Nectar 4e ed FLEX - Hoofdstuk 10 - Voeding en vertering oefentoetsen & antwoorden

Vitaminen zijn belangrijk voor veel lichaamsprocessen. Hierdoor kun je goed communiceren. Eigenlijk zijn het dus onmisbare voedingsstoffen voor heel veel processen, denk aan groei en ontwikkeling, maar ook aan de afweer. Sem heeft gelijk, in de dikke darm gaat de vertering zeker nog door. Bacteriën dragen hier bij aan de vertering. In de blinde darm leven veel bacteriën die helpen bij de vertering, ze maken deel uit van het microbioom. Dit mis je als de blinde darm wordt verwijderd. Daarom is het verstandig om probiotica, met gezondheidsbevorderende bacteriën, te slikken. Enzymen werken het beste bij 37 graden. Wanneer de temperatuur steeds hoger wordt, werken de enzymen steeds minder goed. Enzymen zijn betrokken bij vrijwel alle chemische reacties in het lichaam. Het hebben van koorts kan ervoor zorgen dat belangrijke processen niet meer plaats kunnen vinden.  Door lipase (kijk hiervoor in je BINAS) In de alvleesklier en al een deel in de maag. Vetten zijn hydrofoob, ze houden niet van water. Gal bevat galzuurzouten, deze hebben een polair en een apolair deel. Ze binden hierdoor aan vetten én aan water. Hierdoor trekken ze als het ware de vetdruppel uit elkaar en ontstaan er kleine druppels vet, ontstaat er hierdoor een micel. Met het polaire gedeelte naar buiten gericht. Hierdoor is het oppervlak een stuk groter waar lipase om kan inwerken. zetmeellactose en saccharosemaltosefructose, galactose en glucoselipidenmonoglyceridenlinolzuur en palmitinezuurglycerolTip: gebruik Binas bij deze vraag!  Antwoord A, de bovenste holle ader. Via lymfeklieren komt lymfe in de bloedbaan. Deze zitten in de liezen, hals en oksels. Via de darmen terug omhoog komt het allereerst in de hals of in de oksels terecht. Daarna gaat het naar het hart en zo mee de bloedsomloop in. Alles wat boven het hart zit komt terug in het hart via de bovenste holle ader.  Antwoord ADit is voornamelijk te zien aan het lymfevat. De grote ronde opening. Ook de bloedvaten liggen vaak in kronkels eromheen, wat onderdeel Q is. De speeksel producerende cel heeft een celkern en produceert speeksel, ook dit is te zien op de afbeelding.  Bewering I en II zijn juist. Vetzuren gaan altijd eerst via de lymfe, nooit eerst via de bloedbaan. Er zijn geen darmplooien/ darmvlokken aanwezig / het darmoppervlak is kleinerVoedingsstoffen worden minder goed opgenomen, de patiënt krijgt dus tekorten aan voedingsstoffen wat ziekte tot gevolg kan hebben.   Het is een onderaanzicht, de lever is namelijk links in de afbeelding te zien. Gebruik ook hiervoor je BINAS. Voorbeelden van juiste omstandigheden: Tijd na de geboorte van de jongen Voeding van de geit Gezondheid van de geit Tijd van het jaar Dit kan door de minder compacte structuur van het stremsel. Hierdoor dringen endopeptidasen beter door en wordt het zo een enzymsubstraatcomplex. Deze enzymen zijn werkzaam in de maag, 12-vingerige darm en in de dunne darm. Voorbeelden van juiste argumenten zijn: Je weet niet in welke verhouding de zwangere vrouw bepaalde voedingsstoffen (die in melk zitten) nodig heeft Geitenmelk bevat beduidend minder foliumzuur, en opname daarvan wordt bij zwangere vrouwen (in de vroege zwangerschap) aanbevolen  De voedingsstoffen die in koemelk naar verhouding minder voorkomen kunnen ook in andere producten die ze eet voorkomenHet verschil in calcium- en fosforgehalte, nodig voor de opbouw van de botten van de baby is erg klein In geitenmelk zit in vergelijking met koemelk wat minder van bepaalde vitamines, en die zijn misschien wel heel belangrijk voor de ontwikkeling van het embryo