Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: Vocabulario B t/m D, Lenguateca B, C en D, Gramática B, C en D, Leesvaardigheid
Toets Spaans
Paso Adelante 4
Online maken
Toets afdrukken
het uiterlijkiemandde tasverminderende verkoopgevaarlijk(aan)biedenstijgensignalerenzich richten opde oplossinggezamenlijk hebbende lengtehet onderwijshetzelfde capazconfesar (ie) innovadorla calidadel descuentoel lugarlos vaquerosla sensaciónla luzsutilreservarmarcadoprepararsebrillanteresponsable Wat draag jij graag?Mijn stijl is geïnspireerd op …Het duurste kledingstuk dat ik ooit in mijn leven heb gekocht is …Het is erg handig als je problemen hebt met …Drie halen, twee betalen.Alleen vandaag zal je twee brillen voor de prijs van een kunnen krijgen.Trek geen felgekleurde sweaters meer aan.Op welke manieren kan men klanten beïnvloeden?Tegenwoordig zijn de sociale media onmisbaar in de marketing van een product. ¿Cómo es tu estilo de vestir?La moda (no) me interesa mucho.Lo puedes combiner fácilmente con otras prendas.Ahora, por un precio muy interesante.¡Mañana empezarán las rebajas!Regalaremos un look complete.Para vender más productos se puede …La mayor tendencia de moda para la próxima temporada es …Una Buena estrategia es … Zie onderstaande tabel:OnderwerpLijdend voorwerpMeewerkend voorwerpYoMeMeTúTeTeÉl/ella/ustedLo/le/laLeNosotrosNosNosVosotrosOsOsEllos/ellas/ustedesLos/laslesTip: de persoonlijk voornaamwoorden voor de meeste onderwerpen zijn dus gelijk, maar let op het verschil in de 3e vorm enkelvoud (él/ella/usted) en meervoud (ellos/ellas/ustedes).De persoonlijk voornaamwoorden zet je direct voor de persoonsvorm.Bijvoorbeeld: ¿Has comprado unas manzanas ya? Las necesito. (Heb je al appels gekocht? Ik heb ze nodig.Als er een infinitief of een gerundio in de zin staat, kan je het persoonlijk voornaamwoord ook direct achter het infinitief of de gerundio plakken.Bijvoorbeeld: Voy a leer un libro. / Voy a leerlo. (Ik ga een boek lezen. / Ik ga het lezen.) Let op! Als er een combinatie van een lijdend voorwerp en een meewerkend voorwerp staat het meewerkend voorwerp vooraan. Het meewerkend voorwerp in de 3e vorm (le of les) verandert dan in se. Bijvoorbeeld: ¿Has dado el regalo a tu amiga? No, se lo voy a dar este fin de semana. (Heb je het cadeau aan je vriendin gegeven? Nee ik ga het haar dit weekend geven.)Je herhaalt het persoonlijk voornaamwoord nog eens als het lijdend voorwerp direct voor de persoonsvorm staat. Bijvoorbeeld: Esta chaqueta la he comprado en Zara. (Dit jasje heb ik bij Zara gekocht.) Je gebruikt de futuro om een voorspelling of een veronderstelling te doen over de toekomst. Bijvoorbeeld: Mañana tendré una nueva bicicleta.Je maakt de futuro door het infinitief te nemen en de juiste uitgang erachter te zetten. De uitgangen zijn: -é (yo), -ás (tú), -á (él/ella/usted), -emos (nosotros), -éis (vosotros), -án (ellos/ellas/ustedes).Bijvoorbeeld: Por la tarde escribiré una carta. (Vanmiddag zal ik een brief schrijven). Je maakt deze zin in de futuro door het infinitief (escribir) te nemen en hier de ik-vorm (yo) achter te plakken: escribiré.In de futuro zijn er een aantal uitzonderingen. De stam is voor deze uitzonderingen afwijkend, maar de uitgangen blijven hetzelfde:decir > dir-hacer > har-querer > querr-haber > habr-poder > podr-saber > sabr-caber > cabr-tener > tendr-poner > pondr-venir > vendr-salir > saldr-valer > valdr-Bijvoorbeeld: Mañana tendré un nuevo coche. (Morgen zal ik een nieuwe auto hebben). Je gebruikt de imperativo als je opdrachten of aanwijzingen geeft. In het Spaans is het gebruikelijker om de imperativo te gebruiken dan in het Nederlands.Welke vorm je gebruikt, hangt af van de persoon tegen wie je iets zegt. Je leert in dit hoofdstuk de vormen voor tú, usted, vosotros en ustedes. Voor alle vormen geldt dat je het infinitief neemt, daar haal je -ar, -er of -ir vanaf. Daarna voeg je de juiste uitgang toe. Deze uitgangen zijn als volgt:Werkwoorden op -ar: -a, -e, -ad, -en. Bijvoorbeeld: escuchar (luisteren): escucha, escuche, escuchad, escuchen.Werkwoorden op -er: -e, -a, -ed, -an.Bijvoorbeeld: creer (geloven): cree, crea, creed, crean.Werkwoorden op -ir: -e, -a, -id, -an.Bijvoorbeeld: subir (omhooggaan): sube, suba, subid, suban.De ontkennende vormen van de imperativo zijn als volgt:Verbos con -arEscuchar (luisteren)Verbos con -erCreer (geloven)Verbos con -irSubir (omhoog gaan)TúNo escuchesNo creasNo subasUstedNo escucheNo creaNo subaVosotrosNo escuchéisNo creáisNo subáisUstedesNo escuchenNo creanNo subanLet op: Om de imperativo ontkennend te maken moet je dus no + de juiste vervoeging gebruiken. Vergeet dus niet om ‘no’ voor het werkwoord te zetten! Juan se lo dio. (Juan gaf het aan haar)Mi padre me la compró. (Mijn vader kocht het voor mij)¿Puedes prestárselo? (Kun je het haar lenen?)Carla se la escribió. (Carla schreef het aan hen)El profesor se lo explicó. (De leraar legde het hen uit)Mis amigos nos los trajeron. (Mijn vrienden brachten ze voor ons)Marta se la envió. (Marta stuurde het aan hen)Pablo se lo dio. (Pablo gaf het aan haar)Tip: zoek eerst in de zin wat het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp is. Vervolgens vervang je deze door het juiste persoonlijk voornaamwoord te kiezen (zoals samengevat in opdracht 5a). Let op: als je een lijdend voorwerp èn een meewerkend voorwerp vervangt door een persoonlijk voornaamwoord, dan gaat het meewerkend voorwerp eerst. Bijvoorbeeld in de zin: Juan dio el libro a María (Juan gaf het boek aan Maria). Het lijdend voorwerp is el libro, dit is dus mannelijk enkelvoud (lo). Het meewerkend voorwerp is Maria, dus vrouwelijk enkelvoud (le). Omdat je twee persoonlijk voornaamwoorden gebruikt, schrijf je eerst die van het meewerkend voorwerp en verander je deze in se omdat het twee keer om de 3e vorm gaat: se lo. María estudiará para su examen. (Maria zal studeren voor haar examen.)Nosotros iremos al cine esta noche. (Wij zullen vanavond naar de bioscoop gaan.)Ellos cocinarán la cena en casa. (Zij zullen het diner thuis bereiden.)Tú trabajarás en una tienda. (Jij zult werken in een winkel.)Yo viajaré a México el próximo mes. (Ik zal volgende maand naar Mexico reizen.)Ustedes aprenderán español en la escuela. (Jullie zullen Spaans leren op school.)Ella visitará a su abuela los fines de semana. (Zij zal haar oma bezoeken tijdens de weekenden.)Vosotros haréis ejercicio todos los días. (Jullie zullen elke dag oefeningen doen.)Él leerá un libro interesante. (Hij zal een interessant boek lezen.)Nosotras comeremos pizza los viernes. (Wij zullen op vrijdagen pizza eten.)Tip: Hoe pak je dit aan? Om de zinnen in de toekomende tijd te herschrijven, moet je eerst de persoonsvorm weten en deze vervoegen op de juiste manier. Bijvoorbeeld in zin a: María estudia para su examen. De persoonsvorm is estudia (estudiar), deze zet je in de futuro door -á achter het infinitief te zetten. ¡Abre la puerta! (Open de deur!)¡No abras la puerta! (Open de deur niet!)¡Ven aquí! (Kom hier!)¡No vengas aquí! (Kom hier niet!)¡Escucha la música! (Luister naar de muziek!)¡No escuches la música! (Luister niet naar de muziek!)¡Haz la tarea! (Maak het huiswerk!)¡No hagas la tarea! (Maak het huiswerk niet!)¡Come la fruta! (Eet het fruit!)¡No comas la fruta! (Eet het fruit niet!) C (Ze slaagde erin om haar kleding die ze niet meer nodig had te ruilen voor nuttige producten.)Toelichting: Ciara Condon is enthousiast omdat ze erin slaagde om haar onnodige kleding te ruilen voor nuttige producten tijdens een ruilmarkt. Ze had een positieve ervaring en vond het een geweldige besparing.B (De filosofie achter ruilmarkten.)Toelichting: In paragraaf 2 wordt de filosofie achter ruilmarkten beschreven. Het gaat over de verschuiving in het gedrag van mensen die deelnemen aan de markten, waarbij ze nu objecten ruilen die werkelijk aan behoeften voldoen.1. niet. In alinea 3 staat niet dat het ontstaan van ruilmarkten te wijten is aan de economische crisis, maar de deelname van mensen zonder twijfel (“sin duda”) wel.2. niet. Het publiek is niet per definitie veranderd, want in alinea 3 staat “Quizá haya personas que desde hace tiempo estemos más sensibilizadas con la idea de que otro tipo de economía es posible, pero, para otras muchas, es algo nuevo.” (Misschien zijn sommige mensen zich al langer bewust van het idee dat een ander soort economie mogelijk is, maar voor veel anderen is het iets nieuws.). 3. wel. In alinea 3 staat: “Lo cierto es que este tipo de organizaciones ha conseguido satisfacer ciertas necesidades de consumo sin utilizar dinero, y de ese modo conseguir un ahorro real entre sus participantes.” (De waarheid is dat dit soort organisaties in bepaalde behoeften van consumenten hebben kunnen voorzien zonder geld te gebruiken, en zo echte besparingen voor hun deelnemers hebben kunnen realiseren.)
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.