Talent MAX
- Hoofdstuk 4 - Beschouwende teksten - De toekomst van reizen en toerisme
oefentoetsen & antwoorden
MAX
Klas 4|Vwo/gymnasium
Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: betogende en beschouwende teksten, vaste tekststructuren, drogredenen, citeren, stijlkwesties, verbanden tussen meerdere teksten en woordenschat.
Toets Nederlands
Talent MAX
Online maken
Toets afdrukken
Dat op de Tilburg University vanaf 2018 de voertaal Engels zal zijn;Dat Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren een betoog in het Engels hield;Toelichting: Je moet dus op zoek naar voorbeelden. Voorbeelden kunnen ook ingezet worden als argument. Ze zijn natuurlijk minder sterk dan feitelijke argumenten, maar ze zijn wel legitiem. Er staat in de vraag: in alinea 2 en 3, dus je weet dan dat je er eentje in 2 en eentje in 3 moet zoeken. Let goed op dat het te maken moet hebben met ‘je overgeven aan het Engels”. Andere voorbeelden uit deze alinea’s zijn er ook, maar die gaan niet over het je overgeven aan het Engels. Goed lezen dus. Het is geen paradox, want het gaat om de tegenstelling tussen hogeropgeleide migranten die geen Nederlands hoeven te leren en lageropgeleide migranten die wel Nederlands moeten leren.Toelichting: Een paradox is een schijnbare tegenstelling en hier gaat het om een echte tegenstelling, namelijk dat laagopgeleide mensen wél Nederlands moeten leren en hoogopgeleide mensen niet, terwijl je zou verwachten dat de hoogopgeleiden slimmer zijn dan de laagopgeleiden en zich dus ook makkelijker een taal eigen kunnen maken. gidsland (alinea 1): Een gidsland is een land dat een voorbeeld is voor andere landen, met name wat betreft overheidsbeleid en waarden en normen in de samenleving. Globisch (alinea 1): Dit is een vorm van Engels waarmee je met 1500 woorden de taal al kan spreken: een versimpelde vorm van Engels.rendementsdenken (alinea 3): Op een bepaalde manier denken die ervan uitgaat dan het resultaat het doel op zichzelf is. Je kijkt niet meer naar het proces, of de mensen.consensus (alinea 4): Een consensus heb je wanneer de leden van een groep of gemeenschap overeenstemming hebben bereikt. Het wordt vaak toegepast in internationale organisaties en in democratieën. Er wordt net zo lang gesproken over de geschilpunten totdat er een formule is gevonden die voor elke deelnemer aanvaardbaar is.marktconform (alinea 4): dat is iets dat gangbaar is in de huidige markt. Volgens de huidige norm. taalimperialisme (alinea 4): het begrip taalimperialisme houdt het door taal veroveren van andere gebieden in. Het gaat om een systematische taalpolitiek met politieke, economische en culturele middelen in die taaldominantie bevordert. Het doel is om op die manier de eigen politieke, economische en culturele belangen te bevoordelen.paradox (alinea 6): Dit is een stijlfiguur die duidt op een schijnbare tegenstelling. Het lijkt te gaan om een echte tegenstelling, maar als je goed kijkt gaat het niet over de zaken die tegenover elkaar staan, maar over iets dat erachter ligt. Het gaat over een andere betekenis. parallel (alinea 6): evenwijdig aan elkaar lopende lijnen die elkaar nooit zullen kruisen, noemen we parallelle lijnen. Dit kan ook met gebeurtenissen. Dingen kunnen eenzelfde soort ontwikkeling doormaken en daarin als een grafiek parallel lopende lijnen hebben. manifest (alinea 8): Een manifest of handvest is een weergave van de standpunten van een persoon, of een groep. Vaak is het een beknopte, meestal puntsgewijze, uiteenzetting, soms ook langer.beducht (alinea 11): 'bevreesd: voor iets of iemand beducht zijn, vrezen dat er wat mee gebeurt. Dit komt van het werkwoord beduchten (vrezen).Toelichting (tip): Het is belangrijk moeilijke woorden meteen op te zoeken, want zij kunnen het verschil maken of je de vraag goed hebt of niet. Ze kunnen net dat verschil maken in betekenis. Zoek dus altijd het moeilijke woord op. Op een eindexamen bijvoorbeeld, mag je altijd een woordenboek gebruiken. Doe dat dan ook. Zowel allochtone werkzoekenden als Nederlandse academici beheersen de gewenste taal onvoldoende voor het vinden van werk. Om dat voor elkaar te krijgen moeten beide groepen mensen zich aanpassen. Toelichting: Bekijk het stuk tekst direct na zin 3 van alinea 6 uit deze vraag: ‘Waar het sommige allochtone werkzoekenden door gebrekkige kennis van het Nederlands niet lukt om een baan te krijgen, mislukken Nederlandse academici in het buitenland door hun krukkige Engels. Aanpassen is in beide gevallen het devies.’ Hier zie je het woord devies. Dat betekent: spreuk, leuze, levensregel. Dat is dus een soort advies. Zoek in de tekst altijd naar synoniemen van de in de vraag gestelde begrippen. Meestal staat iets met andere woorden (= synoniem) uitgelegd in de tekst. Dat geldt hier ook voor het antwoord op vraag 4b. : devies is een advies. De zin: ‘Waar het sommige allochtone werkzoekenden door gebrekkige kennis van het Nederlands niet lukt om een baan te krijgen, mislukken Nederlandse academici in het buitenland door hun krukkige Engels, ’uit de tekst formuleer je in eigen woorden. Er staat namelijk gewoon dat allochtone werkzoekenden doordat ze slecht Nederlands spreken geen werk kunnen vinden en er staat dat ook academici geen baan vinden door hun slechte Engels. De overeenkomst, het parallel is dus het niet vinden van een baan door kennisgebrek van de taal. In dit geval van het Nederlands bij de allochtonen en van het Engels bij de academici. nummer 1 en nummer 3Toelichting: De titel is in twee talen. Dat lijkt onlogisch en dat versterkt die eerste uitspraak. De titel is niet consequent. Het is een beetje Engels en een beetje Nederlands. Dat staat ook in uitspraak 3. Uitspraak 2 wordt nergens in de tekst verteld. Van uitspraak 4 is alleen de eerste helft juist, want over de tevredenheid of ontevredenheid wordt niet gesproken. a. Stelling: ‘Meer Engels in Nederland kan nooit kwaad’.Toelichting: De stelling vind je door er ‘dus’ voor te zetten. Het argument vind je met ‘want’. Meer Engels kan nooit kwaad, want het geeft toegang tot verschillende soorten kennis. Het is een afzetmarkt voor de eigen ideeën, dus meer Engels kan geen kwaad. argument 1: ‘Het geeft toegang tot verschillende soorten kennis’.argument 2: ‘er is een grote afzetmarkt voor de eigen ideeën’.argument 3:’ het dient de emancipatie’. b. Onderbouwing van argument 3: ‘..(want) alleen door een perfecte beheersing van het Engels kan het Amerikaanse taalimperialisme worden bestreden’c. Beoordeling van argument 2: ‘dat klinkt misschien te marktconform’. Het Nederlands zou in de loop van de jaren onherroepelijk ‘vervallen tot een status als streektaal’. Het wordt dan niet meer dan een taal die ze op het platteland slechts spreken. De drogreden is cirkelredenering. Toelichting:Eigenlijk zegt hij in deze twee zinnen twee keer hetzelfde. Een taal die slechts een streektaal is en een taal die ze slechts spreken op het platteland. Je kunt dit vergelijken met de drogreden: ‘Hij heeft het hier voor het zeggen, want hij is de baas.’ Hiermee zeg je dus hetzelfde, want de baas is per definitie degene die het ergens voor het zeggen heeft. Zo ook bij de streektaal. Dat is van een streek, van het platteland bijvoorbeeld. Dat is een taal die alleen op een bepaalde plek wordt gesproken. ‘Draaisma bijvoorbeeld vreest dat ook het voortgezet onderwijs Engelstalig zal worden om zo beter aan te sluiten op de Nederlandse universiteiten.’ (zin 4, alinea 8) ‘Hij legde uit dat vooral de kwaliteit van de geesteswetenschappen te lijden heeft onder de opgelegde omschakeling.’ (zin 5, alinea 8) Toelichting: Tip: Bij vragen over citeren mag je ook de eerste twee woorden en de laatste twee woorden opschrijven met de regelnummers erbij, of de zin en dat zet je tussen haakjes. Voorbeeld: “Draaisma bijvoorbeeld………Nederlandse universiteiten” (zijn 4 aliena 8) Let echter op. Als je een vraag beantwoordt met een citaat, terwijl daar niet specifiek om gevraagd wordt en er wordt niet gezegd: “zeg het in eigen woorden”, dan mag je een citaat als antwoord gebruiken, maar dat moet wél helemaal uitgeschreven zijn! Schrijf dus voor de zekerheid je citaat altijd helemaal uit, dan zit je nooit fout. Door het woord bijvoorbeeld weet je dat hier een bezwaar komt. Het woord vooral kom je de tweede op het spoor. Een beschouwing wordt het met name als je alinea 4 op een andere manier zou weergeven. Dit kun je doen door er een vraag van te maken en ervan uit te gaan dat er meerdere antwoorden mogelijk zijn. Ook belangrijk is om alinea 11 als advies, of een samenvatting te schrijven en niet zo stellig als het nu is. Toelichting: Let goed op de kenmerken van een beschouwing. Er komen meerdere personen aan het woord en je vermijdt standpunt en argumenten. Ook is je conclusie niet bindend, maar adviserend. 1. juist 2. onjuist 3. onjuist 4. onjuistToelichting: tekst 1 is wel een betoog, maar met een milde toon. Ze hebben als enig doel het Engels op de scholen doorvoeren, zoals in alinea 4 duidelijk wordt. Ze zeggen nummer 2 helemaal niet. Dat zou namelijk betekenen dat ze in Nederland meer Engels spreken dan in Engelssprekende landen en dat is natuurlijk niet het geval. Nummer 3 is te beschouwend. De schrijver wil je juist wel overtuigen. Nummer 4 geldt alleen voor alinea 6 en dat gaat niet op voor de hele tekst. De bron kan aan de ene kant betrouwbaar zijn omdat het uit de krant De Trouw komt. Dit is een gerenommeerde krant. Daarnaast is het aan de andere kant misschien niet zo’n betrouwbare bron omdat het artikel al uit 2015 stamt en dus al acht jaar oud is. Daarnaast staat de schrijver van het stuk alleen te boek als schrijver en vertaler. Het is niet helemaal duidelijk waar zijn expertise ligt en of hij expert is op het gebied van Engels in het Nederlands onderwijs. Toelichting: Bronnen zijn betrouwbaar als: ze niet ouder dan vijf jaar zijn; er een expert aan het woord is; de bron een betrouwbare bron is: een gerenommeerd tijdschrift, of een gerenommeerde krant; de expert ook op het gebied van het onderwerp van de tekst zijn expertise heeft. De hoofdgedachte van tekst 1 is dat het schadelijk is voor de Nederlandse samenleving wanneer Engels de voertaal wordt in de wetenschap en het bestuur. Toelichting: Het begint al in alinea 8. Daar staat ‘gewaarschuwd’. ook de laatste twee zinnen van alinea 10: ‘Vooralsnog wil ik iedereen herinneren aan de klacht van de Britse auteur Simon Kuper over al die lezingen in het Globish die hij op symposia te horen kreeg. Niet eens dat het allemaal onverstaanbaar slecht was, maar wel zouteloos, inwisselbaar en oersaai.’ DToelichting: In dit geval: ‘provinciale angst als achterlijk te worden beschouwd’ geeft aan dat ze ergens bang voor zijn. Dan vallen A, B en C al af. Die angst wordt namelijk duidelijk toegelicht in D. Tip: probeer de vraag eerst te beantwoorden alsof het een open vraag is en kijk nog niet naar de meerkeuze-antwoorden. Kijk dan goed welke het beste past bij wat je dacht. Lukt het dan nog niet elimineer dan die antwoorden die zeker fout zijn. Dan houd je vaak twee antwoorden over. Kies dan het antwoord dat het meest compleet is. Het is een vorm van cynismeToelichting: Het is niet vriendelijk bedoeld. Dan kun je kiezen uit ironie, een milde vorm van spot, of sarcasme, een hele erge vorm van bijtende spot, of die er tussenin: het cynisme. Ook spottend, maar niet bijtend.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.