Toets Economie

Praktische Economie MAX 2021 M4 Heden, verleden en toekomst - Hoofdstuk 2 - Gezinnen in de tijd oefentoetsen & antwoorden

MAX

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: levenslang leren, menselijk kapitaal, verdiencapaciteit, pensioen, pensioengerechtigde leeftijd, looninkomen, startsalaris, collectieve arbeidsovereenkomst, permanente consumptieniveau, economische levensloop, financieel vermogen en staatspensioen. 

Praktische Economie MAX 2021 M4 Heden, verleden en toekomst
Toets Economie
Praktische Economie MAX 2021 M4 Heden, verleden en toekomst
Online maken
Toets afdrukken
Het loon daalt niet mee met een afname van de arbeidsproductiviteit. Dit komt door Collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s). Dit zijn contracten tussen werkgevers en werknemers die bepalen onder welke omstandigheden mensen werken. In een cao staat bijvoorbeeld dat het looninkomen van oudere werknemers op peil blijft.Arbeidsproductiviteit begint al vóór de start van je eerste baan, omdat veel jongeren al een baantje hebben bij een supermarkt of in de horeca.Opmerking: schoolwerk hoort daar niet bij.Als er geen leerplicht meer zou zijn, zal in de bovenste grafiek de arbeidsproductiviteit minder hard stijgen en op een lager maximum uitkomen. Dit heeft als resultaat dat het loon ook minder hard stijgt en een lager maximum bereikt. Kennis en vaardigheden veroudert sneller. In feite zou er op die kennis (steeds sneller) moeten worden afgeschreven, zoals op machines, omdat die kennis op veel terreinen steeds minder waard wordt.Deze invloed kan worden gecompenseerd door voortdurende her- en bijscholing. Er gaan beroepen verloren, waardoor mensen moeten worden herschoold en de ontwikkelingen in veel beroepen vragen bijscholing. Dit wordt wel samengevat als “levenslang leren”. De lijn van de studieschuld begint al bij de geboorte. De lijn zou moeten beginnen als je gaat studeren en een studieschuld aangaat.De opbouw van het pensioenvermogen begint bij begin werk. De studieschuld wordt geleidelijk gecompenseerd door de opbouw van het pensioenvermogen.De opbouw van het pensioenvermogen heeft geen betrekking op het staatspensioen. De uitkering van het staatspensioen wordt betaald uit de premies van degenen die op dat moment werken / inkomen verdienen. Er wordt voor de uitkering van het staatspensioen dus niet gespaard.Bij deze figuur wordt ervan uitgegaan dat bij overlijden het opgebouwde vermogen geheel is verbruikt en er dus geen vermogen wordt nagelaten. In de grafiek komt “ruilen over de tijd” tot uitdrukking, omdat er in haar actieve periode soms meer inkomsten dan uitgaven zijn, zodat Diana dan kan sparen voor tijden dat het omgekeerde het geval is.Of:In de grafiek komt “ruilen over de tijd” tot uitdrukking, omdat Diana tijdens haar actieve periode pensioenpremies betaalt waardoor na haar pensionering haar pensioenuitkeringen betaald kunnen worden.Een gegeven dat zij op basis van de gegevens in de grafiek had kunnen opnemen is “financieel vermogen”.Er wordt financieel vermogen gevormd als Diana meer inkomsten dan uitgaven heeft / op vermogen wordt ingeteerd als Diana meer uitgaven dan inkomsten heeft.Let op: een verwijzing naar pensioenen is niet goed, aangezien het daarvoor gevormde vermogen niet uit de gegevens is af te leiden.Om de koopkracht van Diana te handhaven had het bedrijfspensioen moeten groeien van € 15.000 (€ 30.000 - €15.000) tot minimaal € 15.000 × 1,017520 = € 21.222 en het is maar gegroeid tot € 38.000 − € 18.000 = € 20.000.Let op: bij koopkrachthandhaving moet het pensioen meestijgen met de inflatie. Dus het percentage 2,25% niet gebruiken.Als het pensioen meestijgt met de gemiddelde landelijke inkomensstijging zullen de uitkeringen hoger zijn dan als het pensioen mee stijgt met de inflatie, zodat tijdens de actieve periode hogere premies betaald moeten worden / meer vermogen moet worden gevormd. Variant 2 geeft de politieagent weer.                                                                          Verschillen en de verklaring voor de verschillen:De start van het werk begint bij de piloot later dan bij de politieagent vanwege een langere studie.De piloot heeft een groter negatief financieel vermogen dan de politieagent in de beginfase vanwege hogere studiekosten.De piloot heeft een groter eindvermogen dan de politieagent vanwege meer mogelijkheden om te sparen.De piloot heeft een hoger looninkomen dan de agente vanwege een hogere arbeidsproductiviteit.De piloot heeft een hogere maximale arbeidsproductiviteit dan de politieagent doordat hij hoger geschoold is.De piloot heeft een hoger permanent consumptieniveau dan de politieagent doordat hij een hoger looninkomen heeft / een hoger financieel eindvermogen heeft.De piloot gaat eerder met pensioen. Het opgebouwde financieel vermogen maakt dit mogelijk.Het permanente consumptieniveau ligt onder het maximale loonniveau, omdat het permanente consumptieniveau gedurende een heel leven geldt. Het maximale niveau van het looninkomen geldt maar voor een beperkt deel van het leven. Het loon moet dus worden uitgesmeerd over een heel leven.In levensfase b - c moet er worden geleend, omdat het looninkomen lager is dan het constante consumptieniveau, waardoor het financieel vermogen afneemt maar minder snel dan het begin van de lijn, omdat er in deze fase extra moet moet worden geleend voor de studie en er nog geen looninkomen is.  Als het inkomen onder de $ 8 uitkomt (doordat bijvoorbeeld bij ziekte het inkomen van een gezinslid wegvalt), is het over 5 jaar verwachte inkomen lager dan het huidige.Een hoger inkomen maakt het mogelijk om meer scholing te volgen doordat   kinderen niet meer hoeven mee te werken om het gezinsinkomen aan te vullen / doordat meer geld beschikbaar is voor investeringen in scholing. Dit biedt uitzicht op een hogere inkomenstoename in latere jaren. Punt a: Sander zal 100.000 euro sparen; punt b: Sander zal niet lenen of sparen.In de prepensioen-periode wordt € 300.000 - € 200.000 = € 100.000 gespaard. In de pensioenperiode beschikt Sander over een budget van € 660.000. Dit is € 660.000 - € 550.000 = € 110.000 meer vergeleken met de prepensioen-periode. Het gespaarde geld heeft dus € 110.000 - € 100.000 = € 10.000 opgeleverd. Dit is een rente van € 10.000 / € 100.000 x 100% = 10%.Beide mogelijkheden die Nina suggereert zijn:Een lagere rente betekent dat sparen minder aantrekkelijk wordt ten opzichte van lenen, waardoor mensen geneigd zijn om minder te gaan sparen.Aan de andere kant betekent een lagere rente dat mensen een minder hoog consumptieniveau kunnen bereiken in de pensioenperiode, zodat ze juist geneigd kunnen zijn om meer te gaan sparen om toch het gewenste consumptieniveau te kunnen blijven halen. 

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in