Praktische Economie MAX 2021 M6 Risico en rendement
- Hoofdstuk 4 - Ondernemen is risico's nemen
oefentoetsen & antwoorden
MAX
Klas 4-5-6|Vwo
Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: ondernemersrisico, onderpand, bedrijfsvorm, rechtsvorm, natuurlijke personen, rechtspersonen, eenmanszaak, vennootschap onder firma, besloten vennootschap, naamloze vennootschap, principaal-agent relatie, averechtse selectie, moral hazard, prikkelcontracten verzelfstandiging en privatisering.
Toets Economie
Praktische Economie MAX 2021 M6 Risico en rendement
Online maken
Toets afdrukken
Vier manieren van financiering van een investering:Uit de behaalde winst. Nadeel: winsten die geïnvesteerd worden kunnen niet meer als dividend worden uitgekeerd aan de aandeelhouders.Geld lenen bij de bank. Nadeel: de bank krijgt medezeggenschap over de manier waarop het geleende geld geïnvesteerd wordt.Bedrijfsobligaties uitbrengen. Nadeel: om geld te lenen van het publiek moet hun een hogere rente in het vooruitzicht gesteld worden dan die ze kunnen krijgen op overheidsobligaties.Het uitgeven van nieuwe aandelen. Nadeel: de uitgifte van extra aandelen betekent dat een nog groter deel van de onderneming in handen komt van derden.Het risico van de bank wordt lager bij het krijgen van een onderpand in ruil voor de lening, want als de lening niet wordt afbetaald, is de bank eigenaar van het onderpand. Een onderpand verkleint zodoende de schade die de bank loopt als de lening niet wordt afbetaald: de bank kan het onderpand verkopen zodat het nog een deel van de lening terugkrijgt. De vier kenmerken van een de bedrijfsvorm:Het aantal eigenaren.De inbreng van het eigen vermogen.De aansprakelijkheid voor schulden.De rechtsvorm.Een rechtspersoon is de juridische constructie waarbij een organisatie kan optreden als persoon in het rechtsverkeer.Eenmanszaak, vennootschap onder firma, naamloze vennootschap en besloten vennootschap.Bij een bv staan de aandelen op naam en zijn niet vrij verhandelbaar. Bij de nv zijn de aandelen vrij verhandelbaar.Een naamloze vennootschap kan een groter ondernemingsrisico dragen dan een besloten vennootschap, omdat een naamloze vennootschap veel meer eigenaren heeft dan een besloten vennootschap. Een risico wordt daardoor door veel meer eigenaren (aandeelhouders) gedragen dan bij een besloten vennootschap. Bij een risico dat verkeerd uitvalt, wordt bij een besloten vennootschap een beperkt aantal mensen heel erg geraakt, terwijl bij een naamloze vennootschap een veel grotere groep beperkt wordt geraakt. Voordelen van de eenmanszaak in vergelijking met de vof:Er ontstaat bij de eenmanszaak geen onenigheid over het beleid.De winst hoeft bij de eenmanszaak niet te worden verdeeld.De eigenaar van (de aandelen van) een besloten vennootschap is niet aansprakelijk voor de schulden van de bv. De aandeelhouder is alleen aansprakelijk voor het bedrag van deelname in het aandelenvermogen van de besloten vennootschap.Opmerking: Bij wanbeleid is het soms mogelijk de bestuurders van de bv aansprakelijk te stellen. Een oorzaak van de informatieasymmetrie bij een principaal-agent relatie wordt aangegeven door de tekst : “De managers die het bedrijf van dag tot dag sturen”. De managers zijn op de hoogte van wat er dagelijks speelt binnen het bedrijf, de aandeelhouders zijn niet betrokken bij de dagelijkse gang van zaken en zijn voor informatie afhankelijk van het management. Er is bij de principaal-agent relatie in de tekst sprake van moral hazard. De managers van het bedrijf willen vooral hun eigen positie verbeteren en nemen onverantwoord grote risico’s die op lange termijn de continuïteit van het bedrijf in gevaar brengt De NS beschikt over een natuurlijk monopolie, omdat treinen niet gelijktijdig op hetzelfde spoor kunnen rijden en omdat de dienstregeling een afstemming vraagt van de reistijden van verschillende treinen, is concurrentie op het spoor niet mogelijk.Het verschil tussen verzelfstandiging en privatisering is dat bij verzelfstandiging de overheid eigenaar blijft van de onderneming. Bij privatisering gaat het eigendom over in particuliere handen. Het is niet verstandig overheidsbedrijven met een natuurlijk monopolie te privatiseren, omdat concurrentie op het spoor niet mogelijk is (zie antwoord op a). Het geprivatiseerde bedrijf zal daarom hoge prijzen vragen, wat ten koste gaat van het consumentensurplus.Bij de maatregel die de staatssecretaris oplegt aan de NS, is geen sprake van een prikkelcontract. Een prikkelcontract is een overeenkomst tussen principaal en agent waardoor beiden dezelfde doelstelling hebben. In die contracten staat bijvoorbeeld dat de agent een bonus krijgt als hij bepaalde doelstellingen behaalt. De potentiële klanten weten niet zeker of ze te maken hebben met een betrouwbare autohandelaar en een relatief goede kwaliteit auto kopen. Deze asymmetrische informatie zorgt ervoor dat hun betalingsbereidheid afneemt. Hierdoor kunnen veel betrouwbare autohandelaren niet meer uit de kosten komen. (Het gevaar bestaat dat vooral onbetrouwbare handelaren overblijven) AK heeft belang bij het garanderen van de kwaliteit van de aangesloten handelaren. Het kan echter in het belang van een autohandelaar zijn om zich toch minder strikt te houden aan de kwaliteitseisen. Kwaliteitscontroles kunnen AK de nodige informatie bieden over de aangesloten handelaren / een mogelijk gebrek aan informatie bij AK ten opzichte van de handelaren verhelpen (waarmee de kans toeneemt dat de handelaren zich aan de kwaliteitseisen zullen houden). De eigenaren van een onderneming verkeren in de positie van principaal, waarbij de bestuurders dan optreden als agent. De agent zal zich in zijn gedrag laten leiden door andere doelstellingen dan de principaal. Daarbij heeft de principaal informatieachterstand tegenover de agent (hetgeen kosten van controle met zich meebrengt).Tip: zorg ervoor dat bij vragen over een principaal-agent verhouding onderstaande drie punten in het antwoord staan:Wie is de principaal en wie is de agent?De partijen hebben een tegenstrijdig belang.De agent heeft meer informatie dan de principaal.Bij beursgenoteerde ondernemingen kan de informatie-asymmetrie tussen principaal en agent groter zijn dan bij niet-beursgenoteerde ondernemingen, omdat bij beursgenoteerde ondernemingen is het eigendom verdeeld over een groot aantal aandeelhouders / er een grotere afstand bestaat tussen de aandeelhouders en de leiding van het bedrijf. Hiermee zal de informatieachterstand van de eigenaar, de principaal, ten opzichte van de bestuurders, de agent, groter zijn dan bij een niet-beursgenoteerde onderneming. (Voor de aandeelhouders zal dit gepaard gaan met hogere kosten van “monitoring” van de prestaties van hun bestuurders).Het uitkeren van een extra beloning in de vorm van aandelen wordt door de eigenaren van een beursgenoteerde onderneming gezien als een bijdrage aan de oplossing van het principaal-agent probleem in de onderneming, omdat de beloning van de bestuurders dan (deels) wordt gekoppeld aan de waarde (en de opbrengst) van de aandelen, waarmee aandeelhouders en bestuurders in sterkere mate gelijke doelstellingen krijgen. Voorbeelden van een juist antwoord zijn:Als klanten verplicht verzekerd zijn, zullen zij makkelijker (een serie) behandelingen aangaan dan als zij zelf zouden moeten betalen.Door het systeem van het rechtstreeks indienen van de rekeningen bij de zorgverzekeraars zullen logopedisten mogelijk meer zekerheid hebben van tijdige betaling.Bij € 38 uitbetalen aan logopedisten is de premie (€ 38 × 20 × 0,005) = € 3,80
en bij € 30 uitbetalen aan logopedisten is de premie (€ 30 × 20 × 0,005) = € 3,00Het verschil in premie = € 0,80De zorgverzekeraars verkeren in de positie van principaal, en de logopedisten in die van agent. Beide partijen hebben verschillende doelstellingen. De zorgverzekeraars hebben beperkt zicht op de kwaliteit van de logopedisten: er is sprake van informatieasymmetrie.Door een hoger tarief afhankelijk te maken van de extra kwaliteitseisen worden logopedisten gestimuleerd om meer kwaliteit te leveren.Enerzijds zijn fusies een goede ontwikkeling omdat logopedisten zo de totale praktijkkosten kunnen verminderen, waardoor ze akkoord kunnen gaan met een lager tarief.Anderzijds zullen logopedisten door middel van fusies een groter marktaandeel van de logopedische hulp / een grotere marktmacht in een regio krijgen. (Daarmee krijgen zij een sterkere positie in de onderhandelingen met de grote zorgverzekeraars over de contractvoorwaarden.) De zorgverzekeraars zullen dan naar verwachting eerder akkoord gaan met een hoger tarief om in staat te blijven voldoende zorg voor hun klanten in te kopen.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.