal is geen verteringssap maar maakt vetdeeltjes wel kleiner. f = Alvleesklier, maakt alvleessap, een verteringssap dat vetten, koolhydraten en eiwitten kan splitsen. g - Dunne darm, hier wordt de vertering van eiwitten, vetten en koolhydraten voltooid met behulp van verteringsenzymen in darmsap. Door het samentrekken en ontspannen van de spieren in de darmwand en de darmplooien wordt de spijsbrij voortdurend gemengd met het darmsap.h = Endeldarm, dit is de laatste opslagplaats, voordat de voedselresten als ontlasting via de anus het lichaam verlaten.Bron afbeelding: Examen VMBO-KB 2015 - II Het bewerken van het gegeten voedsel met als doel dat de voedingsstoffen in het bloed terechtkomen en voor het lichaam beschikbaar zijn. Amylase is een enzym. Een enzym is een eiwit dat helpt bij het afbreken van voedingsmiddelen tot voedingsstoffen. Amylase splitst zetmeel, een koolhydraat, in kleinere stukjes. Glazuur Verteren van eiwittenDoden van bacteriën Gal is vloeibaar en het verkleint de vetdeeltjes, zodat de vetsplitsende enzymen er goed bij kunnen. Gal verteert zelf dus niet, het helpt er wel bij. De lever houdt de hoeveelheid voedingsstoffen in het bloed constant. De lever breekt stoffen af die schadelijk kunnen zijn voor je lichaam.De lever maakt gal. Deze vloeistof speelt een belangrijke rol bij de vetvertering. Voedingsvezels zijn onverteerbare koolhydraten. Ze zitten in plantaardige voedingsmiddelen en schimmels. Voedingsvezels in je voedsel stimuleren de darmperistaltiek. Diersoort Q, knipkiezen zijn puntige kiezen (molaren en premolaren) die het voedsel versnipperen.Diersoort P, diersoort P is een planteneter. Dit is te herkennen aan de plooikiezen, die met hun brede, geribbelde oppervlakken de taaie plantenmaterialen kunnen malen. Omdat plantaardig materiaal moeilijker te verteren is, is een lange dunne darm nodig. Bron afbeelding: Examen VMBO-BB 2016 - I Symbiose betekent letterlijk: samen leven. Hierbij gaat het om het samenleven van verschillende soorten organismen met elkaar. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij micro-organismen met de planteneter. De micro-organismen maken wel enzymen die cellulose kunnen verteren. Hierdoor ontstaan voedingsstoffen die de planteneter óf zelf verder kan verteren óf meteen in het bloed kan opnemen. Ondervoeding ontstaat als het lichaam te weinig voedingsstoffen krijgt. Ondervoeding is vaak het gevolg van voedseltekort. Verstoppingen in spijsverteringskanaal. Het voedsel schuift zó traag door het darmkanaal heen dat er te veel water wordt opgenomen en de ontlasting te hard wordt. Geelzucht is een gele verkleuring van de huid. Deze verkleuring komt doordat er te veel galkleurstof in het bloed zit. Als iemand geelzucht heeft, wijst dat op een afsluiting in de lever of in het afvoerkanaal van de gal of de galblaas. Het gevolg is dat galkleurstof niet via de darmen kan worden afgevoerd, maar in het bloed blijft. Voedingsstoffen zijn stofjes die je lichaam nodig heeft om in leven te blijven. Er zijn zes verschillende soorten voedingsstoffen: koolhydraten, vetten, eiwitten, vitamines, mineralen en water.Meerdere voedingsstoffen bij elkaar vormen voedingsmiddelen. Dit is wat we eten, zoals macaroni, kaas, soep, brood en melk. Het strotklepje zorgt ervoor dat de luchtpijp wordt afgesloten op het moment dat voedsel doorgeslikt wordt. Als het strotklepje dus niet afgesloten is, is er een kans dat het voedsel de luchtpijp in gaat. Dit heet verslikken. Je zal gaan hoesten om het voedsel uit de luchtpijp te verwijderen. De dunne darmwand heeft uitstulpingen die darmvlokken worden genoemd en deze zijn bedekt met microvilli, kleine haarachtige structuren die zorgen voor een groter oppervlak waarop de voedingsstoffen kunnen worden opgenomen. De voedingsstoffen worden opgenomen in het bloed via de darmwand en worden vervolgens vervoerd naar de verschillende delen van het lichaam waar ze nodig zijn. Dit gebeurt door middel van kleine bloedvaten die zich in de darmwand bevinden. Voedselrijk bloed gaat via de poortader naar de lever, waar het verder wordt verwerkt en opgeslagen. Zuurstofarm bloed uit de darmen wordt via de bloedvaten teruggebracht naar het hart en vervolgens naar de longen om zuurstof op te nemen en koolstofdioxide af te geven. Planteneters (herbivoren) hebben een lang verteringsstelsel omdat plantaardig voedsel moeilijker te verteren is dan vlees, want plantencellen hebben een celwand en dierlijke cellen niet. De celwand bevat cellulose. Dat is een koolhydraat die moeilijk verteerbaar is. Een langer spijsverteringskanaal betekent meer tijd voor de vertering en een groter oppervlak voor de opname van voedingsstoffen.Vleeseters (carnivoren) hebben, in vergelijking met planteneters, een kort verteringskanaal. Omdat vleeseters soms dagenlang moeten wachten op hun volgende prooi, moeten ze zo veel mogelijk eten als ze kunnen. De maag is hieraan aangepast, de maag is erg uittrekbaar. De oorzaak van obesitas is overvoeding. Je krijgt meer voedingsstoffen binnen dan je verbrandt en gebruikt voor de groei en herstel van weefsels en organen.De gevolgen van obesitas zijn dat er bepaalde ziektes zullen toenemen die verband houden met obesitas, zoals suikerziekte, hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk en gewrichtsproblemen. Overeenkomsten: Beide zijn eetstoornissen, waarbij de persoon bang is om te dik te zijn. Verschillen: Bij boulimia wisselen perioden van niet-eten zich af met oncontroleerbare vreetbuien. Na zo'n vreetbui probeert de persoon overgewicht te voorkomen door over te geven en/of te laxeren.Bij anorexia hongeren personen zichzelf uit, uit angst om aan te komen. Het voedsel dat je eet is besmet met een ziekteverwekkende bacterie. De stoffen die de bacterie produceren, veroorzaken de misselijkheid en het overgeven. Koolhydraten, Je lichaam gebruikt koolhydraten als brandstof, bouwstof en reservestof.WaterBouwstoffen, kalkzouten zijn nodig voor de groei van je botten. Bron afbeelding: Examen VMBO-KB 2018 - I Er zijn meerdere antwoorden mogelijk;Je hebt moeite met eten en slikken, omdat speeksel ervoor zorgt dat de voedselbrij zachter en slijmerig wordt. Eerste stappen van de vertering worden overgeslagen, aangezien er amylase in het speeksel zit. Amylase zorgt ervoor dat zetmeel, een koolhydraat, in kleinere stukjes wordt gesplitst.Smaak van het voedsel vervlakt, omdat speeksel ervoor zorgt dat geur- en smaakstoffen vrijgemaakt worden uit het voedsel. Peristaltiek of peristaltische beweging.Door een te korte dunne darm worden er (te) weinig voedingsstoffen in het bloed opgenomen. Mogelijke antwoorden zijn;De ontlasting uit de dunne darm-stoma (van afbeelding) bevat meer water doordat er daar nog geen water is geabsorbeerd.De ontlasting uit een endeldarmstoma bevat minder water doordat er in de dikke darm water is geabsorbeerd.De ontlasting in de dunne darm bevat veel voedingsstoffen omdat er in de dunne darm opname van voedingsstoffen plaatsvindt.Bron afbeelding: Examen VMBO-HAVO 2009 - De apen eten zowel plantaardig voedsel als dierlijk voedsel. Dit betekent dat zij knobbelkiezen zullen hebben, zodat zij beide type voedsel kunnen fijnmalen. Het darmkanaal zal middellang zijn, dus tussen een kort darmkanaal van vleeseters en lang darmkanaal van planteneters in. Dit plantaardig voedsel moeilijk te verteren is en dierlijk voedsel makkelijk te verteren.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.