Minerva 1 - Hoofdstuk 7 - Slavernij oefentoetsen & antwoorden

1. hoe 2. zoals 1. schatten, waard achten 2. beoordelen 1. lager 2. minder, zwakker redden, beschermen 1. terwijl 2. zolang alsuit, weg van, vanhet is toegestaan, het is mogelijkbrekenstilteals bono, forti, ingentibonae, fortes, ingentesbonorum, fortium, ingentiumbona, fortia, ingentiabono, forti, ingenti Vier van de volgende mogelijkheden: werk in de huishouding, in winkels, op akkers, in mijnen, als gladiatoren, als staatsslaven; twee van de volgende mogelijkheden voor geschoolde slaven:, als leraar, bouwmeester, arts.Drie van de volgende mogelijkheden: krijgsgevangenen in een oorlog, schuldslavernij, te vondeling gelegde kinderen, kinderen van twee slaven of van de meester en een slavin.Door vrijkopen met gespaard loon (peculium) of bij testament van de meester.Slaven, veroordeelde misdadigers, krijgsgevangenen, vrijwilligers.Sterke motivatie van de opstandelingen, onderschatting door de Romeinen.Moeheid en afgenomen motivatie van de opstandelingen, veel sterker en beter gemotiveerd leger van de Romeinen.  tuaepulchriscrudelemmagnorummiraelaetaomniaingentesgraviumnoti regi superbo: De slaven geven de trotse koning wijn.matrem bonam: De zoon houdt van zijn goede moeder.Captivi omnes: Alle krijgsgevangenen gehoorzamen de Romeinen.victores digni: Romeinen zijn altijd waardige overwinnaars geweest.villis divitibus: De meesters wonen in rijke landhuizen. Quintus keek met vier vrienden in het Colosseum naar het/een gevecht van gladiatoren.De ene gladiator, die de naam Gaius had, had een drietand en een net, de ander, een sterke soldaat, vocht met een zwaard.Vele mannen en jongens zaten in het Colosseum, maar voor alle vrouwen was het noodzakelijk in het bovenste deel van het Colosseum te staan.Plotseling bewoog Gaius het net naar de/zijn tegenstander, maar de soldaat ontweek, zoals hij de gewoonte had, snel het net.Toen naderde de soldaat de andere gladiator en hij verwondde hem met het/zijn zwaard. De vrienden zagen het bloed van Gaius.Meteen viel Gaius en hij riep: “O nee, de soldaat heeft me verwond, nu nadert de dood mij.”De overwinnaar keek naar de keizer en vroeg:”Wat besluit u? Kan Gaius (blijven) leven of moet ik Gaius doden?”De wrede keizer antwoordde de soldaat: “Dood hem, want ik beschouw hem niet als een goede gladiator.”NB: putare hier met 2 accusativi, dus: ”beschouwen als”.Quintus en zijn vrienden trappelden met hun voeten, toen de soldaat Gaius doodde. Tips bij lastige zin:2: Alius gladiator, cui nomen Gaius erat, tridentem et rete habebat, alius, miles fortis, gladio pugnabat.cui- dat.ev.mnl. van het betrekkelijk voornaamwoord: voor wie; tridens, tridentis(mnl.)-drietand; rete, retis (onz.)-net (zelfst.naamw.); miles, militis (mnl.)-soldaatDe zin bevat veel komma’s en 3 persoonsvormen: erat, habebat, pugnabat.Verder staat er tweemaal alius: “de een … de ander”.cui is betrekkelijk voornaamwoord, dus begint hier een bijzin, die loopt t/m erat (komma!)In die bijzin heeft de persoonsvorm twee nominativi bij zich: nomen en Gaius. De een is onderwerp, de ander naamwoordelijke deel van het gezegde; hier maakt het niet uit wat je kiest: “de naam was Gaius” of “Gaius was de naam”. cui is een dativus bij erat, en hier is dit een dativus die de bezitter aangeeft, dus liever niet: “voor wie de naam Gaius was”, maar “die de naam Gaius had”.miles fortis staat zonder persoonsvorm tussen komma’s; dit is een bijstelling bij alius.gladio kan dativus of ablativus zijn; nu kun je wel strijden voor iemand of voor een overwinning, maar voor een zwaard is toch wel bijzonder; logischer is dus het op te  vatten als een ablativus “met een zwaard”: hij vecht dus met iets anders dan de andere strijder.