Of Course! MAX
- Unit 1 - The Magical Mystery Tour
oefentoetsen & antwoorden
MAX 2020
Klas 5|Vwo/gymnasium
Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen:
Woorden
Zinnen
Grammatica:
Simple Present
Present Continuous
Future
Auxiliaries
Adjectives and Adverbs
Comparisons
Simple Past
Past Continuous
Linking words
Vocabulary Extra:
Easily confused words
Phrasal verbs
Toets Engels
Of Course! MAX
Online maken
Toets afdrukken
despiteenlargementharmfullayerroughlystaggeringexclaimeddecadehurricaneconcocted protagonistdespiseawestubbornbreakthroughwent viralperpetualmerelyreedsmalignant beside - Beside betekent naast. Besides met een s betekent ‘behalve’.worthless - Schoenen met gaten zijn waardeloos. ‘Priceless’ betekent juist heel waardevol, of duur.former - Former betekent vorige, late betekent overleden. Aangezien hij nu in Ierland woont, zal hij nog niet dood zijn.Altogether - Altogether betekent in totaal. All together betekent ‘allemaal samen’, waarbij je bijvoorbeeld aan zingen moet denken.sight - Een ‘sight to behold’ is een vaste uitdrukking voor iets wat er indrukwekkend uitziet. Een ‘site’ is een locatie, zoals een bouwplaats. from - exclude from, buitensluiten vanof - consist of, bestaan uitfrom - suffer from, lijden aanwith - associated with, geassocieerd metfor - account for, rekening houden met, denken aanfor - care for, zorgen voorToelichting:Phrasal verbs hebben meestal een vast voorzetsel wat bij ze hoort. Soms kan een werkwoord ook zonder dit voorzetsel bestaan, maar dan is de betekenis vaak heel anders. Let op: deze voorzetsels zijn meestal heel anders dan de voorzetsels die je in het Nederlands gebruikt, maar een andere keer zijn het juist wel dezelfde. Leer ze dus goed! Yesterday, I visited my grandmother. - Definitief moment in het verleden.Jane is walking her dog at the moment. - Nu op dit moment.My cousin was filming her cat when her mom barged in. - Actie wordt onderbroken.Frank always leaves at 6 PM. - Gewoonte.The Spanish people are electing a new president as we speak. - Nu op dit moment.I swam in the ocean last weekend. - Definitief moment in het verleden.Jimmy was sleeping on the couch while his father was doing the dishes. - Twee acties tegelijkertijd in het verleden.Elephants are really dangerous animals. - Een feit.Do you usually pay your bills on time? - Een gewoonte.I am meeting our new coworker at 2 PM today. - Een afspraak.Toelichting:Elke werkwoordstijd heeft zijn eigen toepassingen. Voor deze zijn dat de volgende:Present Simple: Regelmatigheden (gewoontes) en feitenPresent Continuous: Gebeurtenissen op dit moment, of afsprakenPast Simple: Momenten in het verleden die volledig zijn afgelopenPast Continuous: Meerdere dingen die in het verleden tegelijk gebeurden. Dit kan een actie zijn die een andere actie onderbreekt (de actie die wordt onderbroken schrijf je dan in de past continuous) of twee acties die tegelijk plaatsvonden (die schrijf je dan beiden in de past continuous). The results came in quickly, however they were not conclusive. - Contrast, tegenstellingFirstly, it is very important to collect all the right ingredients. - VolgordeBoth math as well as English is required in order to enroll in this programme. - OvereenkomstHe finished his work very quickly. As a result, he was allowed to leave early. - Gevolg, resultaatThis charger is not the right one. Moreover, its cable is way too short. - ToevoegingHe speaks a lot of languages, but none of them very well. For instance, his German pronunciation is awful! - VoorbeeldOn the other hand, he is pretty good at speaking Greek. - Contrast, tegenstellingIt is very unclear why she had to go to the hospital. - RedenThere is no way to get there on time, unless you go right now! - VoorwaardeShe turned back as soon as she noticed her phone was missing. - Tijdsaanduiding are - Present simple, want het gaat om een feit.is visiting - Present continuous, aangezien het nu (right now) gebeurd.is calling - Present continuous, aangezien het nu (as we speak) gebeurd.go - Present simple, want het gaat om een gewoonte/vaak voorkomende situatie.leave - Present simple, want het gaat om een gewoonte/vaak voorkomende situatie.is failing - Present continuous, aangezien het nu (at the moment) gebeurd. is going to rain - Going to, aangezien het weerbericht een betrouwbare bron isdeparts - Present simple, aangezien vliegtuigen en ander OV met duidelijke schema's werkenwill skip - Er is geen duidelijk bewijs, het is een gerucht (supposedly)are joining - Het is een duidelijk gemaakte afspraak (agreed)is going to invite - Er is bewijs, je hebt de persoon in kwestie er over gesprokenis going to rise - Er is bewijs, wetenschappers zijn een betrouwbare bronrises - Present simple, aangezien dit een feit iswill try - Er is geen duidelijk bewijs, je hebt haar zelf immers niet gesprokenToelichting: Elke werkwoordstijd heeft zijn eigen toepassingen. Voor de future zijn dat de volgende:Present Simple: Zaken die volgens een schema of altijd zo gebeuren.Present Continuous: Zekere afsprakenWill-future: Beloftes of voorspellingen zonder duidelijk bewijsGoing to-future: Zekere zaken waarvoor bewijs is of duidelijke aanwijzingen zijn. am able towould likemust / has toam allowedmustmademay / mightToelichting: Bij auxiliaries (hulpwerkwoorden) is het belangrijk om te beseffen dat deze in het Nederlands vaak erg verschillende betekenissen kunnen hebben. Denk bijvoorbeeld aan het woord ‘willen.’ Soms betekent dit ‘moeten’ (Ik wil dat je nu je kamer opruimt!) en soms betekent het ‘niet erg vinden’ (Ik wil je best even helpen.). In het Engels betekent dat soms dat je een ander hulpwerkwoord moet gebruiken, terwijl je in het Nederlands twee keer hetzelfde woord zou gebruiken (I want you to clean your room! versus I don’t mind helping you). Dit is vooral een kwestie van leren: Bekijk heel goed je grammaticaoverzicht (reference book p. 77 - 79) om te leren welke Engelse auxiliaries horen bij welke Nederlandse toepassing. Let op: Soms zijn er meerdere opties mogelijk! new - Zegt iets over een zelfstandig naamwoord (chair)quickly - Zegt iets over een werkwoord (bought)completely/totally - Zegt iets over een werkwoord (wasting)Fortunately - Zegt iets over de hele zincheaper, more expensive - Vergelijkingen (zie ook ‘than’). Eerst een kort woord, dan een lang woord.younger, the oldest/eldest - Vergelijkingen (zie ook ‘than’). Eerst een kort woord, dan een lang woord.as good as - Let op de juiste vertaling van ‘even … als’incredibly slow - Eerst een adverb (zegt iets over het bijv. nw.) en dan een adjective (zegt iets over het zelfst. nw. car).good, better - Het zegt iets over ‘looks’, een zintuiglijk werkwoord. Daarom gebruik je de adjective (zie de uitzonderingen in je grammatica boek). Als overtreffende trap wordt dat dan ‘better’ en niet ‘gooder’.more slowly - Het woord zegt iets over ‘driving’, een werkwoord. Slowly is dus de juiste vorm. Om hier een overtreffende trap van te maken voeg je ‘more’ toe, aangezien ‘slowly’ meer dan 1 lettergreep heeft.Toelichting: Bij bijvoeglijke naamwoorden (adjectives) en bijwoorden (adverbs) is eigenlijk maar 1 regel belangrijk. Zegt het woord iets over een zelfstandig naamwoord? Dan is het een adjective (The ugly fox.). Zegt het iets over een werkwoord, bijvoeglijk naamwoord, ander bijwoord of over een hele zin? Dan gebruik je een bijwoord (The very boring lesson. Finally, it was over.) Dat betekent dus dat je altijd een adverb gebruikt, behalve als het gaat over een zelfstandig naamwoord. De basisregel over hoe adjectives er uit zien en hoe je er adverbs van maakt, is ook niet zo moeilijk: Om van een adjective een adverb te maken voeg je -ly toe (beautiful - beautifully, slow - slowly). Let op: Hier zijn wel uitzonderingen op en deze zul je uit je hoofd moeten leren (bekijk je reference book, p. 65-67).Met deze bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden kan je ook dingen vergelijken. Bijvoorbeeld: This car is fast, but the other one is even faster. De basisregel is dat korte woorden -er en -est achter de stam krijgen (fast, faster, fastest) en langere woorden (2 of meer lettergrepen) krijgen more en most voor de stam (more important, most important). Let op: Bekijk ook hier je reference book voor de uitzonderingen (p. 68-69). chose - Past simple, want definitief moment in het verleden (Last week)met - Past simple, want definitief moment in het verleden (Last night)was walking, arrived - Past continuous voor de actie die bezig was (het uitlaten van de hond) en Past Simple voor de actie die dat onderbrak (het arriveren van de bank)was doing, was cleaning - Past continuous voor beiden, want beide acties vonden tegelijk plaatswas trying, entered - Past continuous voor de actie die bezig was (het proberen te studeren) en Past Simple voor de actie die dat onderbrak (het binnenkomen van je zus)felt - Past simple, want definitief moment in het verleden (Last month)were training, brought - Past continuous voor de actie die bezig was (het trainen) en Past Simple voor de actie die dat onderbrak (het binnenbrengen van de puppy)Toelichting: Elke werkwoordstijd heeft zijn eigen toepassingen. Voor deze twee zijn dat de volgende:Past Simple: Momenten in het verleden die volledig zijn afgelopenPast Continuous: Meerdere dingen die in het verleden tegelijk gebeurden. Dit kan een actie zijn die een andere actie onderbreekt (de actie die wordt onderbroken schrijf je dan in de past continuous) of twee acties die tegelijk plaatsvonden (die schrijf je dan beiden in de past continuous). Veel van de onderstaande antwoorden zijn voorbeelden, er kunnen dus meerdere antwoorden goed zijn.
I doubt if… / I’m not sure if…it really annoys me that…Mind you, I do think that… - The point is… / The real problem is…There’s no way that… - What about calling him? / Why don’t we wait a little longer?I prefer to just get started without him. / I would rather send him a text.To cut a long story short, he’s actually already here! / To conclude, none of this matters. There he is!Toelichting:Bedenk bij expressions altijd goed dat er voor elke vraag meerdere antwoorden mogelijk zijn, maar dat er vooral door de context van de opdrachten bepaalde mogelijkheden die het boek geeft ook niet altijd kunnen. Controleer bij het leren goed wat de verschillen zijn tussen de opties die het boek geeft.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.