Nectar 4e ed FLEX - Hoofdstuk 9 - Bloedsomloop oefentoetsen & antwoorden

Antwoord: A De druk in de bloedvaten wanneer het hart samentrekt.Het tegenovergestelde is diastolische druk, dat is wanneer het hart ontspant. Antwoord A Deze kleppen regelen hoeveel bloed en wanneer er bloed doorstroomt vanuit de boezem naar de kamers. Antwoord B Myglobine bevindt zich in de hartspier en skeletspieren. Het slaat zuurstof op terwijl hemoglobine het vervoert. Zuurstofrijk bloed uit de linkerhartelft mengt zich met zuurstofarm bloed uit de rechterharthelft. Het ovale venster scheidt namelijk de linker- en rechterboezem van elkaar. Wanneer dit niet gesloten is zal dit mengen en zal de aorta een stuk minder zuurstofrijk worden. De longslagader, waar normaal zuurstofarm bloed in zit, zal nu dus ook meer zuurstof bevatten. Hoe groter de diameter van het bloedvat des te trager stroomt het bloed. Dit komt doordat de druk dan een stuk lager is waardoor het bloed niet snel wordt voortgestuwd.  Door het missen van bloedplaatjes worden er een heleboel stappen van de bloedstolling niet in werking gezet. Gebruik binas tabel 84oZonder bloedplaatjes worden er geen trombokinasecomplexen gevormd. Hierdoor zal er geen trombine worden gemaakt en trombine zorgt weer voor de aanmaak van fibrine. Fibrinedraden zorgen er uiteindelijk voor dat het stolselcomplex bij elkaar gehouden wordt en het wondje kan gaan dichtgroeien. Zonder fibrinedraden groeit het wondje niet tot nauwelijks dicht.  Enkele voorbeelden van goede antwoorden zijn: Er kan een wond ontstaan in de aangesloten bloedvaten. Bloedcellen kunnen in de hartlongmachine beschadigen waardoor ze niet goed meer functioneren.Het bloed komt in aanraking met een lichaamsvreemd oppervlak. De bloeddruk zal plaatselijk veranderen, wat problemen op kan leveren.  Combinatie A De linkerkamer van je hart pompt het bloed de rest van het lichaam in. Als hier dus een propje zit schiet het door naar de hersenen via de halsslagader Het hart loopt ook beschadiging op omdat het extra kracht moet leveren om ervoor te zorgen dat het bloed door wordt gestuwd. Het propje zit namelijk in de weg. Hierdoor raakt het hart overbelast.  Voorbeelden van een juist antwoord: De hartspiercellen gaan sneller samentrekken, waardoor er meer zuurstof gaat naar cellen (elders in het lichaam) die in actie komen. Ze trekken krachtiger samen, zodat meer brandstof vervoerd wordt naar spiercellen in het lichaam.  Een hechte verbinding is nodig zodat er bij beweging van het hart geen openingen ontstaan in de spierwand en/of zodat de (nieuwe) cellen kunnen bijdragen aan de samentrekking van de spierEen goede elektrische signaaloverdracht is nodig omdat de nieuwe hartcellen gecoördineerd moeten samentrekken en/of moeten samenwerken met de andere hartspiercellen De hartspiercellen gekweekt uit embryonale stamcellen kunnen afgestoten worden. Waardoor ze niet bruikbaar zijn en hun functie dus niet kunnen vervullen. Door atherosclerose kan de kransslagader vernauwd zijn. Door atherosclerose kan de kransslagader verruwd zijn, ofwel beschadigd.Atherosclerose kan de kransslagader minder elastisch zijn. Wanneer een van de bovenstaande punten het geval is, kan er een trombus ontstaan en deze kan blijven steken. Wanneer je een bloedpropje hebt opgeschreven in plaats van trombus is dit ook goed. Hierdoor kan er onvoldoende zuurstofrijk bloed worden aangevoerd, wat kan leiden tot een hartinfarct.  Een slagader is elastischer en gespierder Hierdoor is een slagader geschikter voor het verwerken van de slagaderlijke druk.  Antwoord CNummer 4 geeft de kransslagader aan dus deze moet in het antwoord zitten. Bloedvat 2 is een slagader en bevat zuurstofrijk bloed voor het hart. Tussen deze twee plekken zal dus de bypass moeten zitten om ervoor te zorgen dat het hart voldoende zuurstof ontvangt.  Door 1 en 3Deze geven de bovenste en de onderste holle ader weer. Hier zit dus zuurstofarm bloed in en koolstofdioxide rijk bloed Dit komt binnen in het hart en gaat zo de kleine bloedsomloop in waarin het wordt voorzien van zuurstof, wat nu de hart- longmachine doet. Heparine is nodig om te zorgen dat de stollingsreactie (na doorsnijdenvan het bloedvat) niet wordt geactiveerd. Protamine is nodig om na de operatie weer normaal stollend bloed tekrijgen.