Toets Nederlands

Nieuw Nederlands 6e ed/FLEX - Hoofdstuk 6 - Argumenteren oefentoetsen & antwoorden

6e editie

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: 

6.1 argumenten, tegenargumenten, weerlegging
6.2 argumentatiestructuren
6.3  argumentatieschema’s
6.4 drogredenen
6.5 aanvaardbaarheid van argumentatie

Nieuw Nederlands 6e ed/FLEX
Toets Nederlands
Nieuw Nederlands 6e ed/FLEX
Online maken
Toets afdrukken
Bij het analyseren van een betoog, kun je: • standpunten en argumenten identificeren en interpreteren;• feitelijke en waarderende argumenten onderscheiden;• argumentatiestructuren herkennen: enkelvoudige, onderschikkende en nevenschikkende argumentaties;• argumentatieschema’s herkennen op basis van: oorzaak en gevolg; kenmerk of eigenschap; voor- en nadelen; voorbeelden; vergelijking; autoriteit.Bij het beoordelen van een betoog, kun je: • drogredenen herkennen: (a) een onjuist gebruik van een argumentatieschema of (b) het overtreden van een discussieregel;• een betoog op aanvaardbaarheid beoordelen op basis van: aanvaardbaarheid en controleerbaarheid van feitelijke argumenten; betrouwbaarheid van bronnen; aanvaardbaarheid van waarderende argumenten; relevantie van argumenten; consistentie van de argumentatie; toereikendheid van de argumentatie.Met een tegenargument ontkracht je een standpunt; met een weerlegging ontkracht je een argument.De vier argumentatiestructuren:Enkelvoudige argumentatie: 1 argument ondersteunt het standpuntOnderschikkende argumentatie: een argument wordt ondersteund door een ander argumentNevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten: twee argumenten ondersteunen onafhankelijk van elkaar het standpunt. Argumenten zijn onafhankelijk als ze ieder op zich, zelfstandig het standpunt ondersteunen.Nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumenten: twee ondersteunende argumenten vormen in combinatie met elkaar het standpunt. Argumenten zijn afhankelijk als ze alleen in combinatie met elkaar werken. Ze zijn dan samen nodig om het standpunt te ondersteunen; los van elkaar ondersteunen ze het standpunt niet.De argumentatieschema’s: Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg: Bij dit type argumentatie wordt ervan uitgegaan dat een feit of een gebeurtenis zal leiden tot een ander feit of andere gebeurtenis.Argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap: Aan dit type argumentatie ligt de volgende gedachte ten grondslag: als alle onderdelen van een groep hetzelfde kenmerk hebben, dan heeft één onderdeel van die groep dat kenmerk ook. Deze gedachte wordt meestal niet expliciet vermeld.Argumentatie op basis van voor- en nadelen: Bij dit type argumentatie wordt een afweging gemaakt: de voordelen worden vergeleken met de nadelen en op basis van de uitkomst wordt er een oordeel uitgesproken.Argumentatie op basis van voorbeelden: Een standpunt kan ondersteund worden door voorbeelden. Die voorbeelden zijn dan de argumenten.Argumentatie op basis van vergelijking: Van dit type argumentatie is sprake als er een vergelijking wordt gemaakt tussen twee gevallen en er een overeenkomst wordt geconstateerd: omdat het in het ene geval zo is, zal het bij het andere ook wel zo zijn.Argumentatie op basis van autoriteit: Wanneer een standpunt wordt ondersteund door een uitspraak van een deskundige of een gezaghebbende bron, bijvoorbeeld een wetenschappelijk onderzoek, heet dat argumentatie op basis van autoriteit.Als er een standpunt en een argument gegeven worden, vraag je dan af of dat argument het standpunt aannemelijker maakt. Is dat niet het geval, dan is er sprake van onjuist gebruik van een argumentatieschema.Om een betoog of een betogend tekstgedeelte te beoordelen op aanvaardbaarheid, moet je de argumentatie in kaart brengen:Welke argumenten worden er gebruikt?Zijn het feitelijke of waarderende argumenten?Hoe worden de argumenten ondersteund?Zijn de argumenten geen drogredenen?Worden er tegenargumenten genoemd? Zo ja, worden die tegenargumenten dan (afdoende) weerlegd?Argumentatie is alleen aanvaardbaar als de argumenten aan de volgende eisen voldoen:De argumenten zijn op zichzelf aanvaardbaar.De argumenten zijn relevant.De argumenten zijn onderling consistent.De argumenten zijn samen toereikend voor het ingenomen standpunt. Een voorbeeld van een uitwerking is: Argument: Jongeren moeten leren trots te zijn op ons verleden.Tegenargument: Meer aandacht voor vaderlandse geschiedenis zal ten koste gaan van de tijd voor wereldgeschiedenis.Weerlegging: Er is anders weinig in ons verleden waar we trots op kunnen zijn.Kijk naar de voorbeelden van de twee argumentatieschema’s die jij gekozen hebt:Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg: Mikael zal zich wel goed in zijn eentje kunnen vermaken (gevolg en standpunt). Hij is immers alleen door zijn moeder op een zo goed als verlaten eiland opgevoed (oorzaak en argument).Argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap: Dictatoriale leiders zijn het niet gewend om kritisch bejegend te worden (argument). Geen wonder dat zij veel moeite hebben met kritiek die zij vanuit het buitenland krijgen (standpunt).Argumentatie op basis van voor- en nadelen: Als iemand een tussenjaar neemt, is hij misschien wel meer gemotiveerd voor zijn vervolgstudie. Ook is een jaartje uitrusten natuurlijk niet zo gek (voordelen: argumenten vóór). Daar staat tegenover dat zo iemand wel helemaal uit zijn studieritme raakt en daar misschien ook nooit meer echt goed in raakt, met alle gevolgen van dien (nadelen: argumenten tegen). Een tussenjaar nemen is niet altijd verstandig (standpunt).Argumentatie op basis van voorbeelden: Ik denk dat hij zich nauwelijks betrokken voelt bij het bedrijf en zijn collega’s (standpunt). Zo heeft hij zich gisteren ziek gemeld, terwijl hij ’s middags wel in de sportschool was en met het bedrijfsuitje ging hij ook al niet mee (argumenten).Argumentatie op basis van vergelijking: Ik vrees dat de leerkrachten in het basisonderwijs de zo gewenste loonsverhoging niet zullen krijgen (standpunt); de docenten in het voortgezet onderwijs kregen laatst immers ook niet meer salaris (argument).Argumentatie op basis van autoriteit: Het is de hoogste tijd dat de lonen van alle Nederlanders omhoog gaan (standpunt). De president van De Nederlandsche Bank heeft dat laatst in een interview ook gezegd (argument).Voorbeelden van drogredenen uit de eerste groep. Let op: jij hoeft maar 1 voorbeeld te geven.Oorzaak-gevolgschema: De invoering van de iPads voor alle leerlingen is een slechte zaak (standpunt). De resultaten van de rekentoets worden bij ons op school sinds die tijd steeds slechter (argument).Kenmerk- of eigenschapschema:  Diederik is een hooligan (standpunt), want hij zit onder de tattoos (argument).Overdrijven van voor- of nadelen: Veel huwelijken eindigen in een nare vechtscheiding (argument). Daarom kunnen mensen maar beter niet meer trouwen (standpunt).Vals dilemma: De docenten moeten zich duidelijk uitspreken (standpunt): óf minder lessen óf beter onderwijs. ( enkel 2 - elkaar uitsluitende - mogelijkheden)Overhaaste generalisatie: Ik had laatst meer dan een half uur vertraging toen ik met de trein reisde (argument). Van enige betrouwbaarheid van de NS is absoluut geen sprake meer (standpunt).Verkeerde vergelijking: Zo erg is het toch ook weer niet dat de bijen uitsterven (standpunt). De dinosauriërs zijn ook ooit van de aardbodem verdwenen (argument).Autoriteitsschema: De president-directeur van de KLM zei het laatst ook al (argument): het valt reuze mee met de hoeveelheid CO2 die vrijkomt door vliegtuigen (standpunt).Voorbeelden van drogredenen uit de tweede groep. Let op: jij hoeft maar 1 voorbeeld te geven. Persoonlijke aanval: Verschrikkelijk. Wat een warhoofd is die Wibier en hij is ook nog ooit benoemd als hoogleraar. Hij is absoluut geen reclame voor de Katholieke Universiteit Tilburg. Kunnen ze daar geen betere hoogleraren krijgen?Ontduiken van bewijslast: Ik heb nog geen goed argument gehoord tegen mijn opvatting dat het met de klimaatverandering allemaal wel losloopt.Vertekenen van het standpunt: De Amerikaanse president zegt dat Europa meer geld aan zijn defensie moet uitgeven. Zie je wel dat hij liever niets meer met Europa te maken heeft.Bespelen van publiek: Mensen die ook maar een beetje goede smaak hebben, zullen zich echt niet verlagen om naar de Toppers te gaan.Cirkelredenering:  Iedereen mag zeggen wat hij wil, want alle burgers van Nederland hebben het recht op vrije meningsuiting. Voorbeeld van een feitelijk argument: Utrecht was in 2013 de stad met de grootste stijging van het aantal inwoners. Dit is een feitelijk argument, omdat je het kunt controleren.Voorbeeld van een waarderend argument: Er wonen in Utrecht veel jonge, gezellige mensen. Dit is een waarderend argument, omdat jong en gezellig een mening aangeven.  Nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten: U kunt mijn neef vorige week niet bij de katholieke kerk in Amsterdam hebben gezien (mening), want mijn neef is tien jaar geleden overleden (argument 1) en er is trouwens helemaal geen katholieke kerk in Amsterdam (argument 2)Enkelvoudige argumentatie: Het openbaar vervoer is niet goed geregeld (mening). Bussen en treinen zijn vaak te laat (argument)Nevenschikkende afhankelijke argumentatie: Ik moest wel eten laten brengen (mening). Er was niets te eten in huis (argument 1). Bovendien lag ik ziek in bed (argument 2)Onderschikkende argumentatie: Ik bezoek graag een voetbalwedstrijd.(mening) De wedstrijden zijn namelijk erg spannend (argument 1), omdat je nooit weet of het beste team ook gaat winnen (subargument 1). Er wordt immers, anders dan bij bijvoorbeeld basketbalwedstrijden, weinig gescoord (sub-subargument 1) a. b. c.  Zie het uitgewerkte schema hieronder. Als je uitgaat, kun je niet met de fiets, maar moet je een taxi nemen.Je reageert minder snel.Elk glas alcohol dat je gebruikt, vernietigt 100.000 hersencellen.Het is slecht voor je gezondheid.Alcoholische consumpties kosten meer dan frisdrank.Het kost veel geld. Het is gevaarlijk in het verkeer.Het is slecht voor je lever.Probeer iedere keer de want/dus-redenering toe te passen: mening, want argumentargument, dus mening.Je kunt beter geen alcohol drinken, want (d) het is slecht voor je gezondheid, want (h) het is slecht voor je lever (= voorbeeld van gezondheid)want (c) elk glas alcohol dat je gebruikt, vernietigt 100.00 hersencellen (= voorbeeld van gezondheid)Je kunt beter geen alcohol drinken,want (f) het kost veel geld,want (e) alcoholische consumpties kosten meer dan frisdrank (voorbeeld van veel geld)want (a) als je uitgaat, kun je niet met de fiets, maar moet je een taxi nemen (voorbeeld van veel geld) Je kunt beter geen alcohol drinken,want (g) het is gevaarlijk in het verkeer,want (b) je reageert minder snel (dus gevaarlijk in verkeer)Tip: lees het schema van boven naar onder met het woord ‘want’ op de plaats van de pijlen. Lees het schema van onder naar boven met het woord ‘dus’ op de plaats van de pijlen.  Jeroen is eigenlijk nog een groot kind (standpunt), want hij speelt nog graag met zijn lego (argument).Argumentatieschema op basis van kenmerk of eigenschap. De Tweede Wereldoorlog was onvermijdelijk (gevolg en standpunt), want de overwinnaars van de Eerste Wereldoorlog hebben Duitsland in een diepe economische crisis geduwd (oorzaak en argument).Drogreden: Onjuist beroep op het oorzaak-gevolgschema: de in het argument genoemde oorzaak niet voldoende om tot het voorspelde gevolg te leiden. Het is niet zo dat een land dat in een ernstige economische crisis verkeert, automatisch een (wereld)oorlog begint.Diederik is een hooligan (standpunt), want hij zit onder de tattoos (argument).Drogreden: Onjuist gebruik van het kenmerk- of eigenschapsschema: als aan een bepaald kenmerk veel betekenis wordt toegekend terwijl diverse andere relevante kenmerken worden genegeerd, is er sprake van een onjuist gebruik van het kenmerk- of eigenschapsschema. Het hebben van tattoos betekent niet dat Diederik een hooligan is. Je kunt absoluut niet op hem rekenen (standpunt). Zo (signaalwoord - voorbeeld!)  kwam hij gisteren zonder af te bellen niet opdagen en dat cadeautje was hij ook vergeten (argumenten en voorbeelden)Argumentatieschema op basis van voorbeelden.De docenten moeten zich duidelijk uitspreken: óf minder lessen óf beter onderwijs. (standpunt)Drogreden: Onjuist beroep op het voor- of nadelenschema: vals dilemma: Als er een situatie zo wordt voorgesteld dat er maar twee – elkaar uitsluitende – mogelijkheden zijn, terwijl er veel meer mogelijkheden zijn, heet dat een vals dilemma. Het vals dilemma ís het standpunt; er worden geen argumenten voor gegeven. In dit geval kunnen docenten zich ook uitspreken over andere zaken en mogelijkheden. De president-directeur van de KLM zei het laatst ook al (argument): het valt reuze mee met de hoeveelheid CO2 die vrijkomt door vliegtuigen (standpunt).Drogreden: Onjuist beroep op het autoriteitsschema: zich beroepen op een autoriteit kan een standpunt ondersteunen. Soms is een autoriteit echter onbetrouwbaar, omdat hij belangen bij de zaak heeft, of omdat hij op het betreffende gebied geen autoriteit is. Een meerderheid is ook geen autoriteit. In dit geval zal de directeur van de KLM belangen hebben bij deze uitspraak. Als Geert meegaat, dan krijgen we zeker ruzie (standpunt). De vorige keer dat hij meeging, liep het ook uit de hand (vergelijking en argument)Argumentatieschema op basis van vergelijking. Iedereen mag zeggen wat hij wil (standpunt), want alle burgers van Nederland hebben het recht op vrije meningsuiting (herhaling van standpunt in andere woorden).Drogreden: Cirkelredenering: het standpunt ondersteund door het herhalen van datzelfde standpunt, maar dan anders geformuleerd. Na het woord want hoort een argument te volgen, maar het standpunt wordt in andere woorden herhaald.  Standpunt: Ban de literatuurlijstArgument: Het onderwijs heeft achterhaalde richtlijnen. Deze zorgen ervoor dat de liefde voor literatuur verdwijnt.De argumentatie is aanvaardbaar: het argument is op zichzelf aanvaardbaar (de richtlijnen zijn al jaren hetzelfde) , het is relevant, en het leidt naar het standpunt. Let op dat je alledrie deze punten benoemt!

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in