13. De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving.
14. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.
17.Het begin van staatsvorming en centralisatie
21. De protestantse Reformatie die de splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.
22. Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse Staat
23. Het streven van vorsten naar absolute macht
24. De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
25. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.
Toets Geschiedenis
Memo Examenkatern MAX
Online maken
Toets afdrukken
Rijke kooplieden die het bestuur van steden in handen hadden, voorheen werden zij patriciërs genoemd.Een opslagplaats waar goederen werden gestapeld en bewaard voordat ze werden doorgevoerd naar andere landen. Een gedachtegang waarbij men ervan uitging dat de rijkdom van een land altijd ten koste gaat van een ander land. Daarom moest export worden bevorderd en import worden beperkt door bijvoorbeeld importbelastingen. Een bestuursvorm waarbij alle macht is in handen van een kleine groep mensen. Een stelsel waarbij een akker in het eerste jaar werd bebouwd met zomergranen, het tweede jaar met wintergranen en het derde jaar braak lag. Dit leverde veel meer graan op dan het oude tweeslagstelsel. Rechten waardoor een stad tamelijke zelfstandigheid kon verkrijgen. Voorbeelden zijn het recht op zelfbestuur of het recht om een stadsmuur te bouwen. Vorsten kregen in ruil voor het verlenen van een recht vaak een zak geld. Een benaming van verenigingen waarin ambachtslieden (met eenzelfde beroep) zichzelf organiseerden.Een religieuze beweging waarin men geloofde dat ieder mens rechtstreeks contact kon hebben met de christelijke God, zonder tussenkomst van de kerk.Een hervormingsbeweging van Maarten Luther.De vrijheid van elke burger om zijn eigen geloof te kiezen. Bij het beantwoorden van deze vraag moet je eerst teruggrijpen naar de redenen waarom steden opnieuw opkomen. Vervolgens moet je de vraag beantwoorden waarom de steden verder beginnen te groeien.
De belangrijkste oorzaak voor de wederkomst van steden is de bevolkingsgroei. Deze groei was mogelijk door het drieslagstelsel. Het overschot aan voedsel zorgde dus voor de bevolkingsgroei, maar het zorgde er ook voor dat er meer handel opkwam. De boeren gingen hun overschot verkopen op handelsmarkten. Deze ontstonden op strategische plekken, bijvoorbeeld in de buurt van kruisingen tussen water-en-landwegen. Deze plekken groeiden langzaam uit tot steden. Ga systematisch te werk. Als je doelgericht de vraag beantwoordt dan bespaar je veel tijd. Je hoeft geen tijd te verspillen aan het uitleggen welke religieuze gevolgen er allemaal zijn als een stad tot bisdom wordt benoemd. Er wordt hier specifiek gevraagd naar werkgelegenheid. Geef wel zo volledig mogelijk antwoord op de vraag, maar haal er dus geen dingen bij. Het is mooi als je eerst een stukje van de vraag herhaalt.
De aanwezigheid van een bisschop kan op verschillende manieren leiden tot een toename in werkgelegenheid. Ten eerste heeft een bisschop vaak een hele hofhouding. Dit zijn allemaal banen die men kan gaan uitvoeren. Ten tweede kwamen er vaak omvangrijke bouwprojecten, zoals kerken, en dat trok werklieden uit de gehele omgeving aan. Het eerste wat je moet opvallen bij de vraag is het gedeelte over externe factoren. Bedenk welke redenen er, buiten de Republiek om, zijn die ertoe hebben geleid dat de economie van de Republiek werd versterkt. Schrijf deze ook systematisch op. Er worden twee redenen gevraagd dus het is mooi als je een opsomming laat zien in jouw antwoord. Er zijn echter meerdere redenen te benoemen, zoals hieronder blijkt.
Een eerste externe factor die heeft bijgedragen aan de sterke economie van de Republiek is de val van Antwerpen. Dit zorgde ervoor dat er meer kapitaal in Amsterdam kwam. De Amsterdamse beurs nam de functie Antwerpse beurs over. Ook werd Amsterdam hierdoor een stapelmarkt, wat leidde tot economische groei.Een tweede externe factor is dat de omringende landen veel te maken hadden met onrust. Hierdoor kon de Republiek de Europese tussenhandel en de wereldhandel beheersen. Een derde externe factor is dat er in redelijke mate sprake was van tolerantie in de Republiek. Hierdoor kwamen er veel arbeidsmigranten die relatief snel konden opklimmen en meer vrijheden kenden dan in eigen land. Hierdoor groeiden de steden enorm snel wat weer leidde tot meer werkgelegenheid. Het gaat hier niet om je eigen mening. Probeer dus zo objectief mogelijk te beschrijven wat de hedendaagse discussie is. Wees je ervan bewust dat je hier beide kanten moet belichten om het historische perspectief weer te geven.
Er zijn twee groepen die discussiëren over de term Gouden Eeuw. Enerzijds is er een groep die aangeeft dat de term nog acceptabel is. De Gouden Eeuw heeft namelijk voor Nederland enorm veel groei en bloei gezorgd, waarvan tot op de dag van vandaag nog de vruchten van worden geplukt. Aangezien het een tijd is waarin de Nederlandse cultuur, denk bijvoorbeeld aan de schilderkunst, tot bloei is gekomen kan het bestempeld worden als Gouden Eeuw. Daar mag men best trots op zijn.Aan de andere kant wordt gezegd dat datgene wat hierboven staat ansich klopt, maar dat dit alles mogelijk werd gemaakt door hoge mate van slavernij. Het geld waarmee de groei en bloei tot stand kwam is over de rug gegaan van Afrikaanse mensen die in de slavernij zijn verkocht. Hoe kan je over de Gouden Eeuw spreken als het over de rug van hele bevolkingsgroepen is gegaan? Je hebt hier de Kenmerkende Aspecten nog bovenaan de toets staan. Wees je ervan bewust dat je deze op het eindexamen uit je hoofd moet kennen. Er komen vaak vragen waarbij je stukken tekst of bronnen moet verklaren/koppelen met/aan Kenmerkende Aspecten, vandaar dat wij het hier toetsen. Je hoeft in dit geval niet het hele Kenmerkende Aspect op te schrijven. Je moet hier uitleggen of Luther zijn doel was de kerk te splitsen of niet. Onderbouw je antwoord duidelijk!
Luther had nooit de intentie om de christelijke kerk te splitsen. Hij had zeker veel aanmerkingen op de werking van de kerk, dat blijkt bijvoorbeeld aan zijn stellingen, maar hij wilde de kerk van binnenuit hervormen. Het feit dat de splitsing uiteindelijk heeft plaatsgevonden is vanuit Luther’ standpunt gezien een onbedoeld gevolg. Bij deze vraag moet je goed nadenken over wat je allemaal gaat opschrijven. Het is namelijk al gauw te veel. Je hoeft hier alleen maar op te schrijven waarin het bestuur van Nederland verschilt met andere landen. Je hoeft dus niet allerlei andere landen te beschrijven. Vertel met name welke bestuursvormen de meeste landen kenden en hoe Nederland daar anders in was.
Het Nederlandse bestuur kende geen centrale regering en geen koning (Republiek), de gewesten droegen zich als zeven aparte staatjes. In andere landen stond een koning aan het hoofd van het bestuur en groeide de macht van die koning vaak. In eerste instantie moet je jouw antwoord beknopt houden. Welk woord is nou typerend voor datgene wat de calvinisten aan het doen zijn. Als je dat weet dan kun je daarna uitleggen waarom dat ertoe leidt dat het calvinisme wordt verspreid.Liefdadigheid. De calvinisten delen brood uit aan zij die zeer weinig tot niks hebben. Deze groepen mensen hebben dan een reden om naar de hagepreken te komen. Zij krijgen daar te eten, terwijl ze ondertussen naar de preken luisteren. Op deze wijze wordt het geloof van de calvinisten verder verspreid. Ook hier zijn er meerdere oorzaken te benoemen. Je hoeft er maar één te benoemen dus doe dat dan ook. Ga voor het antwoord dat voor jouw gevoel het meeste klopt. Eén antwoord gaat over sociaal/economische oorzaken en de tweede, die lastiger te vinden is, heeft te maken met centralisatie.
De oorzaak die in het gedicht het meest naar voren komt is dat er economische rampspoed is dat sociale gevolgen heeft, namelijk het niet meer hebben van voedsel waardoor vrouwen en kinderen in nood verkeren. Er is dus sprake van een sociaal/economische oorzaak.De tweede is wat vergezocht, maar je zou een redelijke argumentatie kunnen opbouwen dat er sprake is van centralisatie. Het land wordt vanuit Brussel bestuurd. De gewesten waren tegen centralisatie, waardoor je kan spreken van een politieke oorzaak waardoor de opstand is uitgebroken. Kijk goed naar de bron. Er zijn een aantal duidelijke herkenningspunten waardoor je kan weten waar deze bron over gaat. Allereerst zie je de kaart van Nederland, dat is de belangrijkste hint. Verder zie je vier mannen die aan het overleggen zijn hoe ze Nederland gaan opdelen. Dat is de tweede hint.Het gaat hier over het rampjaar 1672. Dit kan ik herkennen aangezien Nederland, het land dat je op de kaart ziet, aangevallen wordt vanuit drie kanten. Vanuit het oosten komen de Duitse koninkrijken Munster en Keulen, vanuit het zuiden komt Frankrijk de Republiek aanvallen en vanuit het Westen de Britten. Dit was ook wat er in het rampjaar 1672 gebeurde.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.