KERN Nederlands 1e ed - Les 27-28, 40-41 - Lezen oefentoetsen & antwoorden

Een opsomming;een voorbeeld of een tegenstelling;een doel en een middel;een vraag en een antwoord;een oorzaak en gevolg;een mening of argument. Er zijn meerdere goede antwoorden te geven, afhankelijk van de bewoording die je hebt gebruikt. De strekking moet echter overeenkomen met de uitwerking hieronder. Het spelen met woorden om er een grappig effect mee te bereiken. WieWatWaarWanneerWaaromHoe Je schrijft altijd de titel en de schrijver van je tekst boven je samenvatting. Een samenvatting van de tekst geven;een conclusie trekken;een advies geven;een vraag stellen;een verwachting voor de toekomst uitspreken.Let op: een (slot) alinea kan ook meerdere functies tegelijkertijd hebben. Let op: er zijn meerdere goede antwoorden te geven, afhankelijk van de bewoording die je hebt gebruikt. De strekking moet echter overeenkomen met de uitwerking hieronder. Bij een vergelijking wordt de werkelijkheid vergeleken met een ‘beeld’ en wordt voorafgegaan door de woorden als, alsof, met of van of door de werkwoorden lijken of zijn.  Voorbeeld: Hij ziet er zo moe uit, het lijkt net alsof hij net uit bed komt. Een metafoor is ook een vergelijking maar nu wordt alleen het ‘beeld’ genoemd en niet de werkelijkheid.Voorbeeld: Er zitten zoveel sloten op mijn voordeur, het lijkt Fort Knox wel. N.B.: Fort Knox is een bekende legerbasis in de Verenigde Staten waarvan wordt gezegd dat het onmogelijk is om er binnen te dringen. Stap 1: lezenLees de tekst eerst globaal om een indruk te krijgen van de tekst.Zoek de betekenis op van woorden die je niet begrijpt. Stel jezelf wh-vragen.Schrijf de antwoorden kort op. Stap 2: schrijvenSchrijf een kladversie.Schrijf de titel en de schrijver van de tekst.Schrijf het onderwerp en de belangrijkste boodschap van de tekst.Gebruik de antwoorden op de wh- vragen op en maak er een samenhangend en logisch geheel van. Schrijf goede alinea’s met goede zinnen en signaalwoorden. Tip: signaalwoorden worden in les 15 besproken, in het hoofdstuk tekstverbanden.Vergelijk wat je hebt geschreven met de oorspronkelijke tekst. Vraag jezelf af: staat de belangrijkste informatie erin, is de samenvatting een logisch verhaal? Geeft je samenvatting een goed beeld van de oorspronkelijke tekst? Kijk of er overbodige of dubbele informatie in je samenvatting staat en haal dat eruit.Controleer op spelling, formulering en taalfouten. Maak nu een netversie van je samenvatting waarin je al je verbeterpunten uitvoert. Lees je samenvatting nog een keer na.   e. Door een vraag over het onderwerp te stellen. In regels 7-9 vraagt de schrijver zich af of  “zo’n verbod in Nederland ook een goed idee zou zijn”. f. Door de reden te geven waarom hij de tekst schrijft. In regels 1-5 begint de schrijver met de reden van de tekst, hij schrijft: “De Franse overheid heeft vanaf deze maand het gebruik van smartphones op basisscholen en collèges (een middenschool voor leerlingen tot vijftien jaar) verboden.   Antwoord a is juist. Dit is te lezen in de zin “En wellicht het belangrijkste: geef zelf het goede voorbeeld en zit ook niet de hele avond op het schermpje te turen.” “Je… neer.”De hele zin is: “Je legt ook geen spuit heroïne voor een junk neer.” Antwoord b is juist. De hoogleraar legt de vergelijking tussen een tiener die zogenaamd verslaafd is aan mobiele telefoons en een junk aan heroïne.  Let op: er zijn meerdere goede antwoorden te geven, afhankelijk van de bewoording die je hebt gebruikt. Hieronder staan voorbeelden; de eigen strekking moet overeenkomen met de uitwerking hieronder.Wie: Wie bepaalt of er een verbod voor smartphones op Nederlandse scholen komt? Wat: Wat zegt de overheid over het verbod voor smartphones op Nederlandse scholen?   Waar: Waar zou je, behalve op scholen, nog meer een verbod voor smartphones willen invoeren? Wanneer: Wanneer is het verbod voor smartphones op Franse scholen ingegaan? Waarom: Waarom zou de smartphone ook in Nederlandse scholen verboden moeten worden? Hoe: Hoe zou dit verbod eruit moeten zien?  De hoofdgedachte is: lezers informeren over het belang van verstandig met de smartphone om te gaan.  In regels 139-143 staat: “Ze hebben er een extra opvoedende taak bij gekregen, eentje waar zij zelf als kind geen enkele ervaring mee hebben opgedaan’ (, stelt ze).”  LesNieuw woordGeef de betekenis en gebruik daarbij je eigen woorden. Gebruik maximaal 15 woorden.Les 27 - voorbeeldBeperkenEen grens aan iets stellen.Les 27UitvretenDoen wat niet mag. De factorOmstandigheid waardoor iets gebeurt.De workshopKorte, praktische cursus.Les 28Woordspeling Het spelen met woorden om er een grappig effect mee te bereiken.Negeren Zich (ergens) niets van aantrekken.De onderwijsinstellingEen plek waar onderwijs gegeven wordt. Les 40DrastischKrachtig en snelLeasenVoor een lange periode huren tegen een vast bedrag. VergenEisenLes 41De aanraderIets wat je aanbeveelt.ForcerenIets met geweld openmaken, iets met geweld doen.De dwalingDe vergissing.