Grandes Lignes 5e ed deel B - Chapitre 4 - L'argent, que du bonheur? oefentoetsen & antwoorden

besparen (§A)opzij zetten (§A)herkennen (§A)voortaan (§A)de helft (§A)zich aanpassen aan (§B)aan het eind van (§B)het middel (§B)de golf (§B)verbazen (§B)het draad (§B)vervolgens (§C)aantrekkelijk(§C)blind (§C)evenveel (§C) maîtriser (§A)dépenser (§A)l’achat (§A)en revanche (§A)l’intérêt (§A)allumer (§B)éteindre (§B)remplacer (§B)l’amélioration (§B)innovant (§B)avertir (§C)séduire (§C)le message (§C)l’expérience (§C)apprécier (§C) Les gens postent beaucoup de mensonges sur les réseaux sociaux. Il ne faut pas tout croire!L’internet peut vraiment faciliter la vie scolaire: je peux tout chercher sur Google!L’étude a démontré que presque tous les collégiens utilisent un portable.J’ai accès à mes devoirs grâce à mon portable. C’est utile!Je suis obligé de réduire l’usage de mon portable. Chaque jour, je suis sur les réseaux pendant cinq heures! En quoi consistent tes revenus? (§A)Que fais-tu de ton argent/de tes sous? (§A)Pour mieux gérer mon argent, je fais des économies. (§A)Comment arrives-tu  à mettre de côté de l’argent? (§A)Désormais, il sera possible de remplacer l’écran. (§B) De lijdende vorm en de bedrijvende vorm zijn twee verschillende manieren om de actie in een zin uit te drukken. Lijdende vorm: In de lijdende vorm ligt de nadruk op het ondergaan van de actie door het onderwerp. Het onderwerp van de zin wordt het lijdend voorwerp en de handelende persoon wordt meestal niet genoemd of wordt weergegeven met behulp van een bijwoordelijke bepaling met "door". Bijvoorbeeld: "De taart werd gebakken door mijn moeder." Het onderwerp "de taart" ondergaat de actie van het bakken, en de handelende persoon "mijn moeder" wordt aangegeven met "door mijn moeder".Bedrijvende vorm: In de bedrijvende vorm ligt de nadruk op de handelende persoon die de actie uitvoert. Het onderwerp van de zin wordt het onderwerp van de actie. Bijvoorbeeld: "Mijn moeder bakte de taart." Hier is het onderwerp "mijn moeder" degene die de actie van het bakken uitvoert.Het belangrijkste verschil tussen de lijdende vorm en de bedrijvende vorm is dus de nadruk en de volgorde van de zin. In de lijdende vorm ligt de nadruk op het ondergaan van de actie door het onderwerp, terwijl in de bedrijvende vorm de nadruk ligt op de handelende persoon of entiteit die de actie uitvoert.Om de lijdende vorm te vormen, wordt het hulpwerkwoord "être" (zijn) in de juiste vorm gebruikt, gevolgd door het voltooid deelwoord van het hoofdwerkwoord. Het voltooide deelwoord wordt overeenkomstig met het onderwerp of het lijdend voorwerp vervoegd (mannelijk/vrouwelijk, enkelvoud/meervoud).Bijvoorbeeld:Actieve vorm: Les élèves lisent le livre. (De leerlingen lezen het boek.)Lijdende vorm: Le livre est lu par les élèves. (Het boek wordt gelezen door de leerlingen.)In dit voorbeeld wordt het werkwoord "lire" (lezen) in de actieve vorm veranderd in de lijdende vorm door het voltooide deelwoord "lu" te gebruiken, dat overeenkomt met het onderwerp "le livre" (het boek). Het hulpwerkwoord "être" wordt vervoegd als "est" om overeen te komen met "le livre", en "par les élèves" (door de leerlingen) wordt toegevoegd om de handelende persoon aan te geven. Het werkwoord ‘’valoir’’ komt vaak voor in de derde persoon enkelvoud (‘’vaut’’). Een bekende constructie met dit werkwoord is bijvoorbeeld ‘Ça vaut la peine’, oftewel, ‘het is de moeite waard’. Twee andere werkwoorden die volgens hetzelfde principe als het werkwoord ‘’craindre’’ worden vervoegd, zijn bijvoorbeeld ‘’atteindre’’ (bereiken), ‘’éteindre’’ (uitzetten) of ‘’se plaindre’’ (klagen).Twee andere werkwoorden die volgens hetzelfde principe als het werkwoord ‘’lire’’ worden vervoegd, zijn bijvoorbeeld ‘’élire’’(verkiezen) en ‘’relire’’ (herlezen). kies uit:  ce que / qu’est-ce que / quel(le)(s) / ce qui / que / qu’est-ce quiGrammaticale functieVorm van ‘’wat’’‘’Wat’’ is het onderwerp van een vraagzin.Qu’est-ce qui‘’Wat’’ is het lijdend voorwerp van een vraagzin, waarbij eveneens inversie wordt toegepast.Que‘’Wat’’ is het lijdend voorwerp van een vraagzin, zonder dat er inversie wordt toegepast.Qu’est-ce que‘’Wat’’ wordt in een vraagzin gevolgd door een vorm van ‘être’.Quel(le)(s)‘’Wat’’ is het onderwerp van een betrekkelijke bijzin.Ce qui‘’Wat’’ is het lijdend voorverp van een vraagzinCe que Algemene tip: check altijd goed in welke werkwoordstijd de bedrijvende zin staat. Staat het werkwoord hier in de présent (zin 1: lisent), dan krijg je in de lijdende vorm (zin 1: est lu). Staat het werkwoord in de bedrijvende zin in de passé composé (zin 3: ont mangé), dan krijg je in de lijdende vorm (zin 3: ont été mangé).Le livre est lu par les étudiants.Le dîner est préparé par le chef.Tous les gâteaux ont été mangés par les enfants.Les devoirs sont corrigés par le professeur.La maison est faite par les artisans.Le patient a été opéré par les médecins.La voiture est réparée dans le garage par mon père.Une surprise était préparée pour leur prof par les élèves. Nous craignons (craindre - présent)Elle lisait (lire - imparfait)Ma soeur résoudrait (résoudre - conditionnel)Tu te plains (se plaindre - futur simple). Let op! Dit werkwoord is wederkerend, waardoor je niet moet vergeten een wederkerend voornaamwoord toe te voegen (je me, tu te, il se, etc…)Ils élisent (élire - présent)Je résous (résoudre - présent)Il vaut (valoir - présent)Vous atteindriez (atteindre - conditionnel)J’ai relu (relire - passé composé)Liza et Manon ont résolu (résoudre - passé composé) Je ne comprends pas ce que tu veux dire.Ce que vous avez dit m'a surpris.Qu'est-ce que tu aimes faire pendant ton temps libre ?Ce que tu as préparé pour le dîner sent délicieux !Ce qu'il dit n'a aucun sens.Qu'est-ce qui t'a inspiré pour écrire ce livre ?Je me demande ce qui est arrivé à mes clés.Qu'est-ce que tu veux boire : du thé ou du café ?Ce qui m'a plu dans le film, c'est l'histoire captivante.Qu'est-ce que tu penses de ce nouvel album de musique ? Onderstaande zinnen zijn voorbeeldzinnen. De onderstaande tekst is samengesteld uit korte, bondige zinnen op ERK-niveau B1. Een aantal zinnen of zinsdelen komt uit paragraaf B.  Je voudrais partager mon expérience avec mon nouveau smartwatch avec vous. D’abord, le smartwatch a un design élégant / un beau design avec un écran clair et un bracelet en silicone confortable. C'est un accessoire / un bijou pratique qui me permet de rester connecté(e) avec mes amis et avec ma famille. En plus, il simplifie ma vie quotidienne. Je l'utilise tous les jours pour suivre mes activités, ma fréquence cardiaque et mon sommeil. Je reçois aussi des notifications de messages et d'appels. L’avantage du smartwatch est la batterie. Elle a une longue durée et c'est pratique de ne pas toujours avoir mon téléphone à la main. Cependant, la connexion Bluetooth peut être instable parfois et l'écran peut être difficile à lire en plein soleil. En général, je suis satisfait(e) de mon achat et je le recommande.Tips:Zorg voor een goede opbouw. Start met een introducerende zin, waarin je de beschrijft dat je je ervaringen van de gekochte smartwatch wilt delen. Beschrijf in de volgende zinnen een aantal pluspunten van de smartwatch. Probeer zo veel mogelijk concrete voorbeelden te geven. Sluit netjes af in de laatste zin, door bijvoorbeeld te schrijven dat je wel of niet blij bent met de aankoop en of je het aanraadt.Het gebruik van veel signaalwoorden (d’abord, en plus,) zorgt voor een heldere structuur.Het is lastig om je eigen tekst na te kijken. Vraag daarom aan je (bijles-)docent of die je brief voor je wil nakijken. Kijk goed welke fouten je hebt gemaakt. Vraag ook aan jouw docent waar hij/zij precies op let tijdens het beoordelen. Uiteraard wordt er gelet op het gebruik van de juiste woorden in de context en de algemene grammatica (werkwoorden vervoegen, zinsvolgorde,...), maar misschien let jouw docent nog wel op andere zaken. Onderstaande zinnen zijn voorbeeldzinnen. De onderstaande tekst is samengesteld uit korte, bondige zinnen op ERK-niveau B1. Een aantal zinnen of zinsdelen komt uit paragraaf C.  Il est important d'interdire les téléphones portables à l'école car ils provoquent beaucoup de distractions. Au lieu de faire attention en classe, beaucoup de camarades de classe sont occupés à envoyer des messages, à regarder les réseaux sociaux et à jouer à des jeux. Cela les empêche de se concentrer correctement et de bien apprendre. Une étude scientifique a démontré que les téléphones portables peuvent également faire augmenter le harcèlement en ligne. Beaucoup de jeunes en sont victimes sur les réseaux sociaux. De plus, l'utilisation excessive des téléphones portables pendant les cours peut nuire à l'interaction sociale et à l'apprentissage en groupe. Les élèves ont moins envie de participer aux discussions en classe et de travailler ensemble. En résumé, quand on interdit  les téléphones portables, nous créons un environnement de concentration, de participation active et de l'interaction entre les élèves. Cela favorise un meilleur apprentissage et une plus grande productivité à l’école.Tips:Zorg voor een goede opbouw in dit korte argumenterende essay. Start met een introducerende zin of alinea, waarin je jouw stelling duidelijk maakt. Beschrijf in de volgende zinnen of alinea’s een aantal argumenten die jouw stelling ondersteunen. Jouw argumenten worden versterkt door voorbeelden. Zorg voor een voorbeeld bij elk argument. Sluit netjes af in de laatste alinea of in de laatste zinnen, door een korte conclusie of samenvatting te schrijven.Het gebruik van veel signaalwoorden (d’abord, en plus, en résumé) zorgt voor een heldere structuur.Het is lastig om je eigen tekst na te kijken. Vraag daarom aan je (bijles-)docent of die je brief voor je wil nakijken. Kijk goed welke fouten je hebt gemaakt. Vraag ook aan jouw docent waar hij/zij precies op let tijdens het beoordelen. Uiteraard wordt er gelet op het gebruik van de juiste woorden in de context en de algemene grammatica (werkwoorden vervoegen, zinsvolgorde,...), maar misschien let jouw docent nog wel op andere zaken.