Toets Duits

Na klar! MAX - Hoofdstuk 1 - Das hier ist meine Reise oefentoetsen & antwoorden

MAX

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen:

  • Woorden en zinnen Kapitel 1

    • Lektion 1 t/m 7

  • Grammatica Kapitel 1

    • Wann welcher Fall (wanneer welke naamval?) (Grammatik A)

    • Genitiv (2e naamval) (Grammatik B)

    • Adjektiv (bijvoeglijk naamwoord) (Grammatik C)

    • Substantiviertes Adjektiv (zelfstandig gebruikt bijvoeglijk naamwoord) (Grammatik D)

    • laufen, liegen, sitzen und stehen + Infinitiv (lopen, liggen, zitten en staan + infinitief) (Grammatik E)

    • bleiben, gehen, kommen + Infinitiv (blijven, gaan, komen + infinitief) (Grammatik F)

    • Personalpronomen (persoonlijk voornaamwoord) (Grammatik G)

    • Fragewort wer (vraagwoord wer) (Grammatik H)

    • ohne zu, (an)statt zu und um zu (zonder te, in plaats van te en om te) (Grammatik I)

    • Wechselpräpositionen (keuzevoorzetsels) (Grammatik J)

  • Schrijven Kapitel 1

    • Lektion 3

Na klar! MAX
Toets Duits
Na klar! MAX
Online maken
Toets afdrukken
lukkende aanvullingvoorlichtenvrezen voorkwetsende kuiltrekkenenthousiasthet feitvernietigenkenmerkenhet doelde reclametoen unverständlichredendie Überzeugungdas Glücksich freuen aufdie Sprachedie Leidenschaftgefährdenverbesserndas Verständnis wichtigder Bereicherfolgreichverbringen Es geht darum, im Leben selber Entscheidungen zu treffen.Denke gut darüber nach, wie du dich in der Öffentlichkeit äußerst.Ich kann mir gut vorstellen wie du dich fühlst, aber du sollst auch auf andere Rücksicht nehmen.Pass auf, dass du nicht alle deine persönlichen Daten einfach ins Netz stellst.Diese Organisation braucht das Geld für Wasserprojekte in Afrika. onderwerp = 1e naamvalbijvoeglijke bepaling van bezit = 2e naamvalmeewerkend voorwerp = 3e naamvallijdend voorwerp = 4e naamvalEr zijn drie situaties, waarin de uitgangen van het bijvoeglijk naamwoord achter een woord van de der- of ein-Gruppe niet overeenkomt. Deze situaties zijn:1. eerste naamval mannelijk2. eerste naamval onzijdig3. vierde naamval onzijdigBovenstaande situaties worden hieronder toegelicht met voorbeelden.Voorbeeld eerste naamval mannelijk:Der-Gruppe: Dieser alte Mann ist mein Opa. [Deze oude man is mijn opa.]Ein-Gruppe: Ein alter Mann ist ein Opa. [Een oude man is een opa.]Je ziet hierboven dat het bijvoeglijk naamwoord in de eerste naamval mannelijk achter een woord uit de der-Gruppe eindigt op een -e.Staat het bijvoeglijk naamwoord in de eerste naamval mannelijk achter een woord uit de ein-Gruppe, eindigt het op -er.Dat komt, omdat het woord uit de ein-Gruppe in de eerste naamval mannelijk géén uitgang heeft. Deze uitgang plak je dus achter het bijvoeglijk naamwoord. Dit geldt ook voor de eerste en vierde naamval onzijdig, dit zie je in de voorbeelden hieronder.Voorbeeld eerste naamval onzijdig:Der-Gruppe: Dieses kleine Kind ist süß. [Dit kleine kind is schattig.]Ein-Gruppe: Ein kleines Kind ist süß. [Een klein kind is schattig.]Voorbeeld vierde naamval onzijdig:Der-Gruppe: Ich sehe das kleine Kind. [Ik zie het kleine kind.]Ein-Gruppe: Ich sehe ein kleines Kind. [Ik zie een klein kind.]Tip: let dus op, dat wanneer je de eerste naamval mannelijk of onzijdig, óf de vierde naamval onzijdig moet invullen, dat je altijd moet controleren of er een woord uit de der- of ein-Gruppe voor staat. In alle andere gevallen, komen de uitgangen met elkaar overeen.De 0-Gruppe zijn uitgangen van bijvoeglijke naamwoorden, waarbij géén woord uit de der- of ein-Gruppe voor staat. Denk hierbij aan zinnen als: “Ik heb kleine voeten.” Bovenstaande zin mét een woord uit de der- of ein-Gruppe zou er als volgt uitzien: “Ik heb de kleine voeten.” Dit is een ongewoonlijke zin, dus in sommige gevallen is het noodzakelijk om de nul-Gruppe te gebruiken. Om bijvoeglijke naamwoorden in de nul-Gruppe te vormen, gebruik je de uitgangen van de der-Gruppe.Voorbeeld eerste naamval mannelijk:Heißer Tee schmeckt mir am besten.Voorbeeld derde naamval vrouwelijk:Ich habe das mit (+3) roter Farbe gemalt.Wanneer het keuzevoorzetsel een plaats/tijd (stilstand) aangeeft, volgt de 3e naamval.Voorbeeld: Das Bild hängt an der Wand [v]. [de foto hangt aan de muur]Het voorzetsel “an” geeft hier een plaats aan. Waar hangt het schilderij?Aan de muur. Daarom volgt hier de 3e naamval.Geeft het keuzevoorzetsel een beweging aan, volgt de 4e naamval.Voorbeeld: Ich hänge das Bild in die Wand [v]. [ik hang de foto aan de muur]Hier geeft het voorzetsel “an” een beweging aan, omdat ik het schilderij aan het ophangen ben. Er wordt een handeling uitgevoerd en daarom volgt hier de 4e naamval.Wanneer het keuzevoorzetsel géén plaats/tijd (stilstand) en géén beweging aangeeft, volgt de 7/2-regel. Dat wil zeggen, dat na de keuzevoorzetsels “auf” en “über” de 4e naamval volgt en na de rest de 3e naamval.Voorbeeld: Ich warte auf den Bus [m]. [ik wacht op de bus]In bovenstaande zin wordt niet aangegeven wáár (plaats/stilstand) ik wacht en er wordt ook geen beweging aangegeven. Daarom volgt de 4e naamval.Voorbeeld: Ich warte auf dem Sofa [o]. [ik wacht op de bank]In tegenstelling tot de zin met de bus, wordt in dit voorbeeld wél een plaats (stilstand) aangegeven. Ik zit namelijk op de bank, daarom volgt hier de 3e naamval. Een zelfstandig gebruikt bijvoeglijk naamwoord dat geen betrekking heeft op een persoon is onzijdig. Voorbeeld: Hij had niets nieuws te vertellen.Vertaling: Er hatte nichts Neues zu erzählen.Toelichting: nieuws [Neues] is het zelfstandig gebruikte bijvoeglijk naamwoord in bovenstaand voorbeeld. Doordat dit geen betrekking heeft op een persoon, is het onzijdig en krijgt het de uitgang -es, omdat het lijdend voorwerp is.  In het Duits formuleer je dus letterlijk wat er gebeurt. Er kan geen constructie worden gemaakt met een vorm van laufen, liegen, sitzen und stehen en het hele werkwoord.De vertaling van de voorbeeldzin: Er plaudert schon/bereits eine Stunde mit ihr.Een letterlijke constructie met een vorm van het werkwoord gehen + het hele werkwoord kan in het Duits alleen wanneer het om het beoefenen van een sport gaat of wanneer iemand van de ene plaats naar de andere plaats gaat (loopt).Voorbeelzin: Ich gehe Fußball spielen. (sport) / Ich gehe draußen spielen. (plaats) In de 1e, 3e en 4e naamval.1e naamval: er3e naamval: ihm4e naamval: ihn1e naamval: wer2e naamval: wessen3e naamval: wem4e naamval: wen Door een van bovenstaande constructies te gebruiken, wordt een bijzin ingeleid. Let dus op, dat je in het Duits altijd een komma zet tussen de hoofd- en bijzin.Voorbeeld: Er lag im Bett, anstatt zur Schule zu gehen. das frische: dit is het onderwerp van de zin, daarom gebruik je hier de 1e naamval.des neuen Schwimmbades: aan de ‘van’ tussen de haakjes kun je al zien dat dit de bijvoeglijke bepaling van bezit is, hierdoor gebruik je de 2e naamval.welches: dit is het onderwerp van de zin, daarom gebruik je hier de 1e naamval.dem / am: hier staat het keuzevoorzetsel ‘an’, dus kun je kiezen tussen de 3e en 4e naamval. Gezien het in deze zin om een plaats gaat, gebruik je hier de 3e naamval.des langen Satzes: aan de ‘van’ tussen de haakjes kun je al zien dat dit de bijvoeglijke bepaling van bezit is, hierdoor gebruik je de 2e naamval.die helle: dit is het onderwerp van de zin, daarom gebruik je hier de 1e naamval.der Sonne: aan de ‘van’ tussen de haakjes kun je al zien dat dit de bijvoeglijke bepaling van bezit is, hierdoor gebruik je de 2e naamval.meine blauen: hier staat het keuzevoorzetsel ‘in’, dus kun je kiezen tussen de 3e en 4e naamval. Gezien het in deze zin om een beweging gaat, gebruik je hier de 4e naamval.dem alten: hier staat het keuzevoorzetsel ‘auf’, dus kun je kiezen tussen de 3e en 4e naamval. Gezien het in deze zin om een plaats gaat, gebruik je hier de 3e naamval.meiner: aan de ‘van’ tussen de haakjes kun je al zien dat dit de bijvoeglijke bepaling van bezit is, hierdoor gebruik je de 2e naamval.ein altes: dit is het lijdend voorwerp van de zin, daarom gebruik je hier 4e naamval.meiner: aan de ‘van’ tussen de haakjes kun je al zien dat dit de bijvoeglijke bepaling van bezit is, hierdoor gebruik je de 2e naamval.das neue: dit is het onderwerp van de zin, daarom gebruik je hier de 1e naamval.eurer: aan de ‘van’ tussen de haakjes kun je al zien dat dit de bijvoeglijke bepaling van bezit is, hierdoor gebruik je de 2e naamval.unsere alte: dit is het lijdend voorwerp van de zin, daarom gebruik je hier 4e naamval. der Freiwillige: dit is onderwerp in de zin, dus gebruik je de eerste naamval. Het gaat om een persoon, waarbij het geslacht niet duidelijk is, dus gebruik je mannelijk.den Kranken: vanwege het werkwoord “helfen” gebruik je hier de 3e naamval. De zieken is meervoud.den Jüngsten: dit is lijdend voorwerp in de zin, dus gebruik je hier de 4e naamval. Je ziet in de tweede, aansluitende zin dat het om een mannelijk woord gaat (der Welpe).der Verrückte: dit is onderwerp in de zin, dus gebruik je de eerste naamval. Het gaat om een persoon waarbij het geslacht niet bekend is, dus gebruik je mannelijk.Die Reisenden: dit is onderwerp in de zin, dus gebruik je de eerste naamval. De reizigers is meervoud. regnen wird: omdat dit een situatie beschrijft, die in de toekomst ligt, gebruik je hier het werkwoord “werden”liegen, lesen: de Nederlandse constructie “liggen te” kan niet letter naar het Duits worden vertaald. Hierdoor gebruik je de directe vormen van de betreffende werkwoorden.fängt, an: er wordt hier geen situatie beschreven die in de toekomst ligt, de film gaat immers ‘bijna’ beginnen. Hierdoor gebruik je de directe vorm van het betreffende werkwoord.beklagt sich: de Nederlandse constructie “loopt te” kan niet letter naar het Duits worden vertaald. Hierdoor gebruik je de directe vorm van het betreffende werkwoord.schwimmen werden: omdat dit een situatie beschrijft, die in de toekomst ligt, gebruik je hier het werkwoord “werden” ihr: dit is onderwerp in de zin, daarom gebruik je hier de eerste naamvalihnen: door het voorzetsel “zu” gebruik je hier de 3e naamvaldu: dit is onderwerp in de zin, daarom gebruik je hier de eerste naamvalmir: door het werkwoord “helfen” gebruik je hier de 3e naamvalwen: dit is lijdend voorwerp, daarom gebruik je hier de 4e naamvalIhnen: dit is meewerkend voorwerp, daarom gebruik je hier de 3e naamvalwessen: dit is de letterlijke vertaling van “wiens”, daarom gebruik je hier de 2e naamvalsie: dit is onderwerp in de zin, daarom gebruik je hier de eerste naamval (An)statt am Computer zu spielen, hilft er seiner Mutter im Garten.Toelichting: ‘seiner’ staat in bovenstaand voorbeeld in de 3e naamval, omdat het werkwoord ‘helfen’ in de zin staat.Sie geht zu ihrem Freund, (an)statt ihre Oma zu besuchen.Kannst du dieses Buch lesen, ohne es zu verstehen?Ich brauche ein Wörterbuch um die schwierigen Wörter zu übersetzen.Toelichting: ‘die schwierigen Wörter’ is het lijdend voorwerp in bovenstaande zin, daarom staat het in de 4e naamval.

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in